‘Het ging niet over de persoon van de heer Omtzigt’, zegt de oud-verkenner

Hoorzitting kabinetsformatie Jorritsma, Ollongren en Arib werden maandag overhoord over de affaire-Omtzigt. Onder veel Tweede Kamerleden heerste vooral ongeloof.

Oud-Kamervoorzitter Khadija Arib en oud-verkenners Kajsa Ollongren en Annemarie Jorritsma maandag tijdens de hoorzitting over de kabinetsformatie van 2021.
Oud-Kamervoorzitter Khadija Arib en oud-verkenners Kajsa Ollongren en Annemarie Jorritsma maandag tijdens de hoorzitting over de kabinetsformatie van 2021. Foto Bart Maat

En opnieuw dreven donkere wolken van wantrouwen door het gebouw van de Tweede Kamer, en ook dit keer had het te maken met premier Rutte (VVD).

Tijdens een hoorzitting maandag ondervroeg de vaste Kamercommissie van Binnenlandse Zaken oud-senator Annemarie Jorritsma (VVD), minister van Defensie Kajsa Ollongren (D66) en voormalig Kamervoorzitter Khadija Arib (PvdA) over een affaire die in het voorjaar van 2021 bijna Ruttes politieke einde betekende: de affaire-Omtzigt.

PVV-woordvoerder Gidi Markuszower ging er met gestrekt been in: er werd volgens hem gelogen in de Thorbecke-zaal. Andere Kamerleden hielden het beleefd, maar de gezichten spraken soms boekdelen.

Jorritsma en Ollongren werden na de verkiezingen van 17 maart 2021 aangesteld als verkenners voor de kabinetsformatie, maar moesten hun functie neerleggen, nadat Ollongren werd gefotografeerd terwijl ze zich spoedde over het Binnenhof met een vertrouwelijke notitie open en bloot onder haar arm. „Positie Omtzigt, functie elders” stond op het A4’tje – alsof de kritische parlementariër, toen nog van het CDA, moest worden weggewerkt.

„Probleem” en „onhoudbaar”

Premier Rutte ontkende dat hij het over Omtzigt had gehad, maar uit een gespreksverslag dat op aandringen van de Kamer werd gepubliceerd, bleek het tegendeel. In een veertien uur durend Kamerdebat over de affaire overleefde Rutte ternauwernood een motie van afkeuring.

De affaire-Omtzigt was niet alleen een aanslag op de geloofwaardigheid van premier Rutte, maar op de Haagse politiek in het algemeen. Vorige maand werd de affaire nieuw leven ingeblazen toen tv-programma Nieuwsuur onthulde dat de verkenners niet alleen met Rutte, maar ook met toenmalig Kamervoorzitter Arib hadden gesproken over Omtzigt, en niet in positieve zin. Volgens Nieuwsuur bleek uit een vertrouwelijk document dat de twee verkenners Omtzigt een „probleem”, „onhoudbaar” en een „risicofactor” voor het kabinet hadden genoemd.

In een brief aan de Tweede Kamer bevestigde Arib die lezing grotendeels. Volgens de oud-Kamervoorzitter vertelden Jorritsma en Ollongren over hun zorgen over CDA-leider Wopke Hoekstra, die weleens minder voorkeursstemmen zou kunnen halen dan Pieter Omtzigt. „Volgens mevrouw Jorritsma kon dit ‘een probleem’ en ‘een risico’ voor het te vormen kabinet vormen”, zo schreef Arib aan de Kamer.

Lees ook dit oordeel van Omtzigt over het CDA destijds: De belangrijkste bezwaren uit de vernietigende CDA-notitie van Omtzigt

Bierviltje

Zowel Jorritsma als Ollongren stond dat maandag niet zo bij. Tijdens een drie uur durende ondervraging bleken grote discrepanties te bestaan tussen de herinnering van de voormalige verkenners en die van de oud-Kamervoorzitter – en dat terwijl het gesprek maar zo’n vijftien minuten zou hebben geduurd.

Volgens Arib werd ze door de twee verkenners uitgenodigd voor een gesprek, volgens Annemarie Jorritsma voelden de verkenners zich daartoe geroepen, nadat ze hadden vergaderd met de voorzitter van de Eerste Kamer, en Arib daar haar misnoegen over had laten merken.

Tijdens de belangrijke ontmoeting tussen de verkenners en Arib op 19 maart 2021, daar waren alle partijen het maandag wél over eens, was het belangrijkste gespreksonderwerp Pieter Omtzigt. Volgens Jorritsma en Ollongren was dat echter alleen vanwege de planning. De twee verkenners hadden op een bierviltje uitgerekend dat door de verkiezingsuitslag een coalitie zonder het CDA bijkans onmogelijk zou worden. Maar als Omtzigt meer voorkeurstemmen zou halen dan lijsttrekker Hoekstra, zou dat waarschijnlijk leiden tot spanningen binnen de partij – waardoor het CDA tegenover de verkenners de kaarten voor de borst zou houden. Pas op 26 maart, negen dagen na de stembusgang, zou de definitieve uitslag, en dus het aantal voorkeursstemmen voor Hoekstra of Omtzigt, bekend worden gemaakt. Daarmee raakte de deadline van twee weken uit beeld. „Het gesprek ging over mogelijke vertraging in het proces van verkenning”, zei Annemarie Jorritsma. „Het ging niet over de persoon van de heer Omtzigt.”

Veel Kamerleden geloofden het niet. Barbara Kathmann (PvdA) zag de lange arm van Rutte: „Uw rol als verkenner was om een rondje fractievoorzitters te doen, maar u hebt voorgesorteerd op het CDA.”

Jorritsma schudde gedecideerd met haar hoofd „Ik ben het niet eens met deze samenvatting.”

Lees ook deze analyse uit 2021 over de rol van Omtzigt tijdens de formatie: De formatie wacht op Pieter Omtzigt