N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Leo Meyer | klimaatwetenschapper Leo Meyer is bij vele klimaatrapporten van het IPCC betrokken geweest. Ook nu weer. „Wetenschappers maken soms draken van zinnen.”
Het IPCC, het wetenschappelijk klimaatpanel van de Verenigde Naties, staat voor een zware opgave. In het Zwitserse Interlaken wordt een hele week onderhandeld over het zogeheten syntheserapport. Daarin zijn de duizenden pagina’s die klimaatwetenschappers, ecologen, sociologen, economen, psychologen en andere experts de afgelopen vier en een half jaar hebben geschreven over de stand van het klimaat, teruggebracht tot een handzaam verhaal.
Ambtenaren van alle landen van de Verenigde Naties zullen proberen het rapport zo te kneden dat het een voor hun land bevredigend resultaat oplevert. De auteurs zitten klaar om de feiten te verdedigen en zo te voorkomen dat de wetenschappelijke inhoud geweld wordt aangedaan. Over elke zin en over elke grafiek kan discussie ontstaan en daar wordt dan net zo lang over gesproken tot iedereen akkoord gaat.
De Nederlandse klimaatwetenschapper Leo Meyer weet hoe het werkt. Hij is door de jaren heen in alle mogelijke rollen bij de IPCC-rapporten betrokken geweest. Als auteur, als lid van de Nederlandse delegatie en in 2014 als eindredacteur van het vorige syntheserapport. Officieel is hij weliswaar met pensioen, maar hij is nog steeds nauw betrokken bij het onderwerp.
In zijn huis in Utrecht vertelt Meyer dat hij als wetenschappelijke reviewer het concept van het huidige syntheserapport al heeft meegelezen. Deze keer gaat hij zelf niet naar de goedkeuringssessie, maar is hij wel als achtervanger beschikbaar voor de Nederlandse delegatie, om dingen uit te zoeken als dat nodig is.
Het grote voordeel is, dat de handtekeningen van 195 landen eronder staan
Het IPCC heeft in de afgelopen jaren drie vuistdikke rapporten geschreven. Van alle drie is ook een samenvatting gepubliceerd. Wat is dan nog de functie van het syntheserapport?
„De drie rapporten waaruit een IPCC-assessment bestaat belichten elk een ander thema: de fysieke grondslag, de impact van en aanpassing aan klimaatverandering op mens en natuur, en de mogelijkheden om klimaatverandering zoveel mogelijk te voorkomen. Tussen de werkgroepen die verantwoordelijk zijn voor die rapporten bestaan grote cultuurverschillen. Je hebt grof gezegd de waarheidszoekers van werkgroep 1, de waarschuwers van werkgroep 2 en de optimistische technologen van werkgroep 3. Het syntheserapport brengt deze visies samen en is bedoeld als een communicatiedocument in de aanloop naar klimaattoppen.”
Waarom moet er eigenlijk worden onderhandeld over zo’n rapport, feiten zijn toch feiten?
„Het is een politiek-wetenschappelijk verhaal, waarbij de auteurs wetenschappelijk het laatste woord hebben. Het grote voordeel daarvan is, dat de handtekeningen van 195 landen eronder staan. Daardoor heeft het meer gezag dan een rapport van het Energieagentschap of van de Wereldbank. Vaak zijn dat uitstekende onderzoeken, die net als de rapporten van het IPCC keurig worden gereviewd. Maar het blijven onderzoeken van een club die iets vindt. De IPCC-rapporten hebben de steun van alle VN-regeringen.”
Al gauw roept dan iemand: voorzitter, die passage daar deugt helemaal niets van, die moet eruit
Wat gebeurt er gedurende de onderhandelingen met de concepttekst, wordt die zwakker of juist aangescherpt?
„In de regeringsdelegaties zitten professionals die vaak veel gevoel hebben voor communicatie. Zij weten hoe je iets helder moet formuleren. Daar schort het nog wel eens aan in de conceptversie. Wetenschappers maken soms draken van zinnen, want het moet natuurlijk allemaal precies te verantwoorden zijn. Mijn ervaring is dat de definitieve versie soms behoorlijk opknapt.”
Hoe gaat zo’n onderhandelingsproces eigenlijk?
„Het begint met een plenaire bijeenkomst. Iedere zin wordt aan de vergadering voorgelegd met de vraag of iedereen akkoord is. Al gauw roept dan iemand: voorzitter, die passage daar deugt helemaal niets van, die moet eruit. Dan zegt iemand anders: nee, die willen wij er niet uit hebben, die moet juist worden aangescherpt. Als de partijen het niet snel eens worden, gaat zo’n tekst naar een contactgroep die daarvoor een mandaat krijgt van de plenaire vergadering. De rest kan dan verder met de volgende passage. Totdat er opnieuw onenigheid ontstaat en ook die passage wordt doorgeschoven naar een contactgroep.
„Als de contactgroep er niet uitkomt gaat het naar de ‘huddle’, een beraad in kleinere kring om een compromis te zoeken. Intussen zijn er ook bilaterale overlegjes, bijvoorbeeld met gelijkgezinden die hun strategie bespreken of juist tussen landen met tegengestelde meningen die op zoek gaan naar consensus, naar een concessie bij het ene onderwerp in ruil voor een tegemoetkoming bij een ander onderwerp. Uiteindelijk gaat de tekst via de contactgroep dan weer terug naar de plenaire vergadering.”
Er hoeft maar één land te zijn dat denkt: dat is niet in ons belang, en het hele plan gaat niet door
Over welke onderwerpen zijn landen het oneens?
„Dat hangt van hun positie af. Sommige ontwikkelingslanden willen graag gevolgen van klimaatverandering zo stevig mogelijk neerzetten. Terecht, want het moet duidelijk zijn hoe groot de toekomstige risico’s zijn. Maar ze willen liever niet gepusht worden met maatregelen om zelf de broeikasgassen stevig aan te pakken – de meeste CO2 in de atmosfeer is historisch gezien tenslotte afkomstig van rijke landen, terwijl de arme landen er het meest onder lijden. Dus, rijke landen, kom maar op met je geld.
„Gegevens waaruit zou blijken dat CO2-reductie met de juiste maatregelen best haalbaar is en niet eens heel duur hoeft te zijn, roepen bij hen weerstand op, ook omdat ze vinden dat hun economie daar last van heeft. Zo heeft ieder land zijn eigen strategie en zijn eigen stokpaardjes.”
Het syntheserapport sluit de zesde cyclus van IPCC-rapporten af. Is een zevende cyclus nog wel nodig? Weten we niet genoeg om maatregelen te nemen?
„Na ieder assessment ontstaat er een discussie. Wat gaan we anders doen? Hoe zorgen we voor modernisering? Kunnen we dingen versimpelen, minder dikke rapporten maken? Maar de meeste voorstellen halen het niet. Iedere verandering vereist consensus. Er hoeft dus maar één land te zijn dat denkt: dat is niet in ons belang, en het hele plan gaat niet door.
„In 2014 werd er bij het IPCC-bestuur gediscussieerd over de vraag of er niet een versie van het rapport voor leken moest komen, geschreven door een paar goede auteurs die met veel gevoel voor communicatie nou eens echt konden uitleggen wat er eigenlijk bedoeld wordt. Maar dat bleek niet haalbaar. Want voor een officiële IPCC-status zou ook dat verhaal dan regel voor regel moeten worden goedgekeurd, anders zou het out of control zijn wat erin komt te staan.”