Nicholas Burns, Sally Messham, Ian McElhinney en Bel Powley als Miep Gies in de serie ’A Small Light’.
Foto National Geographic, Disney, Dusan Martincek)
N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Serie ‘A Small Light’ wil de menselijke kant tonen van verzetshelden Miep en Jan Gies. Die focus zorgt met name in de eerste afleveringen voor een fris perspectief op een verhaal dat al vele malen is verteld.
Het is 1933. In een Amsterdamse nachtclub valt het oog van een jonge vrouw op een man van haar leeftijd, die in een hoekje een boek zit te lezen. Ze vraagt hem mee naar buiten om daar samen wat te drinken. Hij loopt haar achterna, boek in de hand, verbaasd maar gedwee. Even later zitten ze in het donker aan de gracht: zij in haar bloemetjesjurk, hij strak in het pak. „Wat lees je?”, vraagt de vrouw. „Herlees”, verbetert de man. „Gewoon, een beetje Kafka.” „Ah”, zegt de vrouw. Haar blik gaat op oneindig wanneer haar metgezel haar de betekenis van De Gedaanteverwisseling begint uit te leggen („Het is een metafoor natuurlijk”). De pijnlijke stilte die volgt, wordt enkel verbroken door het kletterende plasje dat iemand op de achtergrond tegen een muur pleegt.
Wie de eerste scènes van A Small Light (Disney+) kijkt zonder eerst de omschrijving te lezen, zal niet gauw raden dat de serie het verhaal vertelt van Miep Gies, de secretaresse van Otto Frank die zijn familie hielp onderduiken in het Achterhuis. Zij is de jonge vrouw (Bel Powley) die zo zorgeloos staat te dansen in een nachtclub aan de vooravond van de oorlog. De ongemakkelijke Kafka-liefhebber is niemand minder dan haar – dan nog toekomstige – echtgenoot Jan Gies (Joe Cole). Ook hij was op meerdere manieren actief in het verzet.
Alle zware oorlogsthematiek ten spijt speelt de opbloeiende relatie van het stel, vaak luchtig en humoristisch in beeld gebracht, een belangrijke rol in de serie. Scenarioschrijvers Joan Rater en Tony Phelan (het echtpaar dat samen onder meer meewerkte aan de populaire ziekenhuisdramaserie Grey’s Anatomy) wilden Gies’ verhaal dan ook „zo invoelbaar, vers, grappig en menselijk mogelijk maken”, vertelden ze tijdens een persdag. Samen brachten ze het Amsterdam van de jaren 30 en 40 kleurrijk in beeld. A Small Light is hun passieproject: hun fascinatie voor Gies begon toen ze haar zagen spreken in de documentaire Anne Frank Remembered en groeide verder tijdens een bezoekje aan Amsterdam, een jaar of zes geleden.
Bel Powley als Miep Gies en Liev Schreiber als Otto Frank in de serie ‘A Small Light’.
Foto National Geographic/ Disney/ Dusan Martincek
Menselijke kant
„We waren getroffen door het idee dat Gies een jonge vrouw was toen ze begon te werken voor Otto Frank. Wij hebben een zoon”, zei Rater, „en ik bedacht hoe onervaren hij zou zijn als hij werd gevraagd iemand te helpen onderduiken. Hij is een slimme jongen, maar ook jong. Ik begon me voor te stellen dat Miep ook geen idee had waar ze ‘ja’ op had gezegd. Dat vond ik interessant, gewoon een mens laten zien dat zegt: ‘Natuurlijk, ik ga doen wat goed is.’ Maar dat daarna ook denkt: holy shit, waar ben ik mee bezig?”
Die focus op de „gewoon menselijke” kant van personages die in de hoofden van velen toch tot mythes zijn verworden, zorgt met name in de eerste afleveringen voor een fris perspectief op een verhaal dat al vele malen is verteld. Zowel door het echtpaar Gies als door de familie Frank worden er grapjes en ruzies gemaakt over grote en kleine zaken, omdat dat volgens Rater en Phelan nou eenmaal gebeurt in relaties en gezinnen – óók in oorlogstijd. Zo grapt het pasgetrouwde stel temidden alle angst en spanning meermaals over het feit dat ze door al het drukke verzetswerk geen moment meer zien om samen het bed in te duiken. En wanneer Anne zich mokkend opsluit in haar kamer omdat ze haar kat niet mee mag nemen naar het Achterhuis, is ze even niet het gezicht van de Holocaust, maar gewoon een koppig tienermeisje.
Toch hadden Rater en Phelan nog een andere, grotere ambitie naast het invoelbaar maken van het verhaal van het echtpaar Gies en de familie Frank. Phelan: „Mieps verhaal is ook een manier om een hele nieuwe generatie bekend te maken met het bredere verhaal van het Nederlandse verzet.” Daar wringt wel de schoen, want zo krijgen Miep en Jan Gies soms alsnog een haast mythische status toebedeeld. De schrijvers hebben veel creatieve vrijheid genomen om zo veel mogelijk van de verzetsverhalen die ze kenden in de serie te verwerken. Zo verzonnen ze grotendeels zelf wat Jan Gies’ verzetswerk precies in zou hebben gehouden – zelf wilde hij hier na de oorlog niets over kwijt – en lieten hem overwegen deel te nemen aan de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister. Wanneer Miep en Jan elkaar midden in een tulpenveld opgelucht in de armen vallen omdat Jan niet bij die aanslag is omgekomen, word je je er als kijker ineens wel erg van bewust dat hier de makers van grote Amerikaanse dramaseries aan het werk zijn geweest. Rater: „We hebben tien jaar meegeschreven aan Grey’s Anatomy. We weten hoe je spanning inbouwt, cliffhangers, een beetje romantiek. Het blijft een show.”
Het roept de vraag op wat het bescheiden echtpaar Gies van de serie zou hebben gevonden. „Ik ben geen held”, zei Miep zelf over wat ze deed in oorlogstijd. „Niemand moet ooit denken dat je speciaal moet zijn om anderen te helpen. Zelfs een gewone secretaresse, een huisvrouw of een tiener kan een klein lichtje aansteken in een donkere kamer.” De uitspraak vormde de inspiratie voor de titel van A Small Light – een serie die, ironisch genoeg, op verschillende plekken wordt aangekondigd als het verhaal over de „heldhaftige Miep Gies”.
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft dinsdag taakstraffen van 180 uur geëist tegen twee schippers, van een snelboot en een watertaxi. Volgens de aanklager had het tweetal een dodelijke aanvaring op de Waddenzee op 21 oktober 2022 „kunnen voorkomen”. Ook eist het OM tegen beide verdachten voorwaardelijke celstraffen van drie maanden. Ze worden vervolgd voor dood door schuld en het toebrengen van ernstig lichamelijk letsel.
Bij het ongeluk kwamen vier mensen om het leven, onder wie een twaalfjarige jarige jongen wiens lichaam nooit is gevonden. Vier anderen, onder wie één van de schippers, raakten gewond.
Op de ochtend van 21 oktober raakten de veerboot en de watertaxi elkaar in het Schuitengat, een vaargeul tussen Harlingen en Terschelling. Daar geldt een maximumsnelheid van 20 km/per uur, schrijft het OM; de watertaxi voer iets minder dan 30 km/uur, de veerboot iets minder dan 55 km/uur.
Ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid concludeerde dat de twee boten te hard gingen, in een rapport uit 2023. Nu komt het Openbaar Ministerie tot dezelfde conclusie: „Er had onder meer langzamer gevaren moeten worden. Met een lagere snelheid hadden de schepen meer tijd gehad om de situatie te beoordelen.”
Ook vindt het OM dat het contact tussen de schippers gebrekkig was. Vlak voordat ze elkaar raakten, hadden de twee kort contact via een marifoon. De veerbootkapitein dacht dat de twee elkaar aan stuurboordkant zouden passeren, wat ongebruikelijk is. De watertaxi stuurde op het laatste moment onverwachts bij, schrijft het OM. Beiden hadden „voorzichtiger moeten zijn”.
Zelfmoorden en zelfmoordpogingen. Faillissementen, drankverslavingen en gezinslevens in puin. Het Post Office-schandaal in het Verenigd Koninkrijk, waarbij honderden postkantoorbeheerders ten onrechte van diefstal werden beschuldigd, heeft een enorme impact gehad op de levens van direct betrokkenen.
„De gevolgen voor de onterecht vervolgde en beschuldigde postkantoorbeheerders en hun naasten zijn rampzalig”, vatte Wynn Williams zijn bevindingen samen. Williams is voorzitter van een onafhankelijke commissie die de geschiedenis van een groot schandaal bij het Britse landelijke postbedrijf Post Office onderzocht. Dinsdag presenteerde hij zijn eerste conclusies, na dagenlange verhoren van enkele honderden getuigen, waarvan sommige zittingen in beslotenheid waren.
Zes postkantoorbeheerders en zeven nauw betrokkenen pleegden zelfmoord, volgens de getuigenissen van nabestaanden naar aanleiding van onterechte beschuldigingen. Enkele tientallen anderen – volgens het onderzoek 59 personen – overwogen suïcide of ondernamen pogingen daartoe. „Ik kan niet uitsluiten dat meer personen door zelfmoord om het leven zijn gekomen, maar dat hun zaken niet bij ons of bij de Post Office zijn gemeld”, schrijft Williams in zijn rapport.
Tussen 1999 en 2015 werden bijna duizend postkantoorbeheerders verspreid over het Verenigd Koninkrijk vervolgd vanwege vermeende kastekorten. Enkele honderden van hen werden tot een celstraf veroordeeld, sommigen zaten maanden in de gevangenis.
De oorzaak van de tekorten bleken technische problemen en bugs in het softwaresysteem Horizon dat de beheerders van de postkantoren moesten gebruiken. Dat programma was ontworpen en werd beheerd door het Japanse technologiebedrijf Fujitsu. „Ik ben ervan overtuigd dat een aantal medewerkers van Fujitsu en de Post Office hiervan op de hoogte waren”, aldus Williams over die defecten. Toch lieten zij de vervolgingen van de postkantoorbeheerders door lopen.
Trage compensatie
Het schandaal kwam jaren geleden aan het licht door een groep postkantoorbeheerders en hun partners, die samen probeerden duidelijk te maken dat zij onschuldig waren en hadden ontdekt dat het computermankementen de oorzaak waren. Een technisch journalist dook in hun verhalen en begon in 2009 met publiceren. Het duurde daarna nog jaren voordat Britse media en politici het verhaal breder oppikten. Oud-postkantoorbeheerder Alan Bates nam al die tijd het initiatief en met andere beheerders stapte hij naar de rechter.
Zowel de Post Office als het verantwoordelijke ministerie heeft de afgelopen jaren meerdere programma’s voor compensatie opgesteld. Maar de aanvragen voor schadevergoedingen „werden geplaagd door onrechtvaardige vertragingen”, aldus Williams. Hij doet aanbevelingen om die vergoedingen zo snel mogelijk fatsoenlijk af te handelen. Indieners van een schadeclaim moeten volgens hem gratis juridische hulp krijgen bij het beoordelen van het aanbod dat ze krijgen.
Volgens een eerste verklaring van premier Keir Starmer (Labour) dinsdag zullen ook nabestaanden van degenen die zelf niet meer hebben meegemaakt dat ze in het gelijk gesteld werden, een schadevergoeding ontvangen.
Het onderzoek van Wynn Williams is nog niet afgerond; in een volgend rapport gaat zijn commissie dieper in op de vraag wie schuldig is aan het schandaal en hoe het voorkomen had kunnen worden.
Het is even balanceren om de zee te bereiken, door de harde wind slaan de golven tegen de rotsige kust. Maar eenmaal in het water bij snorkel- en duikplek Oil Slick Leap is daar niets meer van te merken. Caitie Reza doet haar duikbril op en zwemt behendig naar een markeringspunt, zo’n 25 meter verderop. Hier, op de bodem van de zee, ligt het succesvolste resultaat van koraalvernieuwing dat haar organisatie wist te bereiken.
Reza duikt en wijst. Ruim duizend vierkante meter aan springlevend hertshoornkoraal deint in het kalme water. Talloze vissen in allerlei kleuren zwemmen langs: blauw, geel, paars, rood en alle schakeringen daartussen. Het koraal werd tussen 2013 en 2018 geplant door Reef Renewal Foundation Bonaire, een organisatie die zich inzet om de biodiversiteit van het koraal op Bonaire te beschermen, herstellen en vernieuwen. Sindsdien groeide het zelfstandig uit tot een bloeiend rif. „Onze trots”, zegt Reza als ze bovenkomt. „Al weet ik dat het maar een klein stukje is, vroeger was de hele kust hiermee omgeven.”
Een half uur eerder liet ze achthonderd meter zuidelijker, bij snorkelplek Jeff Davis, zien hoe dood koraal eruitziet. Het is donker, er zijn nauwelijks vissen en het is met zand bedekt – levend koraal is in staat om zelf zand van de uiteinden te verwijderen. Het lijken net grote, dode onderzeestruiken en zijn overal te zien rondom Bonaire.
„Ernaar kijken maakt me treurig”, zegt Reza, terwijl ze langs zwemt. Even verderop neemt ze een grote hap lucht en duikt dertien meter de diepte in. Daar pakt ze een klein schijfje uit iets wat op een grote antenne lijkt en komt boven. Het is een stukje hersenkoraal. Gekweekt om straks ook uit te groeien tot een groot nieuw rif.
Gekweekt hersenkoraal in het laboratorium van Reef Renewal Bonaire. Foto Dan Bender
Afhankelijk van algen
De opwarming van de aarde raakt Bonaire hard. Naast de dreiging van een stijgende zeespiegel, hogere temperaturen en toenemende kans op tropische stormen, warmt het zeewater snel op – met grote gevolgen voor het koraal. Want koraal is afhankelijk van algen om te overleven. Door een symbiotische relatie met eencellige algen krijgt het koraal voeding en zuurstof. Met stijgende temperaturen, al vanaf één graad extra, sterven de algen en komt het witte skelet van het koraal bloot te liggen, een proces dat verbleking heet. Als dat te lang duurt of te vaak gebeurt, sterft het koraal af.
Het aantal koraalriffen in de wereld neemt al decennia af, zegt Reza, in de auto op weg naar de volgende snorkelplek. „Dertig jaar geleden moesten vissers op Bonaire het koraal letterlijk weghakken om in het water te komen, dat is al lang niet meer zo.” Hier, zegt Reza, is in vergelijking met andere plekken nog altijd veel koraal, mensen die voor het eerst duiken zijn vaak wildenthousiast over de hoeveelheid. „Maar vooral de afgelopen twee jaar heeft het koraal enorme klappen gekregen. Het klinkt dramatisch en cliché”, zegt ze, „maar we zijn echt op een kantelpunt beland.”
Bij stijgende temperaturen komt het witte skelet van koraal bloot te liggen, een proces dat verbleking heet. Foto Dan Bender
2024 was met een gemiddelde jaartemperatuuur van 29,1 graden het warmste jaar ooit gemeten op Bonaire. De zeetemperatuur bereikte dat jaar uitschieters tot 30,6 graden en lag met een gemiddelde van 28,7 graad 1,1 graad warmer dan normaal. Ook 2023 was een warm jaar, met een gemiddelde zeetemperatuur die bijna een halve graad hoger lag dan gemiddeld. Het leidde tot een verbleking van 84 procent van het koraal in 2023 en 77 procent in 2024 – bij het begin van de meting in 2016 lag dat op 16 procent.
Koraalpoliepen
Daarbovenop kwam in 2023 de uitbraak van de zeer besmettelijke ziekte van steenkoraalweefselverlies (stony coral tissue loss disease). Deze ziekte treft vooral harde koralen en breekt het weefsel af, waardoor het koraal binnen weken of maanden na infectie afsterft. Het werd voor het eerst ontdekt in Florida in 2014 en heeft inmiddels koraal in vrijwel het hele Caribisch gebied aangetast. In Bonaire zijn sommige soorten naar schatting voor 40 procent dood door deze ziekte, andere soorten zelfs voor 99 procent.
Onderzoekers van Stichting Nationale Parken Bonaire (STINAPA), verantwoordelijk voor het beheer, het behoud en de bescherming van de natuurparken op Bonaire, gebruikten een speciale antibioticapasta om de koraalpoliepen tegen deze ziekte te beschermen. Door het aanbrengen van deze pasta op besmette koralen, een arbeidsintensief proces, probeerden ze de uitbraak zo veel mogelijk in te dammen. „Dat lukte maar beperkt, want het duurde negen maanden na de eerste uitbraak voor we toestemming kregen van de Nederlandse overheid om het te gebruiken”, zegt bioloog Caren Eckrich, verbonden aan STINAPA, in het kantoor aan de kust van Bonaire. De reden daarvoor waren de strikte richtlijnen die bestaan voor het gebruik van antibiotica en de zorgen over het gebruik ervan in open water. „Toen we konden beginnen, had de ziekte zich al over veel koraalriffen verspreid.”
Koraal wordt de ‘kraamkamer’ van de oceaan genoemd, omdat veel zeedieren terugkeren naar het koraal waar ze werden geboren
Gevraagd naar het belang van koraalriffen, begint Eckrich een bevlogen verhaal over de schoonheid van koraal en de biodiversiteit die de riffen waarborgen. „Koraalriffen zijn een van de meest geavanceerde ecosystemen ter wereld, waar duizenden soorten beschutting, bescherming en voedsel vinden”, zegt ze. Koraal wordt ook wel de ‘kraamkamer’ van de oceaan genoemd, omdat veel zeedieren terugkeren naar het koraal waar ze zelf werden geboren, om zich daar voort te planten. „Wij, mensen, zijn de eigenaren van deze fantastische juwelen. Het is onze taak voor het koraal te zorgen. Niet alleen voor ons mensen, maar juist voor al die soorten die er een thuis vinden.”
Voor mensen dient koraal als kustbescherming – zeker op een laaggelegen eiland als Bonaire. Koralen zijn een soort bossen onder water, die hoge golfslag verminderen en zo erosie tegengaan. Ook dienen koraalriffen als inkomstenbron: vanwege de vele vissen die er zwemmen en omdat de schoonheid van het koraal duikers en snorkelaars aantrekt. Bonaire is afhankelijk van (veelal onderwater)toerisme. Er wordt veel geld mee verdiend: de helft van het bruto binnenlands product en de helft van de banen op het eiland is in de toeristische sector. Het is tegenstrijdig. Bonaire heeft belang bij toeristen, die op grote schaal per vliegtuig of cruiseschip naar het eiland komen, waarmee ze juist bijdragen aan een sector die verantwoordelijk is voor de uitstoot van veel broeikasgassen, waardoor klimaatverandering wordt veroorzaakt.
Lees ook
Het koraal kwijnt weg, maar het massatoerisme is te belangrijk voor Caribisch Nederland
Massavoortplanting
Na een korte autorit trekt Caitie Reza opnieuw haar flippers aan. De harde wind is gaan liggen en de zon piept hier en daar tussen het dikke wolkendek door, wat de zee meteen een turquoise gloed geeft. Op deze derde plek, bij Buddies Reef, laat ze de nieuwste aanwinsten van Reef Renewal zien: van de 236.000 koraallarven die de organisatie via een soort koraal-IVF kweekte in een lab, nestelden zich 25.000 op stervormige, keramische tegels. Ze werden teruggezet in zee, om daar zelf verder te groeien. Zo klein nog dat ze met het blote oog niet te zien zijn.
Een vrijwilligers monitort een van de koraalkwekerijen van Reef Renewal Bonaire en noteert hoeveel het koraal is gegroeid. Foto Dan Bender
Koralen planten zich voort door in een keer tienduizenden eicellen en sperma los te laten. „In een gezonde zee vinden eitjes en spermacellen elkaar, omdat koralen dicht bij elkaar groeien”, legt Reza uit. „Maar door het verdwijnen van zoveel riffen op Bonaire, is de kans daarop steeds kleiner geworden.” In een goed voorbereide actie wisten medewerkers van Reef Renewal op vrijdag 23 mei, tijdens een massavoortplanting van gegroefd hersenkoraal, op vier verschillende plekken en van veertien verschillende kolonies ei- en spermacellen op te vangen.
„We hadden hier maanden voor getraind”, vertelt Reza. „Dertig mensen stonden klaar met netten en tubes om alles op te vangen. Een magisch moment, dat tegelijk heel stressvol was, want de timing is essentieel: soms duurt het moment van loslaten maar een paar minuten. Eenmaal opgevangen, moesten we heel snel naar het vasteland. De bundels van sperma en eitjes barsten binnen een uur open, en je wil dat dit plaatsvindt in de gecontroleerde omgeving van een laboratorium. Het was een enorme opluchting toen dat uiteindelijk is gelukt.”
Door de cellen en zaadjes op te vangen, kan Reef Renewal voor elkaar krijgen wat de natuur zelf niet goed meer lukt: genetische diversificatie. „We kijken welke koralen weerstand tonen tegen ziektes en verbleking”, zegt Reza, „en die soorten kweken we verder. Door veel variaties uit te proberen tussen verschillende riffen, proberen we de soorten te versterken, zoals dat ook in de natuurlijke omgeving zou gebeuren – als die nog gezond zou zijn.”
Ter discussie
Naast lof voor het werk dat organisaties als Reef Renewal doen, stellen sommige wetenschappers gelijktijdig de impact ervan ter discussie. „Hartstikke goed wat ze doen natuurlijk, maar het blijft postzegelwerk, alsof ze met één broodtrommel een hongersnood willen oplossen. Het is veel te kleinschalig om echt iets te kunnen uithalen”, zegt Mark Vermeij, hoogleraar tropische mariene ecologie aan de Universiteit van Amsterdam en als koraalspecialist verbonden aan onderzoeksinstituut Carmabi op Curaçao.
Overheden claimen aan ‘rifherstel’ te doen door zo’n organisatie te subsidiëren, terwijl de oorzaken niet worden aangepakt
„Niets ten nadele van Reef Renewal, maar het probleem van kleine koraalkweekorganisaties is dat overheden zich erachter gaan verschuilen”, vervolgt hij. „Die claimen dan aan ‘rifherstel’ te doen door zo’n organisatie te subsidiëren, terwijl het echte probleem er niet mee wordt opgelost, omdat de oorzaken niet worden aangepakt.” Want om koraal te beschermen moet de waterkwaliteit omhoog, moet overbevissing van ecologisch belangrijke soorten, zoals papegaaivissen, worden tegengegaan en moet de uitstoot van broeikasgassen omlaag. „Dat is al zeker veertig jaar bekend. Alleen gebeurt het niet”, zegt Vermeij.
„Kleine eilanden als Bonaire kunnen zelf niets doen tegen klimaatverandering – en dat gebruiken ze als excuus om helemáál niets aan rifbeheer te doen. Wat ze wel kunnen, is iets doen aan de visserij en de verbetering van de kwaliteit van het kustwater. Dat is bovendien veel goedkoper dan actief koraal terugplanten”, zegt hij. „Als we 10 procent zouden terugkweken van alle koralen die de afgelopen tien jaar kapot zijn gegaan, kost dat pakweg 26 biljoen dollar, volgens een recente studie. En dat gaat niemand betalen, natuurlijk.”
Het is systeemkritiek die ook Catie Reza begrijpt. Het onderstreept volgens haar alleen maar de bestaansreden van clubs als Reef Renewal. „Natuurlijk moeten we blijven opschalen. Terwijl wij groeien, groeit ook het vakgebied van koraalherstel – en onze impact is al exponentieel toegenomen. En ja, er móéten wereldwijde maatregelen komen om klimaatverandering tegen te gaan. Tot die tijd doen we wat we kunnen. We kopen er in feite tijd mee.”
In het laboratorium worden ei- en spermacellen in optimale omstandigheden bij elkaar gevoegd, waarna de larven zich op tegels nestelen. Foto Dan Bender
Eenmaal in het laboratorium werden de ei- en spermacellen in de meest optimale omstandigheden bij elkaar gevoegd, waarna de larven zich op de stervormige keramische tegels konden nestelen. „We hebben het zo comfortabel mogelijk gemaakt voor de larven”, vertelt Reza, „met de juiste temperatuur en door ze pekelkreeftjes te voeren, het lekkerste eten denkbaar.”
Na tweeënhalve week, op 9 juni, werden de 25.000 larven teruggezet in zee. „Heel bijzonder”, blikt Reza terug: „Er zijn zoveel variabelen bij het kweken van koraal, er kan van alles misgaan. Maar met elk voortplantingsseizoen leren we meer. Nieuwe technieken en technologieën maken het proces steeds betrouwbaarder. Het is een lange weg, maar we boeken echt vooruitgang. We moeten hoop houden. We kunnen niet anders.”
Lees ook
Nest voor nest waken natuurbeschermers op het strand van Bonaire over het voortbestaan van de zeeschildpad