‘Sneller geestelijke zorg geven loont’

Een groepstherapie bij een ggz in Alkmaar. Elke maand extra ggz-wachttijd verkleint de kans op een baan, stelt econometrist Roger Prudon vast.

Foto Daniel Niessen

Interview

Gezondheidskosten Een maand sneller geestelijke gezondheidszorg verlenen, kan miljoenen euro’s besparen, becijferde econometrist Roger Prudon.

Elke maand die iemand moet wachten op gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg, maakt de kans werk te vinden kleiner. Zelfs jaren na de behandeling komen mensen die lang hebben moeten wachten moeilijker aan een baan. En dat kost de samenleving veel geld, blijkt uit woensdag in economenvakblad ESB gepubliceerd onderzoek van Roger Prudon, econometrist en promovendus op het gebied van arbeidsmarkt en gezondheidszorg aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Eind 2022 wachtten 84.000 mensen in Nederland op een aanmeldgesprek of behandeling in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). De helft van hen wacht langer dan de hiervoor gestelde norm; veertien weken voor basis-ggz. Dat komt onder meer door bezuinigingen, een tekort aan psychologen en psychiaters en de groeiende vraag naar geestelijke hulp.

Over de effecten van ggz-wachtlijsten op individuen die in Nederland op behandeling wachten is weinig bekend. Internationaal onderzoek laat zien dat mentale problemen grote invloed hebben op de kans om te werken.

Prudon onderzocht of uitstel van behandeling bij de ggz de kans op werk negatief beïnvloedt. Wat blijkt: met elke extra maand op de wachtlijst daalt de kans op een baan met 2 procentpunt. „Als we de wachttijden met een maand zouden verkorten, kan een deel van de mensen die nu zonder werk blijven, nog wel nog aan het werk komen.”

Neerslachtigheid

Prudon baseerde zijn onderzoek op cijfers van statistiekbureau CBS (tot 2019) over alle behandelingen in de gespecialiseerde ggz die de basisverzekering vergoedt. Ook analyseerde hij CBS-cijfers over het gebruik van verschillende uitkeringen.

Dat elke maand extra ggz-wachttijd de kans op een baan verkleint, kan volgens Prudon mede verband houden met verdere verslechtering van de geestelijke gezondheid in die periode. „Gedurende de wachttijd kan de neerslachtigheid bij iemand met een depressie bijvoorbeeld toenemen.” De afstand tot de arbeidsmarkt neemt in die periode toe. „Een extra maand wachten op behandeling kan betekenen dat iemand een maand langer ziek thuis zit, waardoor terugkeer naar werk moeilijker wordt.”

De negatieve effecten van de wachttijden blijken langdurig. Acht jaar na aanmelding bij een ggz-aanbieder heeft de wachttijd nog altijd een „substantieel effect” op de kans om te gaan werken. „Mensen die lange tijd niet kunnen werken, raken moeilijk uit die situatie”, zegt Prudon. „In het cv ontstaat een gat, en het is vaak moeilijker aan een baan te komen naarmate je ouder wordt.”

Voor mensen met een migratieachtergrond of een lager opleidingsniveau – groepen die doorgaans al een zwakkere positie hebben op de arbeidsmarkt – zijn de nadelige effecten het grootst. „Zij hebben vaker werk met tijdelijke contracten, waardoor zij bij mentale klachten eerder hun baan verliezen.”

Bovendien moeten deze groepen gemiddeld een week langer wachten op een behandeling, zegt Prudon. „Het zou kunnen dat zij door taalbarrières minder goed in staat zijn aan de zorgaanbieder uit te leggen wat hun problemen zijn. Dat maakt het bijvoorbeeld moeilijker een passende ggz-behandeling te vinden.”

Door de lange wachttijden stijgt volgens Prudons berekeningen het gebruik van de ggz met 10 procent. „Ik heb gekeken naar het aantal behandelminuten; als mensen langer moeten wachten, hebben ze uiteindelijk ook meer behandeling nodig.” Zo kosten lange wachtlijsten de samenleving dus geld, en hebben ze een negatief effect op de volksgezondheid.

Kortere wachttijden zouden de samenleving sowieso veel geld besparen, betoogt Prudon. De onderzoeker berekende dat bekorting van de wachttijd met één maand bij zo’n 1.600 mensen baanverlies zou voorkomen, en uiteindelijk 300 miljoen euro zou besparen. Daarbij gaat hij ervan uit dat een werkloze 24.000 euro per jaar kost – berekend door financieel journalistiek programma De Rekenkamer – en dat de effecten van een maand minder wachten acht jaar aanhouden.

Meer psychologen

Voor een maand kortere wachttijd zouden dan wel honderd extra voltijds psychologen of psychiaters nodig zijn, wat ook geld kost. Maar die loonkosten bedragen volgens Prudon ‘slechts’ zo’n 10 miljoen euro.

Kabinet en zorgaanbieders proberen al lange tijd de wachttijden in de ggz te verkorten. Zo trachten ze de samenwerking tussen bijvoorbeeld huisartsen, ggz-aanbieders en gemeenten te verbeteren, en meer opleidingsplaatsen te creëren voor onder meer ggz-psychologen. Maar de vraag naar geestelijke hulp én naar opleidingsplekken is nog altijd groter dan het aanbod. Ook vind je extra psychologen niet zomaar; vooral aan gz-psychologen is volgens kennisinstituut Nivel een groot tekort. De opleidingen missen de capaciteit om voldoende extra personeel te scholen.

Prudon hoopt dat zijn onderzoek bijdraagt aan de discussie over oplossingen. „Het prijskaartje kan een rol spelen in de keuzes van beleidsmakers. Gezondheidszorg wordt vaak gezien als kostenpost, in plaats van iets wat mogelijk kostenbesparend is. Puur economisch gezien loont het om hier wat aan te doen.”

Bijvoorbeeld door meer opleidingsplekken te creëren. Dat is geen oplossing voor de korte termijn, zegt Prudon, „maar het zou kunnen dat we dit probleem over tien jaar anders nog steeds hebben”.

Prudon is econometrist en kijkt in zijn onderzoeken „alleen naar de cijfertjes”. Maar hij vindt het ook belangrijk over te dragen dat dit onderzoek over méér dan cijfers gaat. „Iedereen kent wel mensen die in de ggz belanden, ik ook. Ik heb gezien dat mensen lang op wachtlijsten moesten staan en misschien beter af waren geweest als ze sneller behandeling hadden gekregen. Die mensen kan ik niet helpen, maar op deze manier kan ik er misschien aan bijdragen dat het systeem iets beter voor ze zorgt.”