‘Der Kaiser’ Franz Beckenbauer: de beste verdediger aller tijden

Der Kaiser, weinig bijnamen zijn zo toepasselijk als die van de Duitse voetballer Franz Beckenbauer die zondag op 78-jarige leeftijd overleed. Hij leidde de verdediging als een veldheer, paradeerde over de as van het veld, de meester van het een-tweetje, op zoek naar zijn maatje Gerd Müller, de goalgetter die al even toepasselijk Der Bomber werd genoemd.

Een koningskoppel vormden ze in de jaren zestig en zeventig bij Bayern, dat tot hun komst in de schaduw speelde van stadgenoot München 1860 en zou uitgroeien tot een van de succesvolste clubteams ter wereld. Ze wonnen samen met Bayern vier landstitels, vier Duitse bekers, drie Europa Cups voor landskampioenen, een Europa Cup voor bekerwinnaars en een wereldbeker. En met Die Mannschaft een EK en een WK.

Bij de dood van Müller, in juli 2021, haalde Beckenbauer herinneringen op aan zijn boezemvriend. „Gerd had al een rijbewijs en pikte mij voor elke wedstrijd op. Maar ik moest vaak mijn spullen nog pakken en dan toeterde hij vol ongeduld. Ik stelde hem dan gerust. Ze gaan echt niet weg zonder hun sterspelers’.”

Müller raakte aan lager wal na zijn voetbalcarrière. En wie haalde de dronkelap uit de goot en bezorgde hem een bijbaantje bij Bayern? Precies, de man die zelf zo succesvol werd als bondscoach, clubvoorzitter, toernooidirecteur en invloedrijk columnist bij Bild. Hij kon in het boulevardblad spelers en trainers maken en breken – met zijn pen was hij minder subtiel dan aan de bal.

Beckenbauer was een elegante, opkomende libero – en daarmee zijn tijd vooruit. Hij had geen overtredingen nodig, deed alles op techniek. Als een aanvaller op hem afrende om hem de bal af te pakken, lobde hij die plagerig over hem heen. Binnenkant voet, buitenkant voet, altijd met rechts. En als het veld doorweekt was en de ballen in een plas smoorden, kwamen die van Beckenbauer wel op maat bij een medespeler. Hij was na zo’n waterballet ook vaak de enige die met een smetteloos shirt het veld verliet. Sliding-tackles liet hij aan zijn mandekkers over. Zij knapten het vuile werk voor hem op.

Zoon van een postbode

De in 1945 geboren zoon van een postbode uit Beieren wordt alom beschouwd als beste verdediger aller tijden. Beter dan de Engelsman Bobby Moore, de Italiaan Giacinto Facchetti en de Argentijn Daniel Passarella. De enige verdediger in het rijtje Di Stefano, Pelé, Eusebio, Cruijff en later Maradona, Messi en Ronaldo: zij waren of zijn de aanvalssterren, hij een verdediger van wereldklasse. Hij werd twee keer uitgeroepen tot Europees voetballer van jaar. En nog belangrijker: hij won met die Mannschaft het EK van 1972 én het WK van 1974. Dat jaar was hij Oranje met Cruijff de baas in een finale die veel oudere Nederlanders nog steeds als een trauma ervaren. Cool and collected leidde de aanvoerder zijn troepen naar een zwaarbevochten 2-1 overwinning.

Op de vraag wie beter was, Cruijff of hij, antwoordde Beckenbauer plagerig: „Johan war der bessere Spieler, aber er ist leider kein Weltmeister”, verwijzend naar de WK-finale van 1974 toen de twee voetbalvrienden elkaar letterlijk voor de voeten liepen. Bovendien werd Cruijff geen wereldkampioen als coach – hij bedankte zelfs voor de eer. Beckenbauer leidde een saai, eentonig spelende Mannschaft in 1990 naar het WK-goud.

Twee jaar eerder verloor hij als Teamchef van het gastland in de halve finale van het EK van het Nederlands elftal. Alle anti-Duitse sentimenten in het Hollandse voetbalkamp ten spijt – Ronald Koeman veegde zijn kont af met het geruilde shirt van Olaf Thon – stapte de verliezende coach na afloop in de feestvierende Oranjebus om alle spelers, trainers en begeleiders persoonlijk de hand te schudden. Eens een heer, altijd een heer.

WK-duel met mitella

Al in 1966 speelde Beckenbauer een WK-finale, die West-Duitsland verloor van gastland Engeland. De 20-jarige was toen nog rechtshalf, net als op het WK van 1970 in Mexico. Hij speelde daar met een mitella om, vanwege een schouderblessure, alle wissels waren op. Het deed geen afbreuk aan zijn gracieuze stijl. Pas later zou hij afzakken naar het hart van de verdediging. Dirigerend à la Cruijff, maar niet voortdurend mekkerend.

Na dertien jaar vol sportieve hoogtepunten bij Bayern – hij had twee jaar eerder al afscheid als international genomen – verhuisde Beckenbauer in 1977 naar de New York Cosmos waar hij met zijn Braziliaanse ploeggenoot Pelé op keiharde kunstgrasvelden het weinig verwende Amerikaanse voetbalpubliek vermaakte. Ze werden er driemaal landskampioen en brachten veel tijd door in het uitgaansleven. Hun Nederlandse ploeggenoten Johan Neeskens en Wim Rijsbergen kunnen er over meepraten.

Beckenbauer keerde vervolgens terug naar de Bundesliga om in Hamburg als 37-jarige voetbalveteraan zijn profloopbaan af te bouwen. Met HSV vierde hij en passant nog wel zijn vijfde Duitse kampioenschap.

Na zijn actieve carrière was Beckenbauer, net als Cruijff zonder diploma, ook succesvol als trainer. Via Bayern en Olympique Marseille werd hij bondscoach van een groep spelers die niet kon tippen aan zijn balgevoel en spelinzicht. Hij liet de nationale ploeg spelen naar zijn (beperkte) mogelijkheden. Ook daarin verschilde hij van Cruijff, die ook als coach veel meer voor het avontuur koos.

In opspraak

Als bestuurder raakte Beckenbauer in opspraak, vele jaren nadat hij de organisatie van het WK in 2006 voor Duitsland had binnengesleept. Justitie in Zwitserland – de FIFA huist in Zürich – opende in 2015 een onderzoek naar de financiële gang van zaken bij de toewijzing van de eindronde. Beckenbauer werd net als drie andere Duitsers verdacht van fraude en witwassen en moest in 2017 een verklaring afleggen. Hij zou in 2005 een bedrag van circa 9,7 miljoen euro hebben overgemaakt aan Mohamed bin Hammam, die destijds deel uitmaakte van het uitvoerend comité van de FIFA en levenslang geschorst werd.

Beckenbauer heeft altijd ontkend dat hij zich schuldig maakte aan omkoping. In 2020 werd bekend dat de zaak verjaard was en Beckenbauer niet vervolgd zou worden. De beschuldigen waren een smet op zijn loopbaan. De ‘vrijspraak’ paste in het beeld van de onkreukbare.

Zijn privéleven was decennialang voer voor de roddelpers. Als vaste columnist werd hij gespaard door Bild, veruit het grootste boulevardblad. Hij overleefde één van zijn drie zonen die aan een hersentumor overleed. Hij was drie keer getrouwd, twee keer gescheiden. Rond ‘zijn’ WK in 2006 trouwde hij met zijn derde vrouw, een secretaresse bij wie hij een kind had verwekt.

Op de vraag of dit in het katholieke, conservatieve Beieren door de beugel kon, antwoordde hij: „Der liebe Gott freut sich über jedes Kind.” Niemand die Franz Beckenbauer durfde tegen te spreken.