‘God, geluk en discipline’ leidden PSV-verdediger André Ramalho naar de top

De Braziliaanse verdediger André Ramalho speelt sinds de zomer van 2021 bij PSV.

De Braziliaanse verdediger André Ramalho speelt sinds de zomer van 2021 bij PSV.

foto Lars van den Brink

Interview

Voetbal Deze woensdag speelt André Ramalho (31) eindelijk in de Champions League met PSV, een jaar nadat de club door zijn fout strandde in de voorronde. „Ik heb meer geleden dan wie dan ook, geloof me.”

Als verdediger staat hij zo niet te boek, maar zijn vrouw weet dat André Ramalho meedogenloos kan zijn. Het was op een woensdag in januari 2011, hij moest nog negentien worden, toen de jonge Braziliaan werd gebeld door zijn trainer. Ramalho mocht op proef bij het tweede elftal van Red Bull Salzburg. Als het goed ging, zou hij de rest van het seizoen in Oostenrijk kunnen blijven. Zo niet, dan was hij twee weken later weer terug in São Paulo.

Een uur na het telefoontje stond Ramalho bij zijn vriendin voor de deur, met wie hij toen twee jaar samen was. „Om het uit te maken”, vertelt de voetballer van PSV op een broeierige dinsdagmiddag op de Herdgang, het trainingscomplex van de club. „Ze dacht dat ik een grap maakte. Maar ik wilde maar één ding aan mijn hoofd hebben als ik in Oostenrijk was. En ik wilde op geen enkele manier bezig zijn met de mogelijkheid dat de stage kon mislukken.”

Ramalho (31) lacht wat besmuikt als hij eraan terugdenkt. „Ik was nog heel jong”, zegt hij verontschuldigend. Natuurlijk is het niet óf de bal óf de liefde, weet Ramalho nu. Hij maakte het goed. Het meisje dat hij toen aan de kant zette, is nu zijn vrouw. Over een paar weken verwachten ze hun tweede kind, een zoon.

Toch is wat hij toen besloot in jeugdige onbezonnenheid, op een bepaalde manier nog altijd typerend voor hem, erkent Ramalho. Voor zijn vastberadenheid – eerst om het te schoppen tot prof, later om de top te halen. En voor de mate waarin voetbal zijn leven kleurt. Zo sterk zelfs dat hij zo min mogelijk bezig is met wat onvermijdelijk dichterbij kruipt: het moment dat hij zijn laatste wedstrijd heeft gespeeld.

„Als ik mijn carrière beëindig, zal ik van binnen een beetje sterven”, zegt Ramalho. Hij komt net uit de gym, waar hij zich solo heeft afgebeuld na de groepstraining eerder op de dag. Woeste krullenbol, rustige oogopslag, een ketting met een groot kruis om de nek. „Ik hou er te veel van. Ik leef voetbal, de hele dag. Ik doe het, of ik denk erover na. En het is het enige wat ik echt goed kan, denk ik. Gelukkig voel ik me jonger dan ik ben, dus ik ga ervan uit dat ik nog jaren voor me heb.”

Luister een goed uur naar André Ramalho en je beseft dat zijn onvoorwaardelijke liefde voor het spelletje een voorwaarde is geweest om te komen waar hij nu is. Verdediger van Champions League-deelnemer PSV, dat in Londen deze woensdag Arsenal treft. Of hij speelt is niet helemaal zeker; met nieuwkomer Armel Bella-Kotchap en de weer herstelde Fransman Olivier Boscagli heeft PSV drie goeie kandidaten voor de twee posities centraal achterin. Coach Peter Bosz waardeert Ramalho. „Ik vond hem denk ik onze beste speler”, zei Bosz na de laatste wedstrijd, thuis tegen NEC (4-0).

Vier jaar in Salzburg, kleine drie jaar in Duitsland bij Bayer Leverkusen en Mainz 05, weer vier jaar Red Bull Salzburg en sinds de zomer van 2021 bij PSV. Een slordige 400 wedstrijden in totaal, 28 doelpunten. Het zijn de statistieken van een gelijkmatige, bijna vanzelfsprekende voetbalcarrière in de Europese subtop. Maar daarachter gaan talloze „ups and downs” schuil, vertelt Ramalho. Een voortdurende en soms eenzame strijd om het vertrouwen te winnen van coaches en publiek. „God, geluk en discipline” heeft hij nodig gehad om daarin overeind te blijven.

Aluminiumfabriek

Ramalho groeit met een oudere broer op Alumínio, een stadje op ruim een uur rijden van São Paulo. Zijn vader werkt als arbeider in de aluminiumfabriek die de plaats zijn naam en bestaan heeft gegeven. „We hadden genoeg, we waren niet arm en niet rijk”, zegt hij. De hele familie voetbalde of sprak erover, maar dat is volgens Ramalho de standaard in Brazilië. Hij ervoer nooit enige druk van zijn ouders om te jagen op een profbestaan, zegt hij. Die jacht begint op zijn eigen initiatief, als Ramalho 12 is en wordt gevraagd voor de jeugdopleiding van topclub São Paulo.

Middenvelder is hij dan nog. Behendig, slim, handig aan de bal. Tweeëneenhalf jaar later moet hij weer weg. Hoewel je het net zo goed positief kunt duiden, zegt Ramalho: hij mag tweeënhalf jaar bij São Paulo blijven. Niet slecht in een omgeving waarin miljoenen leeftijdgenootjes azen op jouw positie en iedere week jongens worden weggestuurd. „Als een ander eventjes beter is, lig je er direct uit. Je moet je constant laten zien. En als je weg moet, soms midden in het seizoen, moet je heel snel een nieuwe club vinden.”

André Ramalho: „Mentaal moet je zo fucking sterk zijn.”

Foto Lars van den Brink

Wat dat doet met een kind? Niet zo veel eigenlijk, zegt hij, dit is nu eenmaal zoals het gaat in Brazilië. Hij weet niet beter. Moeilijk krijgt hij het pas als hij zich via een kleine buurtclub heeft teruggeknokt naar de jeugd van het grote Palmeiras. Hij gaat ervoor uit huis, maar de trainer ziet het niet in hem zitten en Ramalho is het hele jaar reserve. Zelfs invallen mag hij niet.

„Mentaal moet je zo fucking sterk zijn”, zegt hij over dat jaar. „Ik was zestien, woonde alleen. Ik herinner me dat ik na een training een keer moest huilen. Ik kon het niet meer aan. Ik gaf alles, en ze keken niet eens naar me.”

Het is, zegt hij, achteraf gezien een waardevol jaar geweest. Hij leert zich te wapenen tegen wat hij ervaart als de willekeur van het voetbal: coaches die het om onduidelijke redenen wel of niet in je zien zitten, clubs die het wel of niet met je aandurven.

Hij laat het zijn zelfvertrouwen niet aantasten, beheerst zich als keuzes slecht voor hem uitpakken. Wanneer hij na een hopeloos jaar wordt weggestuurd bij Palmeiras bijvoorbeeld. Of jaren later, als hij met Red Bull Salzburg de Champions League heeft bereikt en de eerste wedstrijd als basisspeler met 6-2 heeft gewonnen van Genk, om vervolgens op Anfield tegen Liverpool op de bank te belanden.

„Dat was tough. Ik speelde vrijwel alles. Andere spelers zeiden dat ze zouden exploderen. Maar zo ben ik niet. De coach wilde een snellere verdediger voor die wedstrijd. Natuurlijk geef ik dan mijn mening, zeg dat ik mijn hele leven tegen snelle aanvallers heb gespeeld en ervaren genoeg ben. Maar dat is het maximale. Ik wil geen spijt krijgen dat ik iets verkeerd zeg.”

Derde niveau

Ramalho concentreert zich op zijn eigen spel, zijn eigen ontwikkeling. De rest, weet hij, is onvoorspelbaar. Ook in positieve zin: na de afwijzing door Palmeiras schrijft hij zich online in voor testwedstrijden van een club die net is opgericht: Red Bull Brasil. Ze komen uit in een lagere jeugdcompetitie, maar de faciliteiten zijn uitstekend en de club is verbonden met de Red Bull-clubs uit Leipzig en Salzburg. Zo krijgt híj – en niet zijn voormalige teamgenootjes van Palmeiras – de kans in Europa een profcontract te verdienen.

Dat lukt, min of meer: Ramalho tekent op zijn negentiende bij Salzburg, maar brengt de eerste seizoenen in Oostenrijk door op het derde niveau, met het beloftenelftal. Daar lijkt het avontuur te stranden. Ware het niet dat hij in juni 2013 in de allerlaatste wedstrijd van het seizoen een belangrijk doelpunt maakt, waardoor het beloftenteam promoveert. De sportief directeur van Salzburg, Ralf Rangnick, beloont Ramalho met contractverlenging en een plek bij de eerste selectie, waar hij trainer Roger Schmidt leert kennen.

„Dat was het kantelpunt in mijn carrière. Onder Schmidt had ik meteen een basisplek. Ik kwam van het derde niveau, met 300 toeschouwers langs de lijn, twee maanden later speelde ik een Europese wedstrijd tegen Fenerbahçe voor 45.000 mensen. Als je jong bent, heb je iemand nodig die je vertrouwt, die in je gelooft. Soms doe je alles goed, maar ziet niemand het. Hij was de man die mij zag en zei: dit is mijn speler.”

Schmidt heeft sindsdien een „speciale plek” in zijn hart. Hij was het ook die hem in 2021 naar PSV haalde. In Eindhoven werd hij een vaste waarde, hoewel Ramalho het PSV-publiek nooit helemaal heeft kunnen overtuigen. Vooral een fout in de cruciale Champions League-voorronde tegen Rangers, vorig jaar augustus, werd hem zwaar aangerekend. Door Ramalho miste PSV de Champions League, was de teneur.

„Dat was de grootste fout in mijn carrière. Ik was de laatste man, verspeelde de bal, goal”, zegt hij. Toch vindt hij de kritiek overdreven. „Mensen veroordelen mij op basis van die ene fout. Terwijl: als je mijn hele carrière ziet, heb ik nooit dit soort makkelijke fouten gemaakt.”

Hij pakt een pen, doet alsof hij een woord opschrijft. „Stel je voor dat je het verkeerd schrijft. En je denkt: oef. Die fout is voor ons net als een pass. Wat als elke keer dat je dat doet, 30.000 mensen slecht over je praten?”

Hij ontving haatberichten op Instagram. „‘Ik hoop dat je kanker hebt’, dat soort dingen. Tegen mij, mijn moeder, mijn hele familie. Dat zijn mensen die zielig van binnen zijn. Dat raakt me niet. Wat me raakt is het hele pakket: hoe belangrijk het was voor de fans, de club, de spelers, voor mij. Ik heb meer geleden dan wie dan ook, geloof me.”

Terwijl hij óók onderdeel was van de successen, hij somt op: twee gewonnen bekerfinales, de tweede plek vorig seizoen en recent droeg hij bij aan de kwalificatie voor de Champions League. Toch blijft de kritiek op zijn spel aanhouden. „Ik moet het proberen opzij te zetten en te blijven werken, ik vertrouw op mijn capaciteiten”, zegt hij. „Ik ben toch niet zomaar PSV-speler?”