‘Foute’ getuigen leiden tot nieuw onderzoek naar levenslang voor Rwandees in Nederlandse genocidezaak

Er komt een nieuw onderzoek naar de veroordeling van Joseph Mpambara tot levenslang wegens zijn rol bij de Rwandese genocide. Dat heeft de procureur-generaal bij de Hoge Raad woensdag besloten.

Het onderzoek richt zich op de totstandkoming van de getuigenverklaringen op basis waarvan Mpambara in 2011 door het Haagse gerechtshof tot levenslang werd veroordeeld. Met het onderzoek wordt een eerste stap gezet naar een eventuele herziening van Mpambara’s veroordeling.

Mpambara werd in juli 2011 door het hof veroordeeld wegens zijn betrokkenheid bij drie oorlogsmisdrijven gepleegd in april 1994 in Rwanda tijdens de genocide waarbij in totaal naar schatting zo’n 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s vermoord werden.

Zijn veroordeling is alleen gestoeld op getuigenverklaringen. Verreweg de zwaarste van de drie oorlogsmisdrijven waaraan hij schuldig werd bevonden, is zijn betrokkenheid bij de moord op honderden Tutsi’s die in april 1994 bescherming zochten bij een complex van Zevendedagsadventisten.

Het nieuwe onderzoek richt zich op de getuigenverklaringen in deze zaak. Die staan namelijk in een ander daglicht vanwege een Canadese strafzaak tegen de Rwandees Jacques Mungwarere die eveneens beschuldigd werd van betrokkenheid bij de massamoord bij het Adventistencomplex. Tijdens het proces tegen Mungwarere in Canada in 2013 bleek echter dat verschillende Rwandese getuigen samenspanden. Tijdens kruisverhoren gaven zij toe valse verklaringen over Mungwarere te hebben afgelegd. Verschillende getuigen in de Canadese strafzaak, zo beschreef NRC deze zomer, legden ook belastende verklaringen over Mpambara af.


Lees ook
Nederland gaf Joseph Mpambara levenslang voor zijn rol in de Rwandese genocide. Maar waren de getuigen betrouwbaar?

Herdenking van de Rwandese genocide in het Amahoro stadion in hoofdstad Kigali.

Adventistencomplex

Het verzoek om nader onderzoek deed Mpambara’s toenmalige advocaat reeds in 2018 bij de procureur-generaal bij de Hoge Raad. Die legde het verzoek vervolgens neer bij de onafhankelijke Adviescommissie Afgesloten Strafzaken (ACAS) die op haar beurt uitvoerig onderzoek deed naar de kwestie en daarbij ook toestemming kreeg van de Canadese autoriteiten om stukken uit de Canadese strafzaak te gebruiken.

Op basis van het advies dat de ACAS schreef honoreert de procureur-generaal nu het verzoek van Mpambara om nader onderzoek, omdat er „vraagtekens kunnen worden geplaatst bij de betrouwbaarheid van de getuigenverklaringen omtrent [Mpambara’s] betrokkenheid bij de aanval op het Adventistencomplex”. Die vraagtekens komen voort uit het feit dat verschillende getuigen die belastende verklaringen aflegden tegen Mpambara in de Canadese strafzaak gelinkt worden aan het kamp van ‘samenspannende’ genocide-overlevenden en dat (vrijwel) alle nieuwe getuigen die in het hoger beroep van Mpambara werden opgevoerd zijn terug te voeren op twee getuigen die in de Canadese strafzaak samenspanden en andere getuigen beïnvloedden.

Mpambara vroeg in 1998 in Nederland asiel aan. Dat werd afgewezen maar Mpambara bleef en werd in 2006 gearresteerd wegens verdenking van betrokkenheid bij genocide. Sindsdien zit hij vast. Het door de procureur-generaal gelaste onderzoek kan een opmaat vormen naar een herziening van zijn levenslange veroordeling. Het daartoe benodigde herzieningsverzoek kan alleen worden gehonoreerd als sprake is van een novum: fundamentele informatie die tijdens de strafzaak niet bekend was en mogelijk tot een ander oordeel van de rechter had geleid. In het verleden leidden soortgelijke nieuwe onderzoeken tot herziening in de Rosmalense flatmoord en Pettense campingmoord.


Lees ook
Hoe een Rwandees mogelijk onterecht vastzit in Nederland voor oorlogsmisdaden

Hoe een Rwandees mogelijk onterecht vastzit in Nederland voor oorlogsmisdaden

Het strafrechtelijk onderzoek tegen Mpambara werd uitgevoerd door het Team Internationale Misdrijven dat zo’n twintig jaar geleden werd opgericht om oorlogsmisdadigers op Nederlandse bodem op te sporen. Met behulp van tolken werden in Rwanda door Nederlandse opsporingsambtenaren en een rechter-commissaris tientallen getuigen verhoord. Op basis van die in Rwanda afgelegde, schriftelijk uitgewerkte verklaringen is Mpambara in 2011 veroordeeld. De Rwandees was destijds de eerste die vanwege een onderzoek van het Team Internationale Misdrijven tot levenslang veroordeeld werd.