N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Stikstofcrisis De langverwachte uitkoopregeling voor veehouders is gepubliceerd. Veel grote belasters halen hun schouders op, voor anderen is er eindelijk duidelijkheid. „Ik ben wel nieuwsgierig of ik piekbelaster ben, maar ik ga zelf mijn gegevens niet invullen.”
Alle veehouders in Nederland kampen sinds maandag met een enorm dilemma: willen ze weten of ze volgens de overheid piekbelaster zijn? Willen ze weten of hun hele leven binnen een paar maanden op zijn kop kan staan – dat ze niet meer elke ochtend de koeien moeten melken, de kippen verzorgen of in de varkensstal moeten staan?
Binnen de intensieve veehouderij wordt over weinig anders dan de piekbelastersaanpak gesproken, zegt Gerrit van den Top, melkveehouder in Kootwijkerbroek. Sinds begin deze week kunnen boeren hun gegevens op een website van het ministerie van Landbouw invoeren en er zo achter komen of zij tot de groep piekbelasters horen. Anders weet ook de overheid niet wie piekbelaster is. Van den Top vulde de rekentool niet in. „Ik ben wel nieuwsgierig of ik piekbelaster ben, maar ik ga zelf mijn gegevens niet invullen”, zegt hij.
Op de website moeten de veehouders aangeven hoeveel vee zij hebben, in wat voor soort stal hun dieren staan en op welke plaats de stal is gevestigd. Op basis van die gegevens wordt een modelberekening van de stikstofbelasting gemaakt. Als blijkt dat er meer dan 2.500 mol, ruim 35 kilogram, in een kwetsbaar natuurgebied belandt, is de veehouder een piekbelaster en komt hij in aanmerking voor een relatief aantrekkelijke uitkoopregeling. Een beter bod – 120 procent van de bedrijfswaarde – komt er niet, benadrukt stikstofminister Christianne van der Wal (VVD) keer op keer. Zo’n 3.000 veehouders zouden piekbelaster zijn.
Lees ook: Kabinet is al blij als één op de vijf piekbelasters zich laat uitkopen
Veel boeren willen echter helemaal niet stoppen. Als zij niet stoppen, komen de ambitieuze stikstofdoelen van het kabinet én het natuurherstel verder onder druk te staan. De inzet van zogeheten „dwingend instrumentarium” – zoals het beprijzen van de stikstofuitstoot – wordt dan aannemelijker.
NRC sprak de afgelopen dagen telefonisch met tientallen grote belasters, die de krant eerder identificeerde op basis van eigen data-onderzoek. De een is nieuwsgierig en vulde zijn gegevens direct in toen de website werd gelanceerd. Anderen zijn helemaal niet van plan de rekentool in te vullen. Zij zeggen „geen interesse” te hebben om te weten dat zij piekbelaster zijn, gaan er „eens een keer” naar kijken of zeggen dat het „niet op de prioriteitenlijst staat”.
„Ik wil toch niet stoppen, dus ik ga het ook niet invullen”, zegt een pluimveehouder uit Harskamp die niet met zijn naam in de krant wil. Anderen vinden de invuloefening te ingewikkeld, hebben de gegevens niet voorhanden of weten niet wat ze precies in moeten vullen en wachten af wat hun bedrijfsadviseur zegt.
„Wij produceren eieren, geen stikstof”, zegt pluimveehouder Cornelis Ouwendorp (34) uit Harskamp. „Ik maak me er totaal geen zorgen over en verdiep me er niet zo in.” Kalverhouder Gert van Middendorp uit Kootwijkerbroek heeft de berekeningen ook niet laten maken. „Ik zou graag duidelijkheid willen hebben over mijn toekomst, maar ik weet niet of ik het op deze manier krijg. Misschien wil ik wel helemaal niet weten of ik een piekbelaster ben. Uiteindelijk wil ik niet wat de overheid wil: ik ben 48 en heb mijn hele leven geploeterd om mijn bedrijf op te bouwen. Ik wil niet stoppen.”
Ik ben 48 en heb mijn hele leven geploeterd om mijn bedrijf op te bouwen. Ik wil niet stoppen
Gert van Middendorp kalverhouder uit Kootwijkerbroek
Andere boeren waren op zijn minst geïnteresseerd in de regeling, of wilden in ieder geval weten of ze piekbelaster waren. Er ontstond al snel een digitale wachtrij: het is een zware berekening en veehouders moesten soms uren wachten op de resultaten. „De computer was tot twee uur bezig om die berekening te maken”, zegt een kalverhouder uit Uddel die ook niet met zijn naam in de krant wil. „Ik snap niet dat ze het niet simpeler gemaakt hebben. Ik had gedacht dat de overheid zelf een lijst zou publiceren.”
Van de uitkomst van de berekening schrok hij een beetje. „62.531 mol. Dik over de norm heen. Ik was er al bang voor. Het is hier allemaal Natura 2000. Het is nu wel duidelijk: ik ben een piekbelaster en de overheid wil mij graag weg hebben. Nu proberen ze het nog op vrijwillige basis, maar als niet genoeg veehouders stoppen dan gaan ze op een gegeven moment dwingende middelen gebruiken. Ik ga nu kijken wat mijn opties zijn: misschien verplaatsen? Stoppen?”
Een andere kalverhouder uit Uddel zat maandagochtend klaar om direct de tool in te vullen. Zijn belasting bleek twintig keer de norm. „Enerzijds heftig, maar anderzijds verraste het me niet. Ik ben er inmiddels wel achter dat niet één kalverhouder hier geen piekbelaster is. De hele enclave, tegen de Veluwe aan, is piekbelaster.”
De veehouder zegt niet gelijk nee tegen uitkopen, maar vindt de vergoeding die hij kan krijgen voor zijn stallen oneerlijk. De overheid vergoedt per vierkante meter staloppervlakte. Hoe ouder de stal is, hoe lager de vergoeding. „Ze komen niet eens kijken”, zegt hij kwaad. „Vanachter een bureau wordt mijn bedrijf via een tabel getaxeerd. Dan voel ik me echt genaaid: als jij je huis verkoopt kijk je toch niet alleen naar het bouwjaar? Ik heb mijn stallen goed onderhouden en vorig jaar het dak nog vervangen door nieuwe platen in plaats van de oude met asbest.”
We zijn de zaak nu aan het overdragen, de overheid heeft zitten slapen. Dat begrijp ik niet
Joop van Steenbergen voormalig pluimveehouder bij Bennekom
In sommige gevallen komt de piekbelastersregeling te laat. Het pluimveebedrijf van Joop van Steenbergen (66) bij Bennekom stond een jaar te koop, maar werd onlangs door een andere intensieve veehouder gekocht. „We zijn de zaak nu aan het overdragen, de overheid heeft zitten slapen. Dat begrijp ik niet.” De nieuwe eigenaar peinst er niet over om te stoppen, zegt Van Steenbergen.
Ook de stikstofrechten van een voormalige veehouder uit Otterlo liggen voor het oprapen. De varkensboer deed een jaar geleden zijn vee weg en begon een camping. De stallen staan leeg, maar de vergunning voor zijn honderden dieren is nog niet ingetrokken. „Ik zit te wachten tot de overheid komt, maar nu moeten de boeren zélf hun gegevens invullen en beslissen. De overheid had veehouders moeten benaderen. Dan weet je ook dat de zwaarste belasters benaderd worden en het geld goed besteed wordt.”
Gert Dekker uit Kootwijkerbroek houdt kalveren en kippen. Hij had het te druk om de tool in te vullen, maar zweert zijn „schoenveter op te eten” als hij geen piekbelaster is. Positief is hij niet: „Ze helpen heel onze voedselproductie naar de vernieling.” Dekker wil best, als het moet, met de overheid in gesprek, zegt hij. „De hele poppenkast is niet nodig. Als de overheid gewoon op de deurbel drukt, in gesprek gaat en de boeren er op een nette manier financieel uit gaat helpen.”
Bekijk ook ons dossier: hoe komt Nederland uit de stikstofcrisis?