Een aan de Chinese overheid gelieerde hackersgroep trof volgens de Amerikaanse federale recherche FBI voorbereidingen om civiele infrastructuur te verstoren. De hackers zouden het voorzien hebben gehad op onder meer water- en energiebedrijven, de transportsector en telecomdiensten in de Verenigde Staten.
FBI-directeur Chris Wray maakte bekend dat de politie het zogeheten botnet van de hackers heeft ontmanteld. Dat bestond uit honderden gekaapte routers, voornamelijk in privébezit en bij kleine bedrijven. De getroffen netwerkapparatuur van de merken Cisco en NetGear was verouderd en werd door de fabrikanten niet meer voorzien van veiligheidsupdates. De hackers konden de routers daardoor binnendringen en gebruiken om de herkomst van aanvallen op kritieke infrastructuur te verhullen, aldus de FBI.
Taiwan
Softwarebedrijf Microsoft waarschuwde in mei vorig jaar al voor de activiteiten van de hackersgroep, die het Volt Typhoon noemt. Toen zouden de aanvallers zich vooral hebben gericht op infrastructuur rond Amerikaanse militaire bases, onder meer in Hawaii en op het eiland Guam in de Stille Oceaan, een belangrijk militair steunpunt in de Indo-Pacific.
The New York Times en The Washington Post schreven vorig jaar dat China volgens Amerikaanse veiligheidsfunctionarissen zo een Amerikaanse reactie zou willen vertragen als de Volksrepubliek Taiwan zou binnenvallen.
Wray kondigde de ontmanteling van het botnet aan vlak voordat hij een commissie van het Huis van Afgevaardigden zou toespreken, die is gevormd om Chinese dreiging te onderzoeken.
Seismologisch instituut
China heeft nog niet op de beweringen van Wray gereageerd. Eerder noemde Beijing Amerikaanse beschuldigingen van hacken „ongegrond” en zei woordvoerder Wang Wenbin van het ministerie van Buitenlandse Zaken dat „China het grootste slachtoffer van cyberaanvallen” zou zijn.
De aan de Chinese Communistische Partij gelieerde krant Global Times meldde woensdag dat een Chinees beveiligingsbedrijf in 2023 ruim twaalfhonderd cyberaanvallen van in totaal dertien verschillende buitenlandse hackersgroepen zou hebben gedetecteerd. Het bericht wijst vooral naar de Verenigde Staten, die bijvoorbeeld zouden hebben geprobeerd in te breken bij een seismologisch instituut in Wuhan. De seismologische gegevens van dat instituut zouden gebruikt kunnen worden om gedetailleerde driedimensionale kaarten te maken van strategisch belangrijke gebieden.
De provincie Gelderland mag de zogenoemde ‘probleemwolf’ op De Hoge Veluwe doodschieten. Dat heeft de rechtbank in Arnhem vrijdagmiddag besloten. Dierenorganisaties Animal Rights, de Faunabescherming en Fauna4Life hadden de zaak aangespannen nadat de provincie een vergunning had afgegeven voor het doden van deze wolf.
Afgelopen april beet de betreffende ‘probleemwolf’ een voorbijrennende hardloopster op de Veluwe. De provincie sprak van een „veiligheidsrisico” omdat de wolf „afwijkend gedrag” zou vertonen: zo is het dier volgens de provincie niet mensenschuw en komt het, ook na het bijtincident, dichtbij. Alternatieve maatregelen om de wolf te verjagen – het afsluiten van het Nationaal Park, het toedienen van een pijnprikkel en het verjagen van het dier – zouden geen effect hebben gehad.
Dierenorganisaties tekenden bezwaar aan, maar volgens de voorzieningenrechter zijn er „geen minder verstrekkende alternatieven om toekomstige veiligheidsincidenten met deze wolf te voorkomen”. Bij de behandeling van de zaak, vorige week vrijdag, werd onvoldoende duidelijk om welke wolf het zou gaan. Daarom werd de uitspraak uitgesteld. De rechter vindt dat de provincie dat nu voldoende aannemelijk heeft gemaakt, en acht het „noodzakelijk” vanwege de „openbare veiligheid” om het dier af te schieten.
Animal Rights: ‘rechter offert wolf op’
In een eerste reactie op de uitspraak zegt Animal Rights „woedend” te zijn. De rechter „offert de wolf op om ervan verzekerd te zijn dat haar bij een eventueel nieuw incident niets verweten kan worden”, schrijft de organisatie aan NRC. „Deze rechter heeft het doodsvonnis bekrachtigd en we kunnen nu alleen hopen dat de wolf zich niet laat zien.” De Faunabescherming spreekt van een „zwarte dag voor de wolven in Nederland”.
De ‘probleemwolf’ op de Veluwe is niet gechipt, maar volgens de provincie kan het juiste dier geschoten worden op basis van uiterlijke kenmerken en beeldmateriaal van het bijtincident. Gelderland houdt de wolvenroedel daar al langer in de gaten. Eerder verleende de provincie al een vergunning om wolven met paintballgeweren te kunnen verjagen, maar dat voorstel stuitte bij de rechtbank steeds op bezwaren.
Vorige week oordeelde het Europese Parlement dat de beschermstatus van de wolf verlaagd wordt: van ‘strikt beschermd’ naar ‘beschermd’. Dat betekent mogelijk dat in de toekomst meer afschotvergunningen worden verleend voor wolven die problemen veroorzaken.
Lees ook
EU stemt voor verlaging status van wolf: ‘Het is geen bedreigde diersoort meer’
Een wereld van verschil. Zo noemt Songfestival-commentator Cornald Maas het contrast tussen de huidige editie van het Eurovisie Songfestival in het Zwitserse Bazel en de heftige editie van vorig jaar in het Zweedse Malmö. Dat was „het naarste jaar ooit”, aldus Maas, die het evenement al vele jaren presenteert en tevens lid is van selectiecommissie die namens AvroTros de Nederlandse inzending selecteert.
In Malmö stond het festival onder hoogspanning door de deelname van Israël, terwijl landen vonden dat de European Broadcasting Union (EBU) grote steken liet vallen bij de omgang met artiesten, met de diskwalificatie van de Nederlandse inzending Joost Klein als dieptepunt.
De EBU beloofde beterschap en nam maatregelen om voor deelnemers druk van de ketel te halen. Er is een welfare manager, er zijn ruimtes ingericht waar niemand mag filmen, ook artiesten zelf niet. Maas, op de donderdagmiddag voorafgaand aan de tweede halve finale: „Het is backstage een wonder van rust en veiligheid. Zelfs toen de Israëlische delegatie vorige week voor het eerst repeteerde.”
De Nederlandse deelnemer Claude (21) staat zaterdag in de finale. Samen met zijn familie vluchtte hij in 2013 uit Congo. Het optreden, dat zijn levensloop uitbeeld, doet het goed bij de wedkantoren: hij staat momenteel op de vierde plek, na Zweden, Oostenrijk en Frankrijk. Maas: „Hij is heel wijs voor zijn leeftijd. Ik vind het een wonder hoe hij de wereld beschouwt en hoe hij anderen bij zijn verhaal betrekt. Hij is heel outgoing, vraagt iedereen of ze het wel naar hun zin hebben.”
De maatregelen van de EBU helpen ook hem, al loopt nog niet alles perfect. Toen er vorige week een kort fragment naar buiten kwam van een vocaal minder sterke repetitie van Claude, ontstond er meteen onrust. Dat had wel degelijk impact op hem, stelt Maas: „Het helpt niet, zeker als je een jonge gast bent zoals hij. Maar hij gaat er met open vizier in.”
Zaterdag is Claude als twaalfde aan de beurt. Na hem komt een van de sensaties van het festival, de Finse Erika Vikman met ‘Ich Komme’. Deze editie kenmerkt zich door een groot aantal bombastische en hyperactieve acts. Topfavoriet is Zweden met een eerbetoon aan de sauna. Maas: „Rustpunten zijn ons niet echt gegund. Steeds meer landen trekken alles uit de kast om het publiek te imponeren.”
Wel of niet uitsluiten
Ondanks de meer ontspannen sfeer en de luchtigheid van veel acts valt de geopolitiek niet buiten de Songfestival-bubbel te houden. De deelname van Israël ligt bij diverse oud-deelnemers, sommige omroepen en een deel van de fans zeer gevoelig. Ook de Zwitserse Songfestival-winnaar van vorig jaar, Nemo, vond dat het land uitgesloten had moeten worden. De EBU wijst erop dat niet het land, maar de Israëlische publiek omroep KAN de kandidaat stuurt. En de omroep voldoet aan de voorwaarden om mee te doen. Critici wijzen onder meer op het feit dat Rusland sinds de inval in Oekraïne uitgesloten is van deelname.
Israël plaatste zich donderdag voor de finale. Dat lag in de lijn der verwachting: het land krijgt veel stemmen van kijkers. Tijdens het optreden van zangeres Yuval Raphael, een overlevende van de Hamas-aanval van 7 oktober 2023, klonk enig boegeroep in de zaal en keerden enkele mensen hun rug naar het podium. Bij de laatste repetitie van de halve finale was meer rumoer: toen werd er door een deel van het aanwezige publiek hard gefloten met meegebrachte fluitjes, iets wat duidelijk te horen was vanuit de nabijgelegen persruimte. Ook waren in het publiek Palestijnse vlaggen te zien. Dit is toegestaan, er is alleen een verbod voor artiesten om op het podium en in de green room met andere vlaggen dan van het eigen land te zwaaien.
Ingetogen demonstratie
Een dag voor de halve finale kwamen zo’n tweehonderd Pro-Palestijnse demonstranten samen die tegen de deelname van Israël zijn. Ze liepen in een ingetogen protestmars door het centrum van de stad en over de historische Mittlere Brücke. Een van de demonstranten, de 77-jarige Urs Hänggi, had een bord meegebracht met daarop de woorden ‘Thank you, Nemo’, verwijzend naar de Songfestivalwinnaar van 2024. Hänggi vertelde blij te zijn dat de zanger zo uitgesproken is, dat vindt hij noodzakelijk in deze tijd: „Er is een genocide gaande.” Zione Schulthiss (79) liep bij hem in de buurt. „Gaza wordt uitgehongerd en ze zijn aan het bombarderen. Dit kan niet doorgaan. Ik ben ook erg verdrietig dat mijn regering hier niet tegen protesteert.”
De jongere demonstranten waren minder bereid de media te woord te staan. Wel wezen meerdere betogers op de in hun ogen te grote discrepantie tussen het vrolijke festival en de situatie in Gaza. Demonstrant Peter, die niet met zijn achternaam en leeftijd in de krant wil, sprak de groep toe voordat de mars begon: „Als Israël niet meedeed aan het Songfestival, zouden ook deze mensen meezingen, meedansen en de cultuur van Bazel met iedereen delen.”
De kans op een overwinning voor Israël is klein, maar er kan altijd iets verrassends gebeuren, stelt Maas. „Als de televoters er massaal voor gaan en de vakjury ook denkt: dit is een mooie song, dan kan Israël winnen. Ik meen dat in de statuten staat dat een land het Songfestival alleen maar kan organiseren als de voorwaarden zodanig zijn dat de veiligheid gegarandeerd kan worden. Dat lijkt mij dit geval lastig, zeg ik met gevoel voor understatement.”
De rechtbank in Den Haag gaat getuigen horen in de juridische nasleep van de ‘patentenkwestie’ rond oud-minister, voormalig hoogleraar en kankeronderzoeker Ronald Plasterk. Dat bleek vrijdag tijdens de regiezitting van de rechtszaak waarin het Amsterdam UMC het mede-uitvinderschap van patenten en een schadevergoeding eist van Plasterk en het bedrijf CureVac dat de patenten kocht.
NRC onthulde vorig jaar hoe Plasterk voor eigen gewin het Amsterdam UMC passeerde door patenten te claimen en te verkopen. De vragen over Plasterks integriteit die daardoor rezen, leidden ertoe dat hij zich terugtrok als premierskandidaat van Wilders.
De patentenkwestie draait om de samenwerking van Plasterk met het Amsterdam UMC en de miljoenendeal die daaruit voortkwam in de jaren na zijn vertrek uit de politiek. Samen met wetenschapper Jan Koster van het Amsterdam UMC legde Plasterk, die na de politiek weer hoogleraar werd, de basis voor kankervaccins. Plasterk vroeg vervolgens als privépersoon in 2018 het patent op die uitvindingen aan, waarbij hij zichzelf als enig uitvinder opgaf. De start-up die hij voortbouwend op die patentaanvragen samen met zakenpartners begon, verkocht hij in 2022 voor 32 miljoen euro (waarvan de helft afhankelijk van toekomstige resultaten) aan het beursgenoteerde farmaceutisch bedrijf CureVac.
Lees ook
Hoe Ronald Plasterk miljonair werd – en de universiteit had het nakijken
Het Amsterdam UMC vindt dat Plasterk jarenlang informatie heeft achtergehouden en zowel het Amsterdam UMC als wetenschapper Jan Koster heeft bedrogen. Daar kwam het academisch ziekenhuis pas door het NRC-onderzoek achter. „Het artikel riep de vraag op: wat is er precies gebeurd?” aldus een van de advocaten van het Amsterdam UMC tijdens de zitting. Daarna begon het ziekenhuis een eigen onderzoek „en toen pas zijn bij mensen de schellen van de ogen gevallen”, aldus de advocaat.
Volgens het Amsterdam UMC moet Jan Koster met terugwerkende kracht als (mede)-uitvinder erkend worden, waarmee tevens het alleenrecht van CureVac op de patenten vervalt en het Amsterdam UMC mede-eigenaar is. Daarnaast eist het academisch ziekenhuis een nog nader vast te stellen schadevergoeding van zowel CureVac als Plasterk.
E-mails
De advocaat van Amsterdam UMC betoogde dat Plasterk inmiddels heeft erkend dat hij niet de enige uitvinder is. De advocaat van het ziekenhuis citeerde een e-mail die Plasterk aan leidinggevenden van CureVac stuurde op 23 april vorig jaar. Plasterk schrijft daarin [vertaald uit het Engels]: „Het toevoegen van Koster aan de oude patentaanvragen is wellicht onvermijdelijk omdat de patenten, indien toegewezen, alleen van waarde zijn met de juiste uitvinders.”
De advocaat van Plasterk zei tijdens de zitting dat die e-mail achterhaald is en dat die in de context van dat moment gezien moet worden. „In die periode werd er van alles over hem gezegd in de kranten, en hij was kandidaat voor het premierschap”, aldus de advocaat. Plasterk zelf was niet aanwezig en onthoudt zich volgens zijn advocaat gedurende de procedure van commentaar.
De betreffende mail schreef Plasterk een maand na de eerste onthulling van NRC, toen het Amsterdam UMC Plasterk nog steunde. Plasterk vertrouwde daarop, blijkt uit de rest van de mail die in bezit is van NRC. Plasterk schrijft aan CureVac, die hem miljoenen voor de patenten betaalde: „De gezamenlijke intentie van het AMC [oude naam Amsterdam UMC] en mijzelf, is om hier uit te komen zonder schade aan alle partijen. Ze zijn van goede wil.” Hij legt de schuld van de hele kwestie bij NRC.
Plasterk schrijft aan de CureVac-leiding dat het NRC-artikel „alleen maar geschreven was om mij om politieke redenen te beschadigen”. Daar voegt hij geruststellend aan toe: „Het goede nieuws is dat zolang het AMC en ik dezelfde lijn aanhouden, er geen echt nieuws is.” Het NRC-artikel was volgens Plasterk, „ondanks vier pagina’s, door geen enkele andere serieuze krant of radio/tv” overgenomen. „Als we dit samen regelen dan blijft dat hopelijk zo”, aldus Plasterk.
Getuigen
In de rechtszaak gaat het niet alleen om de hoofdvraag wie uitvinder is, maar ook om de vraag of het Amsterdam UMC het aan zichzelf te wijten heeft dat Plasterk zijn gang kon gaan. Om antwoord op die laatste vraag te krijgen, eiste CureVac afgelopen maanden zoveel aanvullende informatie van het Amsterdam UMC, dat de zaak afstevende op eindeloze procedures. „Men doet er alles aan om de zaak zo veel mogelijk te frustreren”, aldus de advocaat van Amsterdam UMC, „het is net rupsje nooitgenoeg”.
Behalve informatie eiste CureVac ook de mogelijkheid om getuigen te horen, onder anderen Jan Koster en zijn voormalig leidinggevende en de toenmalig directeur van ziekenhuis. Volgens CureVac gaat het namelijk „niet alleen over het uitvinderschap”, maar ook over de manier waarop „afstand van recht” is gedaan – Plasterk zou met instemming van het ziekenhuis gehandeld hebben.
De rechter doorbrak de patstelling. CureVac trok de lawine aan informatieverzoeken in, maar de getuigen zullen wel gehoord gaan worden. De rechter noemde de hele kwestie „zowel feitelijk als juridisch technisch complex” en kondigde meteen aan dat de zaak uiteindelijk, na de getuigenverhoren, inhoudelijk niet door haarzelf maar door een meervoudige kamer met drie rechters behandeld zal gaan worden.
Over vier weken volgt de schriftelijke uitspraak van de besluiten tot getuigenverhoren en de doorverwijzing naar een meervoudige kamer die de rechter vandaag al aankondigde. De getuigenverhoren zullen waarschijnlijk komende herfst plaatsvinden.
Lees ook
Amsterdam UMC stelt Plasterk persoonlijk aansprakelijk in rechtszaak voor schade patentenkwestie