‘Als er regen aan komt, moet je wel eens een nachtje doorhalen’

Spitsuur In de zomer is het alle hens aan dek bij het akkerbouwbedrijf van Koen Klompe (31) en zijn ouders. Voor zijn vrouw Gerdine Kaptijn (31) was dat even wennen. „Ik dacht nog: een weekje weg kan toch wel? Maar nee.”

Tekst

Gerdine Kaptijn en Koen Klompe.
Gerdine Kaptijn en Koen Klompe.

Koen: „In de zomer begint mijn werkdag om half acht ’s ochtends bij ons akkerbouwbedrijf. Met mijn vader neem ik de planning van die dag door en gaan we aan het werk. We eten ’s avonds met mijn moeder erbij en daarna werk ik nog door tot tien uur ’s avonds.”

Gerdine: „Koen en ik kregen verkering aan het begin van de zomer, in 2020. Ik weet nog dat ik onder de indruk was van hoe intens het leven als akkerbouwer kan zijn. Dat jaar waren er een paar enorme stortbuien waardoor in één nacht een hele aardappeloogst verloren ging. Dat vond ik wel heftig om mee te maken.”

Koen: „Je hebt goede en minder goede jaren en bent sterk weersafhankelijk. Als er regen aan komt en je wil voor die tijd bijvoorbeeld de uien van het land hebben, dan moet je wel eens een nachtje doortrekken om dat voor elkaar te krijgen.”

Gerdine: „Ondertussen ben ik er aan gewend dat Koen in de zomer niet beschikbaar is. In principe moet hij hier altijd op het bedrijf kunnen zijn. Dat heeft best impact op ons sociale leven en op vakanties. Zo hadden we laatst een mooie reis uitgestippeld, drie weken met de trein door Scandinavië. Maar eigenlijk is de conclusie: dat moet óf in de winter óf het kan niet.”

Koen: „Er is in de zomer altijd een gat tussen het einde van het onkruidseizoen en de start van het oogstseizoen – in die periode gingen wij vroeger met het gezin ook altijd op vakantie – maar het is niet van te voren te plannen wanneer dat precies is. En ik vind dat ik het niet kan maken om tegen mijn vader te zeggen: joe, zoek het zelf maar uit die drie weken.”

Gerdine: „In het begin dacht ik nog: een weekje weg kan toch wel? Maar nee. Afgelopen jaar zijn we daarom in de winter gaan sneeuwwandelen in Oostenrijk. Zelf heb ik vorig jaar in mijn eentje een huttentocht gemaakt in Slovenië. En deze winter hebben Koen en ik tickets geboekt naar Guatemala, waar we vrienden gaan opzoeken.”

Pastinaak, pompoen, sperziebonen

Koen: „Mijn ouders hebben een biologisch akkerbouwbedrijf in Biddinghuizen, waar ik sinds 2019 in de maatschap zit.”

Gerdine: „Henk, mijn schoonvader, is een van de eersten die de omslag maakte naar biologisch. Al in 1994.”

Koen: „Hij is ooit behoorlijk ziek geworden nadat hij met pesticiden had gewerkt. Toen heeft hij de overstap gemaakt. We telen hier negen gewassen op acht percelen die telkens rouleren van plek: aardappels, uien, pastinaak, pompoen voor de zaadteelt, suikermais, sperziebonen, erwten, tarwe en grasklaver. Dat systeem noem je één op acht.”

Gerdine: „Je zou kunnen zeggen dat biologisch het thema is dat ons bij elkaar heeft gebracht. We kenden elkaar al een beetje vanuit Wageningen, waar we dezelfde master Organic Agriculture volgden. Ik ging daarna bij Bionext werken, de ketenorganisatie voor de biologische landbouw en voeding, en was daarom op de Biobeurs. Daar kwam ik Koen weer tegen. Ik heb hem daarna via LinkedIn een berichtje gestuurd of ik eens langs mocht komen bij de Boerderij van de Toekomst in Lelystad waar hij werkt. Dat was niet alleen zakelijk bedoeld, zeg maar…”

Koen: „Daarna is het snel gegaan. We zijn getrouwd en wonen nu samen in Biddinghuizen, in een rijtjeshuis in het dorp. Dit jaar zijn we met mijn ouders gaan zitten om te praten over de overname van het bedrijf. We kwamen tot de conclusie dat het fijn is om volgend seizoen een soort proefjaar te hebben waarin ik fulltime meedraai en zo écht kan ervaren hoe het is hier het bedrijf te runnen. Nu werk ik nog drie dagen als praktijkonderzoeker in Lelystad; dat is toch anders.”

Gerdine: „Stel dat Koen zegt: ik word hier toch niet gelukkig van, dan hebben we nog ruimte om het anders in te richten, zonder dat alles al vastligt bij de notaris. Ik zou in de toekomst misschien wel een rol willen vervullen in het bedrijf. Ik werk nu al af en toe mee op het land en zou nog wel beter willen leren trekkerrijden van Koen. Maar voor nu is het fijn dat ik met mijn baan bij Bionext een stabiel inkomen verzorg.”

Veel aanloop op de boerderij

Koen: „Werk en privé loopt hier totaal in elkaar over. Of beter gezegd: werk en familie. Ik zie mijn ouders vaak, mijn broer is hier altijd van woensdag tot en met vrijdag en we werken samen met het akkerbouwbedrijf van mijn zus en zwager, even verderop.”

Gerdine: „Dat is wel een leuk aspect van een boerderij: er is altijd aanloop. Mijn schoonouders zijn daar ook vrij en open in.”

Koen: „Zondag werk ik niet en gaan we naar de kerk. De vrijdag- en zaterdagavond probeer ik vrij te houden voor vrienden. Al is dat wel eens lastig. Ik heb soms het gevoel dat ik er te weinig ben. Maar ja, dat is een beetje de package deal als je in zo’n bedrijf stapt.”

Gerdine: „Voor mij is werk en privé wat makkelijker af te bakenen. Ik heb een vaste sportavond in de week, een vaste wandelavond en kan ook gewoon een avondje netflixen. Dat vind ik lekkere afleiding als mijn hoofd vol zit van al het geregel voor mijn projecten voor Bionext.”

Koen: „Als het ons gegeven is, zouden we ook graag kinderen willen.”

Gerdine: „En we denken eraan het bedrijf te verbreden. Iets met educatie, of zorg. Ik zou het bijvoorbeeld mooi vinden om mensen die in een burn-out zitten hier een plek te bieden om tot rust te komen.”

Koen: „Qua toekomst ligt er dus nog veel open, maar we hoeven ons geen zorgen te maken over het voortbestaan van het bedrijf. Wij stoten nagenoeg geen stikstof uit en zitten niet in de buurt van Natura 2000-gebied. Mijn enige zorg is dat de komende tijd veel boeren de overstap naar biologisch zullen maken en de prijs voor onze producten door overaanbod misschien zal dalen. Dat zullen we gaan zien.”