‘Zijn jullie oké?’ vraagt de leraar. ‘Nee’, antwoordt een leerling

Reportage

Onderwijs Leraren besteden in hun lessen aandacht aan het Israëlisch-Palestijns conflict. Ze vinden: je moet waakzaam blijven, om te voorkomen dat haat met je aan de haal gaat. „Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk bij de feiten te blijven. Want je moet bij dit thema zorgvuldig kiezen.”

In Rotterdam wordt steun betuigd aan de Palestijnen.
In Rotterdam wordt steun betuigd aan de Palestijnen. Foto Robin Utrecht

Afgelopen donderdag sloot geschiedenisdocent Ilja van Bilsem na vijf weken les het blok over het Israëlisch-Palestijnse conflict af. Twee keer per week maakte ze haar leerlingen uit 3 mavo van het Montessori College Arnhem wegwijs in de heikele kwestie. Saai en onbelangrijk, vond één van de leerlingen. Van Bilsem: „‘Geschiedenis is onzin’, zei ze.”

Precies die woorden appte Van Bilsem afgelopen zaterdag aan haar collega-docent geschiedenis. Voor de meeste van haar leerlingen speelt dit conflict geen enkele rol in hun leven, vertelt ze maandagmiddag in een verlaten docentenkamer in Arnhem. „‘Maar het is wél heel belangrijk om te weten waar het over gaat,’ zei ik donderdag nog tegen ze.” Na een slok water: „Niet wetend wat er stond te gebeuren natuurlijk.”

Helaas, zegt ze, kon ze er maandagochtend niet meteen met haar leerlingen op terugkomen, om er samen over praten. „Het is toetsweek. Ze zijn nu even met heel andere dingen bezig.”

Docent Jaser Husseini had die kans wel, dik twintig kilometer verderop in Nijmegen. „Zijn jullie oké?” vroeg hij zijn studenten ’s ochtends bij binnenkomst. Dat doet Husseini, docent burgerschap aan de opleiding autotechniek op ROC Nijmegen, altijd bij een grote gebeurtenis. Even checken hoe de sfeer is in de klas.

„Nee”, zei één jongen direct.

„Wil je het klassikaal bespreken?” vroeg Husseini.

„Prima”, zei de jongen. De klas bestaat uit tweedejaars, dat scheelt. Husseini had al een jaar geïnvesteerd in een veilige sfeer, waarin niemand bang hoeft te zijn om moeilijke onderwerpen aan te snijden. In de klas zitten Nederlanders maar ook best veel vluchtelingen, uit Syrië, Eritrea.

„Twee neven zijn dit weekend omgekomen door een raketaanval”, vertelde de leerling. Ze woonden in de Gaza-strook, begreep Husseini, waar ze slachtoffer waren geworden van een Israëlische vergeldingsactie. De jongen was boos en verdrietig en zat vol vragen: waaróm?

Lees ook dit artikel: Hoe Turkije, Saoedi-Arabië en Iran tegenover het Israëlisch-Palestijns conflict staan

Medeleven

Het vak burgerschap is een wat vreemde eend, geeft Husseini toe, want in de les zitten jongens die zijn geïnteresseerd in autotechniek. Maar voor hem gaat onderwijs om meer dan techniek. „Emoties tonen, zelfontwikkeling. Je gehoord en gezien voelen in Nederland.”

Zelf is hij na 9/11 uit Afghanistan gevlucht voor de Taliban. Husseini voelde zich hier als nieuwkomer buitengesloten en werd zelf uitgemaakt voor Taliban. Ideeën nestelen zich in je hoofd, weet hij. En zonder weerwoord gaan ook gedachten van haat met je aan de haal.

Niet dat dit op het ROC nu zo speelt, maar je moet waakzaam blijven. Zeker vanwege al die algoritmes op de mobieltjes van de jongens die ze in bepaalde richtingen sturen. „Je ziet alleen nog je eigen waarheid.”

Om dat te voorkomen, weet Husseini, moet je de leerlingen ook de andere kant laten zien. Zelf ervoer hij dat als jongere toen een docent hem eens een uur apart nam en met hem in gesprek ging – waar wil je naartoe met je leven? Hij moest hem toen de antwoorden schuldig blijven. Maar het opende wel zijn ogen. Het was voor hem zelfs de reden om les te gaan geven.

Dus in de les vanmorgen toonde Husseini medeleven: „Verschrikkelijk wat je hebt meegemaakt.”

Maar hij vertelde ook een verhaal. Over Holocaustslachtoffer Helena, die de gaskamers overleefde omdat het gas die dag niet was geleverd. Want de helft van zijn klassen heeft geen idéé wat zich in de Tweede Wereldoorlog heeft afgespeeld.

Husseini hoopt – al is het misschien nog vroeg – dat de leerlingen toch enig begrip kunnen opbrengen voor elkaars standpunt. Zodat ze niet radicaliseren omdat ze zich laten meeslepen door hun woede. „Nee, daar ik ben het ook mee eens…”, was de reactie in de klas op het verhaal over Helena.

Behoefte om het hele Israëlisch-Palestijns-conflict verder uit te leggen, had Husseini niet. Dit was genoeg. „Volgende week verder.”

Een solidariteitsbijeenkomst ‘Samen voor Israël’ in het Joods Cultureel Centrum in Amsterdam.
Foto Robin Utrecht

Lessen omgegooid

Bij de les maatschappijleer op het Tabor College Werenfridus in Hoorn stond vandaag de werking van de rechtsstaat op het programma. „We wilden er net aan beginnen, maar ik heb de lessen wat omgegooid”, zegt docent Carlos Brienesse. In zijn lessen koppelt hij de actualiteit graag aan de theorie. Bovendien had hij de twee 4 vwo-klassen die hij vanmorgen lesgaf, vorige week nog een documentaire van Tegenlicht over het Israëlisch-Palestijnse conflict laten zien. Journalist en schrijver Joris Luyendijk toont daarin hoe moeilijk objectieve verslaggeving over het conflict is. En al is de uitzending uit 2007, de documentaire is de afgelopen zestien jaar „helaas” niet verouderd, zegt Brienesse. „Alleen qua pixels.”

Hij pakte vanmorgen een landkaart van de regio erbij en vertelde zijn klassen over Israël en de bezette gebieden, over de terreurdaden dit weekend en dat op Israëlisch grondgebied voor het eerst op zo’n grote schaal aanslagen zijn gepleegd. „Ik zei: voor Israël is dit hún 9/11.” Om, voordat hij uitzoomde naar de internationale politieke verhoudingen en alle belangen en invloedssferen, ook het Palestijnse perspectief te noemen: de opgekropte woede die zich jarenlang heeft opgebouwd in Gaza.

Het conflict tussen Israël en Hamas raakt de leerlingen minder dan lhbtqi+, Oekraïne of de stikstofcrisis

„Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk bij de feiten te blijven”, zegt Brienesse. „Neutraal, zonder waardeoordeel.” Want je moet bij dit thema zorgvuldig kiezen, weet hij. In andere lessen stopt hij graag een grapje, maar dat gaat nu niet. Al merkt hij ook dat op het Tabor College, een overwegend witte school, het Israëlisch-Palestijns conflict niet veel emotie lijkt los te maken. „Leerlingen hadden wel vragen: ‘Wat gaat er denkt u nog gebeuren?’. Maar het raakt de meesten niet persoonlijk. Minder dan bijvoorbeeld lhbtqi+, Oekraïne of de stikstofcrisis.”

Juist in het gebruik van de persoonlijke verhalen van Israëliërs en Palestijnen zit de crux om het slepende geschil over te brengen, zegt Ilja van Bilsem. „Sinds ik dat doe in mijn lessen, blijft het beter bij ze hangen.”

Wel raadpleegt ze ieder jaar voor aanvang van het blok, ondanks haar jarenlange ervaring, nog altijd adviezen van bijvoorbeeld de Universiteit Utrecht. „De do’s-and-don’ts.”

Ze wil dat leerlingen zich volledig vrij voelen om hun gevoelens en ideeën te uiten in de klas. „Ook als iemand Hamas steunt.” Dan vertelt ze dat ook Nederland de groep als een terroristische organisatie ziet.

Maar dat de steun van Hamas buiten het lokaal in sommige gevallen strafrechtelijke gevolgen kán hebben voor de jongeren, was nieuw voor haar. „Toch goed om te weten en een leerling mee te kunnen geven.”

Lees ook dit artikel: Ooggetuigen staan doodsangsten uit, ‘maar de eerste nacht hebben we alvast overleefd’