‘Ik breng mijn kinderen naar bed volgens een vaste routine. We doen een spelletje, ik lees wat voor. Mijn zoon van zeven slaapt als eerste. Vervolgens ben ik vaak nog een half uurtje bij mijn dochter van negen. En daarna slapen ze allebei als marmotten. Je kan een kanon afschieten, ze worden niet wakker. Wat dat betreft heb ik echt makkelijke kinderen.
„Toen onze dochter een half jaar oud was, woonden we nog in Amsterdam, op ’t Java-eiland. Ik had behoefte aan groen, aan ruimte, aan natuur. Toen hebben we binnen een straal van vijftig kilometer een plek gezocht met een intercitystation. En zo zijn we acht jaar geleden naar Heiloo verhuisd.
„Ik heb na mijn studie biologie lange tijd in de horeca gewerkt. Eerst in Amsterdam, toen hier in de buurt. Maar vijf jaar geleden kreeg ik een burn-out. In diezelfde periode zijn mijn ex en ik uit elkaar gegaan. We hadden te veel onenigheid. Toen heb ik een tijdje in een tent gewoond op een camping in Bergen, Noord-Holland.
„Ik ben altijd een beetje zoekende geweest: ‘Wat wil ik nou, wat kan ik nou?’ Vier jaar geleden ben ik een timmerbedrijf begonnen. Dat liep goed. Maar in maart ben ik tijdelijk arbeidsongeschikt geraakt door een ongelukje. Ik was een sjamaantrommel aan het maken en heb toen met een bijl mijn duim geraakt. Het topje lag er bijna af. Gelukkig hebben ze het dicht kunnen naaien in het ziekenhuis. Het was een scherpe bijl, dus het was een mooie cleane wond, dwars door het bot heen. Ik heb echt mazzel gehad. Inmiddels is het weer helemaal genezen, al zie je nog wel een litteken. Het vervelende is vooral: door mijn ongeluk kon ik zo lang niet timmeren, dat mijn bedrijf over de kop gegaan is. Sindsdien zit ik in de bijstand. Het grote voordeel daarvan is dat ik meer tijd heb voor mijn kinderen. Vroeger zat ik altijd in zo’n ratrace. Nu heb ik de kans het wat rustiger aan te doen en dat bevalt heel goed.”
Bloedend hart
„De kinderen slapen zes nachten bij mij, dan weer acht nachten bij de moeder. Dus we hebben het bijna fiftyfifty verdeeld. Daar heb ik wel voor moeten vechten. Een alleenstaande vader heeft veel minder rechten dan een alleenstaande moeder. In de jaren 70 had je de dwaze vaders, die zeiden: ‘Ik wil mijn kinderen vaker zien dan twee weekendjes per maand!’ Natuurlijk heeft de moeder bij een scheiding een bloedend moederhart, maar vaders hebben ook vaak bloedende harten. Ik vind dat we daar anders mee om moeten gaan. Ook als mannen onderling. Die zeggen toch vaak tegen elkaar: ‘Wees blij dat je niet meer elke dag met die jammerkabouters opgescheept zit!’ Maar er zijn veel gescheiden vaders die hun kinderen missen. Ik heb er keihard voor geknokt om mijn kinderen vaker te mogen zien. Daar is mediation aan te pas gekomen. Nu ben ik dankbaar dat ik ze zo vaak mag zien.
„We vieren de verjaardagen van de kinderen samen. Toen we net uit elkaar waren, ging dat moeilijker; er zat nog zo ontzettend veel pijn. Maar nu gaat het beter. Ik leidde toen ook nog een zwervend bestaan. Ik heb nooit geleerd hoe je je zaakjes goed regelt. Altijd als de grond me te heet onder de voeten werd, ging ik weer ergens anders heen.
„De kinderen reageren goed op de scheiding. Behalve dan de praktische dingen, zo van: ‘Bij mama mag ik altijd wél nog even lezen in bed.’ Maar ze raken nooit in paniek omdat ze de andere ouder te veel missen. We gaan regelmatig samen eten, de moeder en ik hebben nu een goede band. Soms bellen we elkaar: ‘Kun jij ze even ophalen? Want ik sta vast!’ Zo zie je ze ook tussendoor nog eventjes.
„Sinds drieënhalf jaar woon ik in een chalet op een recreatiepark in Heiloo. Ik moet er in december uit. Dus ik was naar de gemeente gegaan. Ik zei: ‘Ik sta straks met twee kinderen op straat.’ Ze verwezen me door naar de daklozenopvang. Toen heb ik een bericht op Facebook geplaatst en vijfhonderd flyers gemaakt met hetzelfde bericht. Zo heb ik gelukkig een paar aanbiedingen gekregen.
„Ik ga altijd tegen elf uur naar bed, ook als ik de kinderen niet heb. Rond zeven uur sta ik op, dan doe ik mijn meditatie- en yoga-oefeningen. Als ik de kinderen niet heb, blijft er tijd over voor andere dingen. Dan ga ik boulderen in de klimhal, zwemmen of golfsurfen in zee. Ik ben in juni begonnen met surfen. Dat is ontzettend helend. Een beetje dobberen op de golven, daar kan geen psycholoog of psychiater tegenop. Ik kan met duizend verschillende emoties naar de zee gaan, om te surfen of te zwemmen, maar ik kom er altijd hetzelfde uit: ontspannen, geaard.
„Ik ben opgegroeid in een dorp in Drenthe. Bij de voetbalclub ging het er best hard aan toe. Elkaar afzeiken en zo. Je moest knokken voor je plek. Haantjesgedrag. Grote ego’s. Veel bier. Patriarchaal gedoe. Dat zijn geen plekken meer die ik graag opzoek. Ik verkeer nu meer in kringen van yoga en spiritualiteit.
„Mijn droom is leven in een woongemeenschap op het platteland. Ik heb ook al een landgoed op het oog, samen met een paar mensen. Het idee is samen de lasten te dragen. Voor elkaars dieren zorgen. De een doet de moestuin, de ander heeft verstand van geneeskrachtige kruiden. Ik geloof niet dat de toekomst van de mens tussen vier muren ligt.
„Maar dat is nu nog toekomstmuziek, vanaf 1 januari heb ik sollicitatieplicht. Gelukkig heb ik binnenkort een gesprek bij een organisatie voor natuurbeheer, als schaapherder. Ja, dat lijkt me fantastisch! Ik schreef het vroeger al op Monsterboard, dat mijn droomberoep schaapherder was. Wie weet lukt het!”