Aandacht voor gelijkheidskwestie in boardrooms „is helemaal verslapt”. Foto Getty Images
Mannen blijven de bestuurskamers van beursgenoteerde bedrijven domineren. Dat blijkt uit de Female Board Index 2023, die het aandeel van vrouwelijke bestuurders en commissarissen bij 88 beursondernemingen in kaart brengt. Mijntje Lückerath-Rovers, hoogleraar Corporate Governance, die de inventarisatie opstelde, spreekt van „een stilstand” en ziet hoe de bedrijven er niet in slagen het aantal vrouwen in hun bestuurskamers te verhogen.
Net als vorig jaar is het vrouwenaandeel in de bestuurskamer slechts 15 procent. Van de dertig nieuwe functies binnen de raad van bestuur, waar de échte beslissingen worden genomen, gingen er vier naar een vrouw. Tegelijk vertrokken drie vrouwelijke bestuurders. Nog steeds hebben 61 van de 88 beursgenoteerde bedrijven geen enkele vrouw in hun raad van bestuur.
Binnen de raad van commissarissen zijn vrouwen beter vertegenwoordigd. Daar bekleedden zij de afgelopen twee jaren 39 procent van de functies. Dat is ruimschoots voldoende voor het vrouwenquotum, dat beursgenoteerde bedrijven vorig jaar kregen opgelegd. Volgens dat quotum moet minimaal een derde van de raad van commissarissen uit vrouwen bestaan.
De hoop was dat deze wettelijke ingreep de scheve verhouding tussen mannen en vrouwen ook in andere hoge posities zou corrigeren. Zodra het aantal vrouwelijke commissarissen met afdwingbare regelgeving omhoogschiet, zal het aantal vrouwelijke bestuurders volgen, was de gedachte. Dit effect blijft volgens Lückerath-Rovers uit. „De aandacht voor de gelijkheidskwestie is helemaal verslapt.”
De musical Elisabeth was met 12 nominaties op voorhand al de grootste kanshebber bij het Musical Awards Gala. Naast de award voor beste grote musical kreeg de productie verschillende acteerprijzen, onder meer voor talent Danique Dusée, die de Oostenrijkse keizerin in haar jonge jaren speelt. Hoofdrolspeler Pia Douwes greep (net als in 2000) naast de Musical Award. Voor haar bijrol als aartshertogin Sophie verzilverde de Vlaamse Ann Van den Broeck haar nominatie wel. Verder waren er prijzen voor Elisabeth’s licht, muziek en script.
De publieksprijzen zijn gewonnen door 40-45 en familiemusical Belle en het Beest.
De genomineerde Elisabeth-acteurs Milan van Waardenburg en William Spaaij kregen door de pers veel lof toegewuifd, maar wonnen niet. In plaats daarvan gingen de prijzen in hun categorieën respectievelijk naar Martijn Noort voor zijn hoofdrol in Moulin Rouge! en Darren van der Lek voor een bijrol in Shrek.
Succesvolste producent
Stage Entertainment is dit jaar de succesvolste producent, met zeven awards in totaal. Spektakelshow Moulin Rouge! won vijf awards, waaronder voor beste ensemble, choreografie en decor. Disney-musical Frozen kreeg twee prijzen, waaronder voor de vertaling door cabaretier Erik van Muiswinkel.
Een Vlaamse productie over variétéartiest Josephine Baker, Josephine B., won de prijs voor beste kleine musical. Ook hoofdrolspeler Channah Hewitt verzilverde haar nominatie. Daarnaast werd de prijs voor beste oorspronkelijk Nederlandse musical toegekend aan Onze Jordaan, een voorstelling over de bewoners van de bekende Amsterdamse volksbuurt. Regisseur Diederik Ebbinge ging met een award naar huis voor zijn bijdrage aan deze productie en ook het geluidsontwerp werd bekroond.
Buiten de prijzen
Één van de grote winnaars van vorig jaar, producent Nanoek, wist nu ‘slechts’ één van haar drie nominaties te verzilveren. De Vlaamse acteur Timo Tembuyser won de awards voor beste mannelijke hoofdrol in deze kleine musical, The last five years.
In totaal zijn de Musical Awards verdeeld over zeven winnaars. Daarmee vielen onder meer klassieker Saturday Night Fever en Rob de Nijs-musical Malle Babbe (met respectievelijk zes en vier nominaties) buiten de prijzen.
Niemand zag het. Voor de buitenwereld waren haar ouders nette mensen. Nette mensen in een normaal huis, in een gewone buurt. Mensen die hun kind naar de peuterspeelzaal brachten, kerst en verjaardagen vierden. Maar dat, zegt Lorette van der Werf, was wat haar betreft een alibi. „Een schutkleur.”
De mensen die zij papa en mama noemde, lieten haar op jonge leeftijd seksueel misbruiken. In een videogesprek vertelt Van der Werf, ze is nu eind veertig, over de impact van dat leed en verraad. Dat ze erover kán praten, is te danken aan een lange zoektocht. „Een overlevingsstrijd.” Ze kiest haar woorden zorgvuldig, want ze weet wat dit onderwerp kan oproepen: ontkenning en afwijzing. „Je vecht niet alleen tegen je eigen demonen maar ook tegen een samenleving die er blind voor lijkt te zijn.”
Deze donderdag verschijnt voor het eerst een Nederlands onderzoek naar kinderen die door hun ouders seksueel uitgebuit worden. Het Centrum Kinderhandel en Mensenhandel (CKM) vraagt hier al sinds 2021 aandacht voor. De reden dat er nog geen plan van aanpak is, zegt Shamir Ceuleers, hoofd van het CKM, is dat politie en hulpverleners de signalen niet herkennen. Volgens hem is dat de kern van het probleem: „Je ziet het pas als je het durft te zien. Het beleid is gebaseerd op geregistreerde slachtoffers. Dat is één los puzzelstukje, terwijl inherent is aan deze uitbuiting dat het diep verborgen zit.”
Het is echt tijd voor actie. Dit onderzoek laat zien: deze slachtoffers bestáán
De taak van het CKM, legt Ceuleers uit, is de onzichtbare wereld van mensenhandel zichtbaar maken. Het doel: betere bescherming van slachtoffers, en vervolging van daders én ‘klanten’. Op basis van eigen onderzoek geeft het centrum de overheid en instanties (ongevraagd) advies. Nu dus over kinderen die door hun ouders worden gedwongen tot seks met volwassenen die daar soms voor betalen. Ceuleers: „Het is echt tijd voor actie. Dit onderzoek laat zien: deze slachtoffers bestáán.”
Naast het bestuderen van relevante wetenschappelijke literatuur – die er nauwelijks bleek te zijn – analyseerde het CKM data van Chat met Fier: een online hulplijn waar mensen anoniem kunnen praten over misbruik en andere vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties. De uitkomst van die analyse: in 112 van de 1.380 chatgesprekken over mensenhandel tussen 2019 en 2024 werd een ouderfiguur als dader genoemd. De slachtoffers zijn gemiddeld vijftien jaar oud en bijna allemaal meisjes. De meesten liepen op het moment van chatten acuut gevaar. Wat opvalt, is dat de groep significant jonger is dan slachtoffers die door anderen worden uitgebuit. En dat de uitbuiting door een ouder langer duurt – soms zelfs meer dan tien jaar.
Het is aannemelijk, zegt Ceuleers, dat we naar het topje van de ijsberg kijken. „We moeten het doen met wie er wel in beeld komen. Maar hoe zit het met degenen die dat niet lukt?” Eenzaamheid, isolatie en angst om alles kwijt te raken, ziet het CKM, belemmeren kinderen om hulp te vragen. Het jongste slachtoffer dat zich bij Chat met Fier meldde was negen jaar oud. Ceuleers: „Stel, je bent nog jonger. In hoeverre ben je dan in staat te bedenken: ik heb hulp nodig?”
Kortsluiting
Dat het niet klopte wat haar opvoeders deden, besefte Lorette van der Werf pas na vele jaren. Als kind begrijp je niks, zegt ze, je vóélt alleen. Ze werd geboren in het buitenland, en was nog heel jong toen een Nederlands stel haar adopteerde. Van het misbruik – hoe het begon, waar het gebeurde, wie erbij betrokken waren – kan ze zich niet alles herinneren. „Ergens onderweg ging het licht uit.” Des te beter kan ze verwoorden wat het met haar deed: kortsluiting.
Een „geestelijk infarct”, zo moet je het zien, zegt ze. „Ik leefde met deze mensen, ik had geen keus.” Dat er een maatschappelijk geaccepteerd systeem bestaat dat kinderen in zulke situaties plaatst – adoptie („een middel duizend keer erger dan de kwaal”) – kan ze nog steeds niet bevatten. Het veroorzaakte een diep wantrouwen. Kwam ze toevallig bij deze mensen terecht? Of was het georganiseerde opzet? „Als adoptiekind word je in feite aan een vreemde verkocht.”
Het gaat niet alleen om het misbruik, benadrukt ze. „Het is ook de verstikkende omgeving waarin je 24 uur per dag gevangen zit.” Net als in de meeste casussen uit het onderzoek van het CKM was de vader („de adoptievader, mijn dader”) de belangrijkste uitbuiter, haar adoptiemoeder was medeplichtig. Alles, zegt Van der Werf, draaide om de geheimhouding. „Ze indoctrineerden me: ‘Zwarte meisjes liegen graag. Niemand gaat jou geloven. Je bent een heel raar kind.’ En ik moet eerlijk zeggen: het werkte.”
‘Emotionele dwang’, noemt het CKM dit. Om een kind tot seksuele diensten te dwingen, zetten de plegers verschillende middelen in: van intimidatie en fysiek geweld tot isolatie en drogering met drank, drugs of medicatie. Maar soms, zegt Shamir Ceuleers, is dat niet eens nodig. „In de relatie tussen ouder en kind ís al sprake van een machtsverhouding, van loyaliteit. Het is een dwangmiddel op zich.”
Het onderzoek van het Centrum Kinderhandel en Mensenhandel heet Van kwaad tot erger omdat in de gezinnen uit de chats veel aan de hand is. Seksueel misbruik en kindermishandeling gaan vaak vooraf aan de uitbuiting, mogelijk omdat plegers zelf ooit slachtoffer waren. Schulden, armoede of verslaving kunnen een motief zijn voor het aanbieden van kinderen voor seks, en ook daarin kan sprake zijn van escalatie. Eerst zijn het vrienden of familie die betalen voor misbruik, later onbekenden.
Samenleving medeplichtig
Niemand staat erbij stil, of durft eraan te denken. Dát maakt seksuele uitbuiting met ouders als dader zo ingewikkeld, zegt Lorette van der Werf. In haar ogen was de samenleving medeplichtig, door de manier waarop naar adoptiepleegkinderen, naar minderheden, en ook naar zogenaamde weldoeners wordt gekeken. En dat terwijl veel afnemers zich „in hogere kringen” bevinden. „Daar hebben mijn daders van geprofiteerd.”
Nog altijd kan ze in paniek raken van het geluid van een deurbel, van campers, parkeerplaatsen, oude fototoestellen. „Een jong kind aan de hand van een volwassene vind ik vreselijk om te zien. Alsof het van de ene naar de andere locatie wordt getransporteerd.” Ze leerde, vertelt ze, „met twee breinen leven”. Het ene doet er alles aan om bij de groep te horen, mee te doen. Haar andere brein gaat om met de doodsangst en de pijn.
Wat ik heb doorgemaakt, is een gevangenis. Maar door open te zijn, laat ik er steeds meer licht bij
Trauma, weet Van der Werf, gaat in je cellen zitten. Zo diep dat je niet meer weet wie je bent, hoe je moet leven. Op een gegeven moment, vertelt ze, is ze puzzels gaan leggen: „Ik moest ordenen om overeind te blijven.”
Zo’n twintig jaar geleden ging ze in de jeugdzorg werken: „Ik wilde het systeem begrijpen, en zo in feite mijn eigen bevrijding regelen.” Ze werkte in „zo’n beetje elke vorm van zorg” en probeerde haar ervaring in te zetten om die te verbeteren. Behandelaars, zag ze, vertrouwen vaak de stem van het kind niet. En de emotionele instabiliteit waar je doorheen gaat als je aan trauma’s moet werken, mag er niet zijn. „Of je nu jong of oud bent: de verantwoordelijkheid wordt bij jou gelegd, je moet heel snel normaal doen. Maar zo werkt het niet. Dan krijg je nooit de kans om te helen.”
Haar „verworven deskundigheid” gebruikt ze nu om advies te geven. Als spreker op congressen, vraagbaak en deelnemer aan academische werkplaatsen zet ze zich in voor een betere jeugdzorg en ggz. Ondertussen deelde ze, stapje voor stapje, steeds meer over haar verleden. „Een levenslang proces. Maar toen ik het bericht van het CKM op LinkedIn zag dat er een onderzoek zou komen, was ik klaar voor openheid.”
Ze schreef het voorwoord bij het rapport van het CKM dat haar leven context geeft, en kinderen in dezelfde situatie zichtbaar maakt. Ze had nooit durven dromen, zegt ze, dat die erkenning er zou komen. „Wat ik heb doorgemaakt, is een gevangenis. Maar door open te zijn, laat ik er steeds meer licht bij.”
„Louis Vuitton en Chanel gaan me haten als ik je dit vertel”, zegt een TikTokgebruiker die zichzelf Luna noemt, terwijl ze samenzweerderig in de camera kijkt. De video „onthult de geheimen achter grote merken”, ofwel allerlei details over de Chinese fabrikanten die deze producten maken.
Niet alleen luxemerken worden aan de schandpaal genageld. In een stroom aan Engelstalige filmpjes die de afgelopen dagen TikTok overspoelen, worden ook de ‘geheimen onthuld’ van meer betaalbare merken als Lululemon, Tommy Hilfiger en Birkenstock. De boodschap is keer op keer hetzelfde: je kunt hetzelfde product voor een fractie van de prijs krijgen als je het direct bij de Chinese fabrikant bestelt. Is dat echt zo?
In een ruim 12 miljoen keer bekeken video over Lululemon noemt ‘Luna’ twee Chinese fabrikanten waar het Amerikaanse sportmerk zijn yogabroeken vandaan zou halen. Een van die fabrikanten is op de Chinese groothandelssite Alibaba te vinden en biedt daar inderdaad producten aan die op de foto’s zeer sterk op de kledingstukken van Lululemon lijken. De prijs is, zoals Luna al beloofde, fors lager: waar Lululemon zelf 98 euro vraagt, koop je bij Yiwu Xianglong Clothing een yogalegging voor 5,23 euro. Moet je wel meer dan duizend stuks bestellen: de minimale afname is twee exemplaren en dan geldt een prijs van 24 euro per stuk. Met verzendkosten erbij ben je dan al snel alsnog bijna 70 euro kwijt.
De video’s lijken vooral bedoeld om Amerikanen ervan bewust te maken hoeveel producten uit China komen
Dat is inderdaad voordeliger dan kopen bij Lululemon, maar ook weer niet schrikbarend veel goedkoper. Bovendien zal er geen Lululemon-logo op staan, bij merkkleding toch niet onbelangrijk voor veel kopers. Wie toch al niet om merken geeft, kan net zo goed een huismerklegging kopen bij een reguliere sportwinkel.
Lululemon heeft zelf een lijst op zijn website staan met de leveranciers van zijn producten. Daarop staan 29 Chinese producenten, maar niet de namen die TikTokker Luna noemt. Als consument heb je dan ook geen idee of de door haar genoemde Chinese leveranciers daadwerkelijk een legging gaan leveren en in hoeverre die écht hetzelfde is als de merkvariant.
Onduidelijke claims
Veel van de in de TikTokfilmpjes gedeelde informatie is niet zo spannend als wordt gesuggereerd. Zo „onthult” een video dat Nike veel schoenen laat maken in de zuidoost-Chinese provincie Fujian – informatie die ook op de website van het sportkledingmerk zelf te vinden is.
In andere video’s claimt iemand die zichzelf Wang Sen noemt dat luxemerken hun producten in China laten maken en ze vervolgens naar Frankrijk of Italië sturen om er daar nog een logo op te plakken en een label met „made in France” of „made in Italy” aan te hangen – iets dat modehuizen ontkennen.
Wang en andere TikTokkers onderbouwen hun beweringen niet in de video’s. We zien een fabriek of loods en we zien een designertas, maar we zien niet dat die designertassen daar en masse in elkaar gezet worden. Het is ook de vraag of luxemerken dat nodig hebben: vorig jaar werd al bekend dat handtassen van Dior en Giorgio Armani onder gevaarlijke omstandigheden door Chinezen in elkaar worden gezet, maar dan in sweatshops in Italië zelf.
Lees ook
Een handtas van Dior, ‘made in’ een sweatshop in Milaan
Handelsoorlog
De plotselinge opkomst van de video’s kan niet los worden gezien van de torenhoge heffingen die de Amerikaanse president Donald Trump op goederen uit China heeft ingesteld. In die zin is de oproep aan Amerikaanse consumenten om rechtstreeks bij de Chinese fabrikanten te bestellen opmerkelijk: de heffingen gelden daar evengoed voor. De uitzondering van de importheffing die eerst bestond voor kleine pakketjes uit webwinkels die rechtstreeks naar consumenten gaan, wordt volgende maand in de VS geschrapt.
Het doel van de video’s met hun nationalistische toon lijkt iets anders te zijn: Amerikanen ervan bewust maken hoeveel producten uit China komen. Daarnaast lijken de claims over luxemerken bedoeld om aan te tonen dat ook producten van hoge kwaliteit in China worden gemaakt.
De handelsoorlog heeft bovendien een chaotische context geschapen, waarin verkopers van namaakproducten en ‘dupes’ (producten die expres zoveel mogelijk lijken op een gewild artikel, maar wel nadrukkelijk als een voordelig alternatief worden aangeboden) een kans ruiken.
Zo presenteert tassenverkoper Wang een rekensom over de Birkin-tas van Hermès. Die kost zo’n 1.400 dollar om te maken, zegt hij: 600 dollar voor de arbeid in Frankrijk, 450 dollar voor het leer, 150 dollar voor het sluitwerk en zo nog wat kostenposten. Hermès vraagt voor de gewilde tas, die alleen op uitnodiging te koop is, minstens tienduizend euro. Wang stelt in zijn fabriek met dezelfde materialen een tas van vergelijkbare kwaliteit te kunnen maken voor duizend dollar. „Als je niet geeft om het logo, kun je er gewoon een van ons kopen”, zegt hij.
Schadelijk voor luxemerken
Op de lange termijn kunnen deze video’s schadelijk zijn voor luxemerken, denkt Fabio Becheri. „Het narratief dat deze video’s promoten, kan veranderen hoe mensen kijken naar de waarde van een product”, schrijft de voormalig Gucci-medewerker op LinkedIn. Iedereen kon altijd al bedenken dat een Birkin-tas geen tienduizend euro kost om te produceren, maar genoeg mensen hadden die meerprijs over voor de status die een merknaam vertegenwoordigt. Als dat verandert, komen modehuizen wel degelijk in de problemen. „Onderschat dit niet.”
De rol van TikTok in het verspreiden van de fimpjes is op zijn minst opvallend: de Verenigde Staten willen dat de Chinese eigenaar ByteDance de Amerikaanse versie van de app verkoopt, juist uit angst voor beïnvloeding door China van het Amerikaanse publiek. TikTok heeft altijd ontkend dat het zich daarvoor laat lenen, maar biedt nu ruim baan aan de promotie van made in China.