Het waren de verkiezingen van de economisch onzekeren afgelopen november. Zij waren de dominante factor in de verkiezingsuitslag. En het is niet aan de Tweede Kamer of een nieuw kabinet, maar aan het lokaal bestuur, de gemeenten, om dat tij van onzekerheid te keren. Met die boodschap wil voorzitter, Sharon Dijksma van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), in het dagelijks leven burgemeester van Utrecht, de boer op bij de onderhandelaars voor een nieuw kabinet. Want het politieke establishment in Den Haag heeft niets aan die onzekerheid kunnen doen, had daar ook geen antwoord op.
„Dat is nu de boodschap aan de formerende partijen. Als die bestaanszekerheid hoog in het vaandel hebben, dan zijn wij partner, een belangrijke schakel. Wij kunnen dat organiseren, zij niet”, vertelt PvdA’er Dijksma op het VNG-hoofdkantoor in Den Haag.
Juist gemeenten zijn als eerste aan zet, aldus Dijksma. De afgelopen tien jaar namen gemeenten allerlei landelijke taken over. Van jeugdzorg tot schuldhulpverlening. Van gehandicaptenzorg tot arbeidsbemiddeling vanuit de bijstand. Van huishoudelijke hulp voor gehandicapten tot inburgeringscursussen. Dat deed financieel pijn, want er was te weinig geld om die taken uit te voeren.
Dijksma: „Bestaanszekerheid als belofte is in het geding. Daarom moet er een strategische agenda komen met maatregelen voor de komende tien jaar. Een agenda waar iedereen het over eens moet zijn. Niet alleen de formerende partijen, ook de oppositie. Er moet een breed gedragen pact komen.”
Moet de eerste vraag niet zijn waarom het politieke establishment dat antwoord de afgelopen jaren niet heeft kunnen geven?
„Dat is een gegeven. Maar het herstel van vertrouwen in de overheid begint bij het lokale bestuur. Er was de afgelopen jaren niet alleen veel onmacht, er waren ook ontwikkelingen die niemand had voorzien. De oorlog in Oekraïne, bijvoorbeeld. En de stijgende energieprijzen daarna. Dat was allemaal niet te voorspellen, maar heeft wel impact gehad op hoe mensen bestaanszekerheid beleven. Nu is er ook weer internationale onrust met gevolgen voor ons land. We zijn geen eiland in Europa, en bijvoorbeeld de toestroom van vluchtelingen levert voor gemeenten ook veel druk op. Er is gewoon veel aan de hand en dat is de inwoners niet ontgaan, die worden daar onzeker van.”
U bepleit een politiek pact met een nieuw kabinet om dit tij te keren. De partijen die nu formeren, hadden in hun campagnes die bestaanszekerheid hoog op hun lijstjes. Dan moeten afspraken tussen VNG en ‘Den Haag’ toch makkelijk te maken zijn.
„We moeten ons verhouden tot de hoofdrolspelers die aan het formeren zijn. En dat zijn voor mij gelukkig geen onbekenden. Pieter Omtzigt ken ik nog uit het oosten van het land. Caroline van der Plas, als journalist, nog uit de tijd dat ik op het ministerie van Landbouw zat. De eerste gesprekken met de hoofdrolspelers aan de onderhandelingstafel zijn al geweest en die waren positief. Ook de VVD zegt nu dat de problemen van de gewone mensen meer in het vizier moeten komen. Bestaanszekerheid is een grondrecht. En als je hier niet met elkaar een stap naar voren durft te zetten, dan negeer je wat er op 22 november is gebeurd. Dan worden verkiezingsbeloftes geschonden.”
Wat moet er aan de formatietafel geregeld worden?
„Eenvoudiger wetgeving, of het nou om inkomensondersteuning, schuldhulpverlening of de participatiewet gaat. Regel dat er voldoende middelen zijn om de uitstroom uit de bijstand te vergroten. Zorg er ook voor dat de overheid duidelijke taal spreekt als het gaat om zaken waar de burger recht op heeft. Mensen hebben nu minimaal een hbo-opleiding nodig om een voorziening aan te vragen. Stop de heksenjacht op je eigen inwoners. En opereer als overheid weer vanuit vertrouwen. Niet meer uit wantrouwen. Dat is de afgelopen decennia teveel gebeurd.”
Wat leveren gemeenten vervolgens zelf, zal de vraag vanuit Den Haag zijn. Loopt het lokaal allemaal zo soepel dan?
„We hebben in ieder geval veel meer zicht op de problemen die spelen. Al die decentralisaties waren ook een zegen, in de zin dat we weten wat er speelt. Dat mensen nooit zomaar één probleem hebben, maar altijd een veelvoud. Dat én inkomen een probleem is én werk, schulden of kinderen in het speciaal onderwijs een rol spelen. Dat er dus een integrale aanpak nodig is en dat leveren ook gemeenten niet altijd, want wij hebben ook zo onze kokers en bureaucratie.
„Maar inhoudelijk staan we dicht bij de mensen. Dat heb ik zelf ook zo ervaren na mijn Haagse jaren. Eerst als wethouder in Amsterdam en nu als burgemeester van Utrecht. Ik weet ook hoe divers ons gemeenteland is en dat dus niet overal dezelfde regels hoeven te gelden. Geef elkaar daarvoor de ruimte, als de resultaten maar geboekt worden. Amsterdam en Utrecht hebben ook elk zo hun eigen sociale beleid.”
Lees ook
‘De gemeenten 3 miljard korten, gaat álle ministeries pijn doen’
Weet ‘Den Haag’ wat er lokaal speelt? Heeft u er een ander beeld van gekregen na uw vertrek uit het Binnenhof?
„Mijn Haagse beeld van de werkelijkheid is sindsdien wel gekanteld, het is in ieder geval rauwer geworden. Als burgemeester in een stad als Utrecht kom ik overal, niemand sluit zijn deur voor mij, het burgemeesterschap is een van de weinige bestuurlijke functies waar mensen nog gevoel voor hebben. Daarom vertellen mensen mij dingen die ze niet aan iedereen vertellen. De urgentie die ik er nu bij voel, is veel groter geworden dan in mijn Haagse tijd. Ook omdat de verschillen in toekomstperspectief voor veel mensen zoveel groter zijn geworden.
„Ik ben burgemeester van een welvarende stad, met de hoogst opgeleide bevolking van Nederland. Maar Utrecht is ook een stad waar achtduizend kinderen in armoede opgroeien. Dat zijn er achtduizend die zonder ontbijt naar school gaan, niet meedoen met sportactiviteiten en een groot deel van de tijd op straat leven. Corona heeft die verschillen verder aangescherpt, sindsdien is de armoedeval in de stad alleen maar groter geworden.”
Lees ook
Gemeente Utrecht vaart eigen koers in armoedebeleid – en overtreedt soms de wet
Een nieuw, rechts kabinet zal vooral fors bezuinigen, terwijl gemeenten ook vooral bezig zijn met het wegwerken van financiële tekorten. Hoe wordt dat sociale pact dat u voorstaat straks eigenlijk betaald?
„Gemeenten hebben nu inderdaad nauwelijks financiële armslag. Er moet nu al bezuinigd worden op het lokale sociale stelsel. De toename van het aantal probleemjongeren in de jeugdzorg leidt nu al tot gebrek aan plaatsen en schuiven met middelen, om te voorkomen dat je met de jongeren die je nog wel helpt het systeem laat ontploffen. Gemeenten koersen nu af op een gapend gat van 3 miljard euro in 2026 (als gevolg van bezuinigingen op het gemeentefonds, red.). Als dat gebeurt, worden we lamgeslagen. Dan wordt nog meer schade toegebracht aan het beeld van de betrouwbare overheid. Dat gat moet dus gedicht worden, anders is er een geweldig probleem.”
Hoe dan? Met stakingen of taken teruggeven, waar gemeenten eerder mee gedreigd hebben?
„Er is inderdaad discussie in gemeenteland om dan maar taken terug te geven aan het Rijk. Die emotie is er wel degelijk. Ik loop daar niet op vooruit, we hebben afgelopen december eerst afgesproken dat we overeenstemming proberen te bereiken met een nieuw kabinet. Maar er kan inderdaad een moment komen dat een aantal gemeenten hun knopen telt en hun eigen politieke afweging maakt. Dat zal in elke gemeente anders zijn, Maar onze boodschap nu aan de formerende partijen is wel een duidelijke: als die bestaanszekerheid hoog in het vaandel hebben, zijn wij de belangrijkste schakel. Wij kunnen dat organiseren. Wat we nu doen, is een uitgestoken hand.”