Aan maandverband blijkt de meeste behoefte te zijn

Ik doe iets goeds Veel mensen willen iets goeds doen. Deze week: menstruatiearmoede bestrijden.


Foto Simon Lenskens

Ze wist dat ze vandaag ongesteld moest worden, zegt Anneloes Dijkman (33). Maar het kwam niet in haar op om de afspraak met de krant af te zeggen. Zij kan immers ‘gewoon’ een menstruatieproduct gebruiken. Ze heeft zelfs een hele tas vol met tampons en maandverband bij zich. Wij zijn bij productiehuis Nowhere in Amsterdam-Oost, waar buiten aan de muur en binnen bij de wc’s kastjes hangen die Dijkman volstopt met tampons en maandverband. Zogenoemde menstruation stations zijn het, waar iedereen die het kan gebruiken, uit kan pakken.

En die mensen zijn er genoeg. Meer dan een kwart van de „Amsterdammers die menstrueren”, kunnen het zich niet altijd veroorloven om tampons, maandverband of andere menstruatieproducten te kopen, blijkt uit onderzoek. Sommigen van hen gaan daarom niet naar school of naar hun werk, vertelt Dijkman. Anderen beknibbelen weer op hun boodschappen, doen te lang met één tampon of worden creatief met wc-papier. „Iemand had er zelfs een tampon van gemaakt. Superslecht voor je lichaam.”

Dijkman weet dit allemaal omdat ze een van de oprichters van Neighborhood Feminists is, een stichting die menstruatiearmoede in Amsterdam bestrijdt. De twee andere oprichters kent ze van de women’s march in 2019, waar Dijkman een van de ‘lead organizers’ van was. Ze begonnen met het helpen van de vrouwen in het Harriet Tubman Huis, dat onderdak biedt aan ongedocumenteerde vrouwen en hun kinderen. „Mensen doneren vaak kleding en luiers, maar denken niet aan tampons en maandverband.” Inmiddels ondersteunen ze maandelijks ongeveer 800 mensen en hebben ze meer dan 15.000 menstruatieproducten verstrekt.

Het grootste deel wordt verspreid via de menstruation stations, die bijvoorbeeld hangen bij een asielzoekerscentrum, een sportpark of een queer gym. Aan maandverband blijkt de meeste behoefte te zijn. In sommige culturen zit er immers een taboe op het „inbrengen van dingen”, onderwijst Dijkman. Bovendien hebben relatief veel ongedocumenteerde vrouwen geleden onder seksueel geweld, of genitale verminking. Het plan van de Tweede Kamer om onder andere via voedselbanken menstruatieproducten te verstrekken, vindt ze niet toereikend. Daar kan immers niet iedereen terecht.

Geen spoor van twijfel klinkt er in haar betoog. Logisch, want ze is al haar hele leven bezig met het tegengaan van onrechtvaardigheid. Zo zette ze op haar middelbare school een werkgroep op die samenwerkte met Amnesty International, en protesteerde ze bij gemeenteraadsleden toen het categoraal gymnasium in een grote koepel dreigde te worden opgenomen. Het waren haar ouders die haar leerden om „haar privileges te gebruiken om de wereld beter achter te laten”, zegt Dijkman. Zij richtten een cultureel-maatschappelijke stichting op waar Dijkman nu de adjunct-directeur van is. Misschien is directeur van de wereld wel een geschikte volgende carrièrestap.