‘Ondanks dubbel inkomen bleef soberheid het devies’

Mijn ouders Voor deze serie sturen lezers foto’s van hun ouders in. Deze keer stuurde Aart Janszen (1938) een foto van zijn ouders Mathilde Bouman (1905-1979) en Laurens Janszen (1905-2003).

„Op deze foto uit 1927 zijn mijn ouders voor het eerst samen op pad. Mathilde en Laurens, dan 23 jaar, fietsen helemaal vanuit Amsterdam naar Veere, in Zeeland. Ze woonden beiden nog thuis en werkten in het onderwijs. Een jaar eerder hadden ze elkaar leren kennen bij de NBAS, de Nederlandse Bond van Abstinent Studerenden.

„Abstinentie betekende niet alleen geen alcohol, maar ook vegetarisch eten, niet roken, ‘rein leven’, pacifisme en beslist ‘nee zeggen tegen sleur, conventie, slechte gewoonte, vulgariteit en decadentie’.

„Tussen ‘Tilly en Lau’ was het meteen aan. In 1930 trouwden ze. Tilly moest toen stoppen in het onderwijs, want getrouwde vrouwen mochten niet voor de klas. Ze was jaloers op haar man, die fluitend naar zijn school liep, tegenover hun huis aan een hofje in het Amsterdamse Betondorp.

„Ze kregen er achter elkaar kinderen, maar bij de vierde (dat was ik) werd er verhuisd naar buiten het ‘roode dorp’. Niet veel later werd Nederland bezet, waarbij ze hun aller-allerbeste vriend kwijtraakten in een van de kampen in het Oosten. Een gemis waar ze beiden niet goed overheen zijn gekomen.

„Zodra die malle regel over vrouwen in het onderwijs in 1948 was opgeheven, ging Tilly weer aan de slag. Op een lagere Montessorischool, waar ze later zelfs adjunct werd. Lau had ondertussen het lager onderwijs ingeruild voor een landbouwhuishoudschool en werd ook adjunct. Er kwam dus – heel ongebruikelijk in die tijd – een dubbel inkomen binnen, maar soberheid bleef het devies. Wij, de vijf kinderen, hebben daar soms wel onder geleden, vooral in onze puberteit; leuke kleren kopen mocht niet, en lipstick en make-up waren decadent.

„Mijn ouders waren ruim vijftig jaar samen, toen Tilly, in haar 75ste jaar, plotseling overleed. Lau heeft de honderd bijna gehaald. In de woonkamer hing al die jaren een grote foto, door Til zelf geschoten, van de sombere kerktoren van Veere, maar over hun prille, ongetrouwde Zeeuwse romance heeft ze nooit iets losgelaten. Het negatief van deze foto vond ik pas jaren na Lau’s dood.”