Nieuwe kookplaat? Dat wordt een half jaar wachten

Stroomnet Niet alleen bedrijven hebben last van een overbezet stroomnetwerk. Ook huishoudens lopen daar nu tegenaan. Wachttijden dreigen op te lopen wanneer de aansluiting geschikt moet worden voor een laadpaal of zonnepanelen. „In twee jaar is het aantal verzoeken verdubbeld.”

Electra in een transformatorhuisje.
Electra in een transformatorhuisje.

Foto’s Olivier Middendorp

Een jong gezin komt begin dit jaar tot de conclusie dat hun baby en de nieuwe, duurzame kookplaat op hetzelfde moment zijn uitgerekend. Tot hun verbazing duurt het nog zeven maanden voordat de keuken verbouwd kan worden, precies als de kleine zich moet aandienen. De bestelde inductie-kookplaat vereist dat het stroomnetwerk wordt verzwaard en daar is een erg lange wachttijd voor.

„We begrijpen dat het vervelend is dat u zo lang moet wachten”, schrijft netbeheerder Liander de jonge ouders in Noord-Holland. „Helaas kunnen wij u niet eerder helpen.” Door een gebrek aan meters die passen bij de verzwaarde (3-fasen-)kabel, is de wachttijd in een fors deel van Nederland flink opgelopen. Als de meters in augustus binnen zijn, kan er binnen zes weken een afspraak worden gemaakt, meldt Liander.

Naweeën van corona en ook de oorlog in Oekraïne hebben ervoor gezorgd dat de voorraden van meters helemaal opgedroogd zijn, legt een woordvoerder uit. „We hebben inmiddels een nieuwe leverancier, maar de voorraden zijn nog niet op peil. We hopen nu wel dat we die zeven maanden snel kunnen inlopen en dat het in de praktijk sneller gaat, maar we willen niemand valse hoop geven.”

Zo’n leiding met 3-fasendraden (in plaats van één) heb je al snel nodig, bijvoorbeeld bij de combinatie van zonnepanelen én elektrisch koken. Niet alleen bedrijven lopen serieuze vertraging op als zij meer stroom willen gebruiken of produceren, dat geldt inmiddels ook voor veel huishoudens.

Dat is gezien het groeiende aantal particuliere verzoeken om verzwaring ook niet zo gek. Stedin bijvoorbeeld, als netbeheerder actief in Utrecht, Zeeland en een groot deel van Zuid-Holland, noteerde vorig jaar een groei van 64 procent, tot 31.500 verzwaringen. Dat komt neer op zeshonderd verzoeken per week. „In 80 procent van de gevallen gaat het om een wisseling van de zekering”, zegt teamleider Cris Martinez Viana. Op haar afdeling komen alle verzoeken binnen. „Zo’n wisseling is normaal gesproken anderhalf uur werk. Hiervoor bedraagt de wachttijd maximaal acht weken.”

Bij een op de vijf klussen moet er meer gebeuren. „Bijvoorbeeld als het om een portiekwoning gaat, zoals je die vaak ziet in Den Haag. Dan kan het zijn dat er meer woningen zijn ‘doorgelust’ op dezelfde aansluitkast”, zegt Marcel Stekelenburg, teamleider van monteurs. Bij zo’n portiekwoning moet Stedin ook meer regelen dan menskracht en materiaal. „Als iemand daar verzwaring wil, moet er meestal een nieuwe kabel komen voor alle etages. Gevolg is dan dat iedereen tijdens die werkzaamheden thuis moet zijn en dat de stroom er tijdelijk af gaat.”

Bij twijfel over de noodzakelijke werkzaamheden volgt eerst een schouw, een inspectie om te bepalen wat er moet gebeuren. Vervolgens moeten vergunningen bij de gemeente worden aangevraagd om te kunnen graven. „Dat kost gemiddeld zes weken, maar omdat we die direct aanvragen, hoeven we daar niet op te wachten”, zegt Martinez. Ook volgt er in veel gevallen een grondonderzoek. „Stedin is verplicht om grondonderzoek te laten doen om te voorkomen dat onze mensen in vervuilde grond gaan werken”, vertelt Stekelenburg. „Soms moet er grondwater worden weggepompt en daarvoor moeten we ook een vergunning hebben.”

Bij dit soort werkzaamheden gaat de netbeheerder uit van een voorbereidingstijd van twaalf tot maximaal achttien weken. Die termijn wordt volgens Martinez in 97 procent van de gevallen gehaald. „Het is ook de maximale wettelijke doorlooptijd; binnen die tijd moeten wij de klanten hebben geholpen, tenzij de bewoner zelf eerst nog voorzieningen moet aanbrengen. Dan begint het van voren af aan. Wij als netbeheerder doen alles onder de meter, de installateur die de klant moet inschakelen doet alles boven de meter. Denk bijvoorbeeld aan een geschikte hoofdschakelaar, dat soort activiteiten mogen wij niet doen.”

Kabels met papier of lood

Net als de grote collega’s Liander (Noord-Holland, Gelderland, Friesland, Flevoland en een deel van Zuid-Holland) en Enexis (Groningen, Overijssel, Noord-Brabant en Limburg) is Stedin monopolist in zijn regio en mag de netbeheerder alleen wettelijk geregelde taken uitvoeren. De netbeheerders zijn in eigendom van provincies en gemeenten. Zij zijn verantwoordelijk voor de gas- en stroomleidingen die van de energieleverancier lopen tot aan de meterkast van de huishoudens. Bij Stedin gaat het om 2,3 miljoen huishoudens.


Lees ook: Alliander blijft aansluiten ondanks krap stroomnet: ‘Lampen kunnen gaan knipperen’

Het komt soms voor dat Stedin zich niet aan zijn wettelijke aansluitverplichting van achttien weken houdt, zegt Martinez. „We worden dan verrast door wat we bij mensen thuis tegenkomen. Eenmaal ter plekke zien we bijvoorbeeld dat er een metalen plaat of kast in de meterkast zit. Daar mogen de meeste monteurs niet aan sleutelen.” Met name in de grote steden liggen er nog kabels die met papier en lood omwikkeld zijn. „Daar mogen we helemaal niet mee werken. Als je daarnaar kijkt is het al gevaarlijk”, zegt Stekelenburg.

Gevolg is dat er dan monteurs moeten komen die andere „aanwijzingen” (bevoegdheden) hebben. „En sommige werkzaamheden mogen niet door één monteur worden gedaan en dan kan het zijn dat er op een later moment een ploeg moet komen”, zegt Martinez. „Bijvoorbeeld als een stroomkabel moet worden doorgeknipt. Dan begint het proces en de voorbereiding weer van voor af aan. Als je dan alles bij elkaar optelt, kan het in een enkel geval vijf tot zes maanden duren.” Als er geen extra hindernissen zijn, neemt de verzwaring van een kabel in de praktijk een halve dag in beslag.

Een vaste wachttijd van zeven maanden – zoals bij Liander voor een 3-fasenmeter – kent Stedin niet, maar geen enkele netbeheerder beschikt volgens Stekelenburg over een ruime voorraad. „We vissen allemaal in dezelfde vijver, hebben vaak dezelfde leveranciers, maar bij ons leiden die meters op dit moment niet tot extra vertraging.”

Vollopend elektriciteitsnet

De problemen gaan verder dan een meter die maanden op zich laat wachten. Sinds het uitbreken van de energiecrisis willen zoveel mensen hun huis verduurzamen dat het netwerk begint te kraken. „Na de bedrijven worden nu ook huishoudens geconfronteerd met een vollopend elektriciteitsnet”, zei bestuursvoorzitter Maarten Otto donderdag tijdens de presentatie van de jaarcijfers van Liander.

Om de extra vraag naar stroom aan te kunnen heeft Liander besloten om het netwerk extra te gaan belasten. In feite gaat de netbeheerder de grenzen verder opzoeken, met alle risico’s van dien. „Wij staan voor een groot dilemma”, zegt Otto. „Of we zeggen nee tegen de mensen die hun aansluiting willen verzwaren of we vergroten de kans op spanningsproblemen. Wij kiezen nu voor het laatste. De elektrificatie van huizen gaat harder dan we aankunnen.”

De spanningsproblemen kunnen leiden tot een knipperende lamp, maar ook tot blokkades bij zonnepanelen. De zogeheten omvormer, die gelijkstroom omzet in wisselstroom, zorgt er dan voor dat de panelen tijdelijk hun stroom niet aan het energiebedrijf kunnen leveren. Die spanningsproblemen zorgden vorig jaar bij Liander voor tweeduizend klachten van mensen die op de app zagen dat hun panelen de stroom niet kwijt konden. „Alleen in 2022 zijn er in onze regio al 760.000 zonnepanelen bijgekomen”, zegt Otto. „In twee jaar tijd is bij ons het aantal verzoeken van consumenten voor verzwaring verdubbeld tot 43.000.”

Door het net extra te belasten, neemt Liander meer risico op storingen die tot stroomuitval kunnen leiden. „Op sommige momenten kan dat inderdaad voorkomen. We zitten nu jaarlijks op twintig minuten stroomuitval. Hoeveel dat gaat worden kan ik niet zeggen, dat hangt echt af van de vraag naar elektriciteit. En het uitvallen van de stroom kan gebeuren op wijkniveau, maar ook in één straat of huis”, aldus Otto.

In het laagspanningsnet, waar huishoudens gebruik van maken, investeert Liander tot 2030 zo’n 5 miljard euro. Dat geld gaat naar meer kabels en ook naar twintigduizend extra elektriciteitshuisjes om de grotere vraag naar stroom mogelijk te maken. „Dat betekent dat we de komende jaren een op de drie straten moeten openbreken. Een gigantische operatie, en dat gaat iedereen merken.”