N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Renske Leijten en Nicole Temmink | (ex-)fractieleden SP Met rapporten over ‘anti-institutionele extremisten’ zet de AIVD ten onrechte burgers in de hoek die zeer slechte ervaringen hebben met de overheid, zeggen de SP’ers Leijten en Temmink.
Het laatste jaarverslag van inlichtingen- en veiligheidsdienst AIVD haalde in april alle avondjournaals, kranten en krantenwebsites – ook van NRC. „Het gedachtengoed dat Nederland wordt geregeerd door een kleine, kwaadaardige elite die de bevolking wil onderdrukken, tot slaaf maken en zelfs vermoorden, vormt een ernstige dreiging voor de democratische rechtsorde van Nederland”, was een veelgeciteerde zin. De ideeën worden aangehangen door „waarschijnlijk meer dan honderdduizend personen”, aldus de dienst, zonder daar veel specifieker over te worden.
Een maand later volgde een nieuwe publicatiepiek over dezelfde complotdenkers en ‘anti-institutionele’ extremisten. Op 24 mei organiseerde de dienst voor journalisten een vertrouwelijke, ‘technische briefing’ over een brochure waarvan de inhoud stevig overlapte met het eerder uitgebrachte jaarverslag. Toch vond ook dit AIVD-rapport gretig aftrek in veel media als nieuws.
Renske Leijten, inmiddels ex-Kamerlid voor de SP, was aanzienlijk minder onder de indruk van de AIVD-boodschap dan veel journalisten. In de week voor haar vertrek uit de politiek, eind juni, kritiseerde ze in felle bewoordingen in een Tweede Kamerdebat „polariserende en onjuiste beeldvorming” door de AIVD in de media. „Je zult maar een Groninger zijn, met scheuren in je huis, of een toeslagenouder vermorzeld door de belastingdienst”, zei Leijten die zich inzette voor de slachtoffers van het Toeslagenschandaal, „en de AIVD veegt je vervolgens op één hoop met het anti-institutionele extremisme, dat ze zegt te moeten bestrijden. Mensen die terecht kritiek hebben, worden zo voor de bus gegooid.”
Politieke boodschap
Leijtens kritiek past bij observaties van deskundigen in binnen- en buitenland over de sterk veranderde opstelling van geheime diensten in het publieke debat: veel minder mediaschuw dan pakweg twintig jaar geleden en pro-actief journalisten inschakelend voor het verspreiden van een eigen, soms politieke boodschap, vaak met effectieve clickbaits (in geval van het jaarverslag: ‘vermoorden’, ‘tot slaaf maken’). Gezien de bijzondere positie van de diensten – die waarschuwen voor nationale dreigingen op basis van geheim materiaal – zijn hun communicatieafdelingen hiermee vaak effectief.
Vorig najaar gaf Leijten daar nog een ander voorbeeld van. De politica vestigde de aandacht op interne stukken van Binnenlandse Zaken over een mediastrategie van de AIVD die via een Woo-procedure naar buiten waren gekomen. Om een wetsvoorstel te promoten dat het toezicht op de diensten tijdelijk zou verminderen, zouden „maatschappelijke steunzenders” (waarschijnlijk werd bedoeld: de AIVD goedgezinde media) vertrouwelijk worden bijgepraat door AIVD en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). Daarna zouden ook „vakjournalisten en Haagse journalisten” worden geïnformeerd. ‘Witte jassen’ zouden kunnen helpen – jargon voor ‘vaktechnische experts’ met ‘relevante kennis’ – de noodzaak van aanpassing van de wet te onderstrepen. Onduidelijk bleef of de AIVD die experts zelf naar voren schoof.
In antwoord op vragen van Leijten verdedigde verantwoordelijk minister Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken, CDA) de mediastrategie van de AIVD, maar noemde het gebruik van termen als ‘maatschappelijke steunzenders’ en ‘witte jassen’ „niet geheel passend”. Eerder al had de minister het tempo uit de behandeling van het wetsvoorstel gehaald door extra advies in te winnen. Invoering bleek voor de minister bij nader inzien minder ‘urgent’ dan voor de AIVD.
NRC benaderde Leijten voor een gesprek over (media)strategieën en beeldvorming door de AIVD. Het net vertrokken Kamerlid betrok ook haar opvolger hierbij. Nicole Temmink volgt de diensten al sinds 2015, vanaf 2021 als beleidsmedewerker Binnenlandse Zaken bij de Tweede Kamerfractie van de SP. Temmink hielp afgelopen jaren Leijtens bijdragen daarover voorbereiden.
Wat is de kern van jullie kritiek?
Leijten: „De dienst waarschuwt tegen de ondermijnende werking van polarisatie met complottheorieën, maar polariseert zelf ook door van alles op een hoop te gooien. Mensen die anti-institutioneel denken door nare ervaringen in Groningen of met de Belastingdienst, verschillen enorm van groepen die bewust een politiek verdienmodel maken van wantrouwen tegen de overheid. Ook in andere opzichten is de AIVD-analyse weinig exact. Waar ligt het gevaar voor de nationale veiligheid nou? Gedachten zijn vrij, ook radicale. Voor mij ligt de grens bij de bereidheid geweld te gebruiken. Pas bij concrete aanwijzingen daarvoor, kan de dienst waarschuwen.”
AIVD-chef Erik Akerboom maakte in zijn toelichtingen op het rapport zelf ook dat onderscheid tussen radicale ideeën en geweldbereidheid.
Leijten: „Nou, dat blijkt niet uit het rapport en tweets die de dienst daarover verstuurde. De mensen die het aangaat, zien dat onderscheid ook niet. Ik zag berichten van slachtoffers van het Toeslagen-schandaal, die appten: ‘Eerst kregen we de Belastingdienst over ons heen, nu ook de AIVD.’ Besef wel: het gaat om mensen die al lang hun vertrouwen in de overheid zijn kwijtgeraakt. Die druk je met zulke analyses in de verkeerde hoek.”
Temmink: „Daar komt bij dat de diensten ook nu weer het ‘hellend vlak’-argument gebruiken. Ze zeggen: de kans dat die critici afglijden naar gevaarlijk extremisme is groter bij die groepen. Maar dat is niet bewezen. Alsof anti-institutionele kritiek automatisch leidt tot extremisme. Alles wordt gemakkelijk aan elkaar gelinkt, met name in tweets van de dienst. Die worden door het publiek veel meer gelezen dan een rapport.”
Leijten: „En we zijn echt niet blind voor sites die dit wantrouwen als veenbrand graag aanblazen. Erachter zit nogal eens een complete industrie met veel geld.”
Van wie dan precies?
Leijten: „Van mensen die nog een appeltje met de overheid te schillen hebben. Partijen als Chipshol [gebiedsontwikkelaar nabij Schiphol die jarenlang in de clinch lag met de overheid] bijvoorbeeld en Willem Engel [anti-overheidsactivist]. Je moet mensen met terecht institutioneel wantrouwen niet in hun armen drijven.”
Wat moet de dienst wel doen?
Leijten: „Veel meer dan tot nu toe waarschuwen voor de gevolgen van grootscheeps overheidsfalen voor het vertrouwen van burgers in onze instituties. En daarnaast burgers veel bewuster maken van de gevolgen van de werking van algoritmes binnen sociale media die tot polarisatie leiden. Veel mensen realiseren zich niet dat als ze een berichtje publiceren, ze gemakkelijk kunnen belanden in een ‘fabeltjesfuik’, zoals Arjen Lubach dat noemde. In plaats van goede voorlichting te geven, drukt zo’n AIVD-rapport mensen in de hoek als staatsgevaarlijk.”
‘Intelligence failure’
Niet alleen de AIVD bracht complotdenkers prominent in het nieuws. Vicepremier en D66-leider Sigrid Kaag zei begin juli de politiek te verlaten, mede als gevolg van alle bedreigingen tegen haar en haar gezin. Dat besluit stimuleerde het debat over de rol van bedreigingen bij de uitholling van de democratie.
Paul Abels, oud-topman van de AIVD en de NCTV, twitterde op 13 juli: „Ooit leerde ik bij de BVD dat als politici hun werk niet vrij en onbelemmerd konden doen omdat zij bedreigd werden, er sprake was van een zeer ernstige aantasting van de democratische rechtsorde. Het vertrek van minister Kaag mag je gerust ook een intelligence failure noemen.” Desgevraagd wilde de AIVD niet op Abels tweet reageren.
Een week later, 18 juli, kwam publicist en oud-AIVD’er Hugo Vijver in een opinieartikel in NRC tot eenzelfde soort analyse. Hij schreef: „Het is onacceptabel dat de overheid niet meer veiligheid kon bieden aan een bedreigd politicus. Het risico ontstaat dat niet de kiezers bepalen wie in de Tweede Kamer plaatsneemt, maar de grootste bedreigers (…). De aangewezen organisatie om meer te doen aan deze dreiging, is de AIVD.”
Zijn jullie het met Abels eens dat er sprake was van een ‘intelligence failure’?
Leijten: „Nee. Ook Abels knoopt allerlei dingen aan elkaar zonder iets te bewijzen. Kaag trekt bepaalde politieke conclusies uit een – helaas – veel breder voorkomend fenomeen van intimidaties en bedreigingen, en vertrekt. Maar dat hoeft niet per se; ook Kaag is er in het verleden heel anders mee omgegaan. Ik vond haar bijvoorbeeld stoer toen ze in februari die fakkeldragers in Twente die haar opwachtten, gewoon tegemoet trad. Daar stond een krachtige vrouw, dacht ik! Die gaat tenminste het gesprek aan. Maar de volgende dag maakte Kaag toch weer een slachtoffer van zichzelf, door te klagen over intimidaties en complotdenkers. Het is voor ons heel moeilijk kritiek te hebben op zo’n slachtofferhouding. Dan krijg je meteen het verwijt die bedreigingen goed te praten.”
Temmink: „Bij Kaag ging het over iets heel anders dan een concrete dreiging van bijvoorbeeld een aanslag. Daarvan kun je zeggen dat de AIVD een taak heeft om die te proberen te voorkomen. Dat is vrij concreet en eenmalig. Maar in Kaags geval is sprake van een brede, langer durende trend waarmee je als politicus – inderdaad – ook nog eens verschillend kunt omgaan. Daarom kun je niet spreken van een intelligence failure.”
Leijten: „Begrijp me goed: ik vind het dieptriest als iemand zegt dat ze uit de politiek vertrekt omdat ze zich niet veilig voelt. Anderzijds weet ik, en zie ik soms ook, wat er tegenwoordig allemaal gedaan wordt tegen de toegenomen bedreigingen en wat er aan beveiliging is.
„Lange tijd was het gewoonte van politici om daar niet over te praten. Jan Marijnissen [oud-SP-leider] werd in 2005 ook bedreigd. Niet over praten, gewoon meebewegen, zei hij toen tegen zijn omgeving, terwijl die beveiliging best veel impact had op onze toenmalige verkiezingscampagne. Tegenwoordig wordt er juist wel openlijk over die beveiliging gepraat en er een politieke agenda van gemaakt. Dan vind ik het heel ingewikkeld worden. Kaag deed het. Geert Wilders, die al jaren lang bewaakt wordt, voelde zich nu kennelijk genoodzaakt ook meer te gaan praten over aangiftes die hij ging doen.”
Bent uzelf weleens met de dood bedreigd?
Leijten: „Nee, nooit.”
Vanouds neemt de SP een kritische houding aan tegenover het parlementair toezicht op de geheime diensten. Zowel Jan Marijnissen als Lilian Marijnissen weigerde als fractieleider van de SP zitting te nemen in de zogeheten commissie-Stiekem (Agnes Kant en Emile Roemer deden dat overigens wel). Deze ‘Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten’ van fractieleiders controleert vanuit het parlement AIVD en MIVD. Omdat het om vertrouwelijk overleg gaat, vonden beide Marijnissens dat de Tweede Kamer aan handen en voeten werd gebonden – Kamerleden mochten immers niet spreken over de inhoud van het overleg.
Zowel Temmink als Leijten constateert dat de neiging van diensten om parlementariërs aan geheimhouding te binden, alleen maar sterker is geworden. Met de politisering van onderwerpen door de diensten, ook in het vertrouwelijk overleg, worden Kamerleden verder ingekapseld, vinden beide SP’ers.
Temmink: „In de jaarverslagen van de commissie-Stiekem zie ik dat die steeds meer onderwerpen behandelt, politiek gevoelige onderwerpen ook, zoals een aanpassing van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Dit gebeurt niet openlijk in de parlementaire commissie Binnenlandse Zaken, waar zulke onderwerpen thuishoren. Zo’n strategie geeft de diensten de kans om via de commissie-Stiekem te lobbyen voor aanpassing van het toezicht. Maar daarvoor is die commissie niet bedoeld!”
Leijten: „Dit is heel tricky. Je moet als parlement veel duidelijker maken dat je je handen wilt vrijhouden. Nu wordt allerlei informatie die openbaar behoort te zijn, weggewerkt via vertrouwelijk overleg. Dat is schadelijk voor de democratie.”