‘Patiënten moeten recht krijgen op een digitaal consult’

Een huisarts tijdens een online consult met een patiënt,

Een huisarts tijdens een online consult met een patiënt,

Foto Koen van Weel/ANP

Interview

Digitale zorg D66 wil wettelijk regelen dat patiënten het recht krijgen op een digitale afspraak met een zorgverlener, in plaats van dat ze naar de praktijk moeten. „We hebben deze wet als stok achter de deur nodig. Patiëntenrechten ontstaan niet vanzelf.”

Patiënten moeten zelf kunnen kiezen of ze met hun zorgverlener beeldbellen, of dat ze naar de praktijk gaan van bijvoorbeeld een huisarts, psycholoog, medisch specialist of praktijkondersteuner. Dat staat in een initiatiefwetsvoorstel van Tweede Kamerlid Wieke Paulusma (D66), dat ze donderdag presenteert. Paulusma werkte, voordat ze in 2021 Kamerlid werd, onder meer als wijkverpleegkundige in de thuiszorg en als manager bij het Universitair Medisch Centrum Groningen.

De Patiëntenfederatie Nederland wil al langer dat patiënten kunnen kiezen voor een digitaal consult. Het gebeurt nu nog te vaak dat de zorgverlener bepaalt „hoe de zorg verleend wordt”, schrijft Paulusma in haar voorstel. „De patiënt heeft hierover weinig te zeggen.” In een mondelinge toelichting zegt ze: „We hebben deze wet als stok achter de deur nodig, anders gebeurt het niet. Patiëntenrechten ontstaan niet vanzelf.” Donderdag debatteert de Kamer over digitale ontwikkelingen in de zorg.

Waarom wilt u dit?

„Patiënten hebben al rechten, zoals inzage in hun medisch dossier. Maar het recht op digitale zorg, zodat je een zorgafspraak bijvoorbeeld beter kan inpassen in je werkweek, bestaat nog niet. Het helpt enorm om mensen te ontlasten. Dit zijn patiëntenrechten 2.0.”

Willen de meeste mensen hun arts niet gewoon in de praktijk spreken?

„Tijdens de coronatijd, toen ik zelf in het ziekenhuis werkte, bleek dat digitalisering heel goed mogelijk was; er was een enorme urgentie, alles kon opeens. Patiënten vonden het fijn. Ze hoefden geen vrij te vragen van werk om met hun kind naar de dokter te gaan. Ze hoefden geen mantelzorger te regelen om hun moeder van het verpleeghuis naar de medisch specialist te brengen. Het scheelde ze een buskaartje – dat helpt mensen met lage inkomens. Zelfs slechtnieuwsgesprekken konden digitaal. Het is al verdrietig genoeg als je in een spreekkamer hoort dat je bent uitbehandeld, maar als je daarna nog met de auto of de bus naar huis moet… Hoe mooi is het als je dat gewoon thuis kan doen met je familie erbij en de poes op schoot?”

Als dat zo goed werkte tijdens corona, waarom is dat dan niet zo gebleven?

„Dat heeft heel erg te maken met oude gewoontes, hoe we het altijd georganiseerd hebben. Net zoals we ook weer met zijn allen in de trein zitten om half negen ’s ochtends.”

Er zijn toch al allerlei digitale initiatieven? Patiënten kunnen beeldbellen, mailen, er zijn apps waarmee je een afspraak kunt maken…

„Je hebt koplopers, maar ook achterblijvers. Deels is dat koudwatervrees: in de zorgsector heerst het idee dat zorg heel persoonlijk moet zijn, anders is het geen goede zorg. Deels is het ook het gevoel: er ligt al zoveel op ons bord, moeten we dit ook nog doen? Deze wet gaat ervoor zorgen dat alle organisaties aan de bak moeten.”

Er zijn al zoveel regels in de zorg. Waarom wilt u dit als politiek opleggen?

„We zijn het als politici aan patiënten verplicht dit goed te regelen. Het gaat niet automatisch. Het helpt ook de zorgsector zelf. Artsen kunnen meer patiënten zien omdat digitale consulten vaak sneller gaan, en ze hoeven niet meer te wachten op patiënten die te laat in de praktijk zijn. Zo houden ze meer tijd over voor mensen die kwetsbaar zijn, echt fysiek gezien moeten worden, of mensen die geen digitaal consult willen of dat moeilijk vinden.”

Kan een hulpverlener via een beeldscherm wel alles goed beoordelen?

„Als de klachten daartoe aanleiding geven, kan een arts of behandelaar altijd zeggen: ‘Het lijkt mij toch goed elkaar in de spreekkamer te zien.’ Ik heb er vertrouwen in dat dat in goed overleg tussen patiënt en arts gaat. Ik snap heel goed de vrees van artsen dat ze iets missen en dan een claim van een patiënt aan hun broek krijgen. Dat vraagt van beide partijen vertrouwen in elkaar, en goede afspraken: hoe ziet zo’n consult eruit?”

Jaagt u hiermee zorgverleners niet op kosten voor dure ict-systemen?

„Er zijn nu verschillende systemen, het zou mooi zijn als we naar één landelijk systeem toe gaan. Heel kleine zorgaanbieders kunnen misschien net wat meer tijd krijgen, en daar later bij aansluiten. En er moet iets gebeuren aan de tarieven: nu kan een digitaal consult minder opleveren dan een fysiek consult. Als je als zorgverlener geld moet inleveren bij een digitaal consult, gaat deze ontwikkeling niet op gang komen.”

Bent u niet bang dat de vraag naar zorg stijgt omdat het digitaal makkelijker en sneller kan?

„Bij rechten horen ook plichten. Als patiënt moet je goed nadenken: heb ik een digitaal consult nodig of moet ik er wat langer over nadenken? En als een arts zegt: je hoeft voor deze uitslag echt niet naar de praktijk te komen, dat je je daar als patiënt ook bij neerlegt. Maar ik maak me eerlijk gezegd meer zorgen over mensen die nu zorg mijden omdat ze het niet kunnen organiseren of een afspraak spannend vinden.”

Vorig jaar diende Paulusma samen met het CDA een motie in om het wettelijk recht op digitale zorg te onderzoeken. Demissionair minister Kuipers (Zorg, D66), zelf groot voorstander van digitalisering in de zorg, schreef toen in een Kamerbrief dat een wetsaanpassing „juridisch lastig is en vooralsnog niet passend en nodig”.

Geen goed idee dus, vindt uw eigen minister. Waarom dan toch dit voorstel?

„Ik heb goed geluisterd naar de minister, maar ik zie ook dat er echt iets moet gebeuren. Een digitaal consult is een eerste stap. Het past ook heel goed bij het Integraal Zorgakkoord, waarin digitalisering een belangrijke rol speelt. Als ik het de minister nu nog eens zou vragen, denk ik dat hij het ook een heel goed idee vindt.”

Lees ook: De dokter zit straks gewoon in je achterzak: de digitalisering in de huisartsenzorg neemt rap toe