‘Hard werken hoort bij het artsenvak’

Spitsuur Ralph de Boer (40) en Renee de Groot (40) werken als arts in een ziekenhuis, met wisselende diensten. Naast het gezinsleven proberen ze tijd te vinden om met zijn tweeën te genieten. „Werk en privé combineren is voor ons elke week weer een puzzel.”

Foto’s David Galjaard

Renee: „Ik ben spoedeisendehulparts bij het AMC in Amsterdam. Ik houd van mijn werk, van de snelheid en de afwisseling. Er komt van alles binnen. Mensen die acuut ziek zijn, reanimaties. Veel heftige dingen natuurlijk, zoals verkeersongelukken. Ik ben het gewend en het is mijn werk, ik kan ermee omgaan. Maar zo nu en dan is er wel iets dat me extra aangrijpt. Als het kindjes zijn die doodgaan, door verstikking of verdrinking. Zulke dingen komen een paar keer per jaar voor.”

Ralph: „Ik werk als neurochirurg bij het LUMC in Leiden en ben gespecialiseerd in aandoeningen van de wervelkolom en de schedelbasis. Dat kan variëren van een patiënt met een hersentumor tot iemand die net van een dak is gevallen. In mijn team ben ik nog een van de jongere neurochirurgen. Dus ik kan veel leren van mijn oudere collega’s. Het mooiste is als je mensen beter kunt maken. Is dat niet mogelijk, dan doet me dat wel wat, maar ik kan het een plek geven. Ik lig er niet weken wakker van, zeg maar.”

Renee: „Werk en privé combineren is voor ons elke week weer een nieuwe puzzel. We hebben allebei onregelmatige diensten, ik nog meer dan Ralph.”

Ralph: „Ik opereer vooral overdag maar heb op gezette tijden avonddienst of nachtdienst.”

Renee: „Ik heb altijd een mix van dagdiensten, avonddiensten, nachtdiensten, weekenddiensten. En elke week is het weer anders.”

Ralph: „Gelukkig hebben we drie oppassen, studentes van begin twintig. En de kinderen hebben drie keer per week BSO, buitenschoolse opvang.”

Renee: „Ze zien veel verschillende gezichten.”

Ralph: „Maar daar worden ze juist flexibel van.”

Op z’n knieën

Renee: „We hebben elkaar ontmoet in het LUMC. Ik werkte daar op de spoedeisende hulp, Ralph deed een stage neurologie.”

Ralph: „Leuke meid, dacht ik. Toen heb ik haar nummer gevraagd.”

Renee: „Op de eerste date was hij heel stil.”

Ralph: „Normaal praat ik heel makkelijk, maar dit keer was ik te zenuwachtig. Dat duurde maar één date gelukkig.”

Renee: „Daarna kwam het helemaal goed.”

Ralph: „Inmiddels zijn we 10,5 jaar samen. En sinds een jaar hebben we een geregistreerd partnerschap. Gewoon om alles juridisch goed geregeld te hebben.”

Renee: „Maar het is natuurlijk wel leuk om dat nog een keer voor het echie over te doen.”

Ralph: „Er is zeker wel een intentie om ooit echt te trouwen en ook dat romantische deel te doen.”

Renee: „Vroeger of later moet hij wel op z’n knieën natuurlijk.”

Ralph: „We wonen nu in een appartement op vijftien hoog in de Jan van Galenstraat [in Amsterdam], met een prachtig uitzicht van 360 graden over de stad. ’s Ochtends zien we de zon opgaan bij de Westertoren. ’s Avonds zien we hem ondergaan bij Haarlem.”

Renee: „Het appartement is groot genoeg voor ons gezin, 112 vierkante meter. We vinden de buurt leuk, het is net een dorpje. De kinderen gaan hier vlakbij naar school en ze kunnen altijd wel ergens terecht als het nodig is.”

Met kinderen in Amsterdam

Ralph: „Aanvankelijk dachten we: Amsterdam met kinderen, dat is niet ideaal.”

Renee: „Maar we merken juist dat er voor kinderen ontzettend veel te doen is. Er zijn speeltuinen en parken en leuke plekken zoals het Bellamyplein met zijn fontein. Je kunt bootje varen, naar Artis.”

Ralph: „We gaan vaak naar het Van Beuningenplein. Dat is een skatepark met speeltuin en in het midden staat een kroeg. Dus dat is win-win.”

Renee: „Toch overwegen we weleens om te verhuizen.”

Ralph: „We wonen in een huurwoning dus daarmee bouw je weinig op. Wat dat betreft zouden we graag wat kopen, het liefst een huis met een tuin.”

Renee: „We hebben wel een groot balkon, maar we kunnen de kinderen er nooit alleen laten spelen. En we laten ze ook niet op straat spelen, dat vinden we te gevaarlijk.”

Ralph: „Dus we kijken wel om ons heen naar koophuizen. Maar dan merk je vaak dat je net iets méér wilt dan je kunt betalen.”

Driesterrenrestaurant

Renee: „Twee keer per jaar gaan we een weekend weg met zijn tweeën. Vroeger naar Londen of Barcelona, nu meestal wat dichterbij. Onlangs zijn we naar Gent en Den Bosch geweest. Verder gaan we graag uit eten. Als er een nieuw tentje is in Amsterdam willen we erheen.”

Ralph: „Op een gegeven moment hadden we een krijtbord waar we tentjes opschreven die we nog wilden proberen.”

Renee: „Dat doen we niet meer, maar we zijn nog steeds dol op lekker eten én drinken.”

Ralph: „Onlangs werden we allebei 40. Dat hebben we gevierd met een groot feest met vrienden en familie. En daarnaast zijn we met ons tweeën naar Inter Scaldes in Zeeland geweest. Een driesterrenrestaurant.”

Renee: „Maar het hoeft geen haute cuisine te zijn. Gewoon een goed stuk vlees en een glas wijn.”

Ralph: „Het is fijn dat je het van elkaar herkent en erkent, dat je allebei hard moet werken. Dat hoort bij het artsenvak. Maar het is ook belangrijk om genoeg momenten met zijn tweeën in te plannen.”

Renee: „En daar dan ook écht van te genieten.

Ralph: „Dat doen we.”