‘We hebben een arsenaal aan oppassen’

Spitsuur Lestari Scholtes is pianist, Eduardo Paredes Crespo violist. Met alle repetities, concerten, onregelmatige werktijden en hun driejarige zoontje Nathaniel is het een uitdaging alle ballen in de lucht te houden.

Foto David Galjaard

Eduardo: „We hebben elkaar in 2010 ontmoet in Bolivia. We waren daar allebei op tournee. Lestari met haar pianoduo en ik met mijn eigen duo, viool en cello. De Nederlandse ambassade in La Paz had ons gevraagd een concert te geven met z’n vieren. Het was een fantastische avond.”

Lestari: „We vonden elkaar leuk, maar hebben niet gezoend. Eduardo had toen nog een vriendin. Pas een jaar later hebben we wat gekregen in Nederland. Maar dat was meer een soort zomerliefde.”

Eduardo: „Pas in 2018 hebben we serieus verkering gekregen.”

Lestari: „We hadden toen een andere levensstijl dan nu. We gaven allebei veel concerten en gingen daarna de stad in.”

Eduardo: „Naar cocktailbars en zo.”

Lestari: „En we gingen samen repeteren. We inspireerden elkaar.”

Eduardo: „Samen repeteren is heel intiem, het gaat verder dan de ander naakt zien. Je hoort en ziet wie diegene echt is.”

Lestari: „Ik speel nog steeds in een pianoduo. Daarnaast organiseer ik veel concerten en festivals voor kamermuziek. Ik ben lange tijd programmeur geweest van het Grachtenfestival, tegenwoordig programmeer ik de klassieke concerten in het Vondelpark-openluchttheater. De kunst is om een goede balans te vinden met zelf spelen.”

Eduardo: „Ik speel nu in een strijkkwartet, Hydra Quartet. We doen veel Candlelight-concerten door het hele land. De organisatoren zijn ontzettend knap bezig, vind ik, om klassieke muziek naar het grote publiek te brengen, op mooie locaties zoals het planetarium in Amsterdam of het Scheepvaartmuseum. Die concerten zijn heel populair, het zit altijd vol.”

Lestari: „We zijn beiden gespecialiseerd in kamermuziek.”

Eduardo: „Ik studeer elke dag.”

Lestari: „Hij kan uren bezig zijn met één detail, één vinger.”

Eduardo: „Ik wil elke dag een beetje beter worden. En ik had nooit gedacht dat er iets belangrijkers in mijn leven zou kunnen bestaan dan muziek. Maar dat is er nu toch: onze zoon Nathaniel.”

Slaaptekort

Lestari: „Sinds we hem hebben, is alles anders. Vooral in het begin was het pittig. De eerste twee jaar sliep Nathaniel niet.”

Eduardo: „En wij sliepen dus ook belabberd.”

Lestari: „Soms zat ik om drie uur ’s nachts met de baby in de ene hand en met de andere e-mails te versturen.”

Eduardo: „Dat slaaptekort brak ons steeds meer op. We balanceerden op het randje van de afgrond. Toen zijn we wisseldiensten gaan draaien. De een sliep met Nathaniel in bed en de ander sliep op de bank.”

Lestari: „Zo kon tenminste een van ons vijf of zes uur slaap pakken.”

Eduardo: „Ik heb een heel jaar nauwelijks kunnen studeren na de geboorte van Nathaniel. Maar ik ben een veel completer mens geworden, sinds de geboorte van mijn zoon, én een betere musicus. Meer in balans. Rustiger van binnen.”

Lestari: „Ik ook.”

Eduardo: „Ik dacht vroeger altijd dat ik geen kind wilde. Omdat ik dan, dacht ik, de muziek en mezelf niet meer op één kon zetten. Maar dat is als je er van buitenaf naar kijkt.”

Lestari: „Ik heb veel effectiever leren werken, omdat ik nu minder tijd heb om te studeren. Ik concentreer me op de lastige passages. Zo kan ik een stuk sneller instuderen en dat is alleen maar goed. Maar een jong kind is natuurlijk wel een drempel om langere tournees te doen. Dus we spelen nu vooral in Nederland.”

Eduardo: „We vinden het weleens lastig dat we op een mooie zomerdag niet zomaar een biertje kunnen gaan drinken.”

Lestari: „Ik mis het reizen wel, en dingen doen met vrienden.”

Eduardo: „Maar we hebben goede hoop dat we binnenkort meer voor onszelf kunnen gaan doen.”

Lestari: „We maken elke week een nieuwe planning, want onze agenda is elke week anders.”

Eduardo: „We hebben een arsenaal aan oppassen, maar vooral de ouders van Lestari passen veel op.”

Lestari: „Ik heb gelukkig heel lieve ouders. Nathaniel mag altijd bij hen logeren. Dat doen we vaak, als we concerten hebben in het weekend.”

Eduardo: „En ze wonen in Dordrecht, niet om de hoek. Dan komen ze hem halen. Heel bijzonder.”

Lestari: „Begin deze zomer zijn we uit Amsterdam-Zuid naar Amsterdam-Noord verhuisd. We woonden leuk, in de Marathonbuurt, maar het huisje was te klein.”

Eduardo: „Het bevalt heel goed hier in Noord. Het is groen, er zijn veel speeltuinen en veel jonge gezinnen.”

Lestari: „We hebben een staande piano in de woonkamer en een vleugel in de studio. Die studio zijn we nu aan het isoleren, voor de buren.

Eduardo: „We verdienen allebei modaal. Dat had ik tien jaar geleden niet durven dromen. Ik kom uit een arm land. Als je ziet hoe mooi we hier wonen. We kunnen leven van de muziek. We drinken cava, we eten lekkere dingen. Ik ben dankbaar.”

Lestari: „We hebben ook jaren gehad dat we weinig geld verdienden. Dan speelde je weer ergens voor peanuts. Maar nu gaat het goed. Veel werk, veel concerten.”

Eduardo: „Natuurlijk hebben we nog wel dromen. Ik wil graag verder groeien als musicus. We zouden graag nog net iets meer verdienen, zodat we kunnen sparen voor een pensioen. Maar verder is dit leven ideaal. We leven onze droom.”