Krioelend kijkplezier in knipkunstkinderboek over kevers

Recensie

Boeken

Kinderboek De mestkevergrappen van Bibi Dumon Tak zijn speels, geestig en origineel. Maar de vertelkracht van dit prentenboekenverhaal zit ‘m toch echt in de artistieke platen van ‘knipkunstenaar’ Geertje Aalders.


Illustratie Geertje Aalders uit besproken boek

Een cover die mooier en uitnodigender is dan die van het prentenboek Heel keverburg kookt van Geertje Aalders en Bibi Dumon Tak is nauwelijks voorstelbaar. Je kunt niet anders dan je verwonderen over de schoonheid van het insectenparadijs dat je ziet en de sprankelende kleuren en delicate vormen van zijn krioelende, kruipende, gonzende en fladderende inwoners. Maar er is nog iets waarom je je blijft vergapen aan dit even kunstzinnige als levendige boekomslag: al die vlinders, lieveheersbeestjes, spinnen en kevers, al die zespotige wezentjes alsook de bloemen en planten waarvan ze leven en die op hun menukaart staan, zijn met de hand geknipt, van ieder voelsprietje tot ieder vleugeltje, van ieder bloemblaadje tot iedere meeldraad.

Die onwaarschijnlijk knappe, ragfijne knipkunst van Aalders vormt het hart van Heel keverburg kookt. Zeker, het naar Heel Holland Bakt knipogende verhaal van Dumon Tak die aan de hand van een kookwedstrijd voor zespotigen het eetgedrag van insecten uit de doeken te doet, met speciale aandacht voor het menu van de mestkever, is beslist origineel. En ja, de speelse en geestige keukenmetaforen van Dumon Tak werken goed.

Het menu van de mestkever

Zo serveren de vlinders ‘een vlaflip van perziknectar en lindenbloesem’, schenken de vliegende herten ‘een sorbet van schuimig berkensap’, komt de bidsprinkhaan, zoals ieder jaar, aanzetten met haar eigen man, ‘lekker gebakken en gestoofd in zijn eigen jus’, en bestaat de ogenschijnlijk kansloze dis van de mestkever uit ‘poep op een bedje van poep’. Maar de vertelkracht van dit prentenboekenverhaal zit ‘m toch echt in Aalders’ artistieke platen.

Indrukwekkend bijvoorbeeld en compositorisch fraai zijn de spreads waarop de mestkeverlarfjes zich en masse in een lange slinger tussen het struikgewas doorwurmen en zich op de door de mestkevers zelfgemaakte mestballen stortten. Tot ze, niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk, uit elkaar barsten en in gloednieuwe, glimmend gelakte, blauwzwarte mestkevers veranderen. Het is een visueel spektakel dat tot de verbeelding spreekt en om nauwkeurig kijken vraagt. Tegelijkertijd laat het helder zien wat het ecologische nut van deze opruimers van de natuur is. Daarbij speelt Aalders vrolijk en subtiel met keuken- en tafelattributen. Zo liggen de in elkaar gedraaide mestballen op een bord van boerenbont en fladdert er regelmatig een rood geruit servet met de vlinders mee. Het meest inventief is het berkenbos, dat is verworden tot een heuse limonadefabriek voor de vliegende herten, met sapkraantjes aan de witte stammen en rood-roze gestreepte limonaderieten ertussen.

Kunstboek

Het enorme kijkplezier maakt dat dit buitengewoon kleurrijke boek zich onderscheidt van de snel groeiende stapel insecten-non-fictie van de laatste jaren. Daar staat tegenover dat informatieve kinderboeken als het met een Vlag en Wimpel bekroonde Het wonderlijke insectenboek (2017) van Bart Rossel en Medy Oberendorff, of Rotbeesten (2018) van Gemma Venhuizen en Tjarko van der Pol wel meer biologische diepgang bieden. Die blijft in het boek van Aalders en Dumon Tak uiteindelijk min of meer beperkt tot het mestkeververhaal en het uitlichten op de schutbladen van alle zespotigen die een rol in het verhaal spelen, met bij hun naam hun voorkeursgerecht.


Lees ook de recensie van Rotbeesten van Gemma Venhuizen: Ze kriebelen en krioelen, maar noem ze géén rotbeesten

Maar misschien is het te kort door de bocht om Heel keverburg kookt te etiketteren als een insectenboek. Natuurlijk valt niet te ontkennen dat Aalders en Dumon Tak zich hebben laten inspireren door de grootste klasse binnen het dierenrijk. Maar die veelal verborgen insectenlevens hebben vooral hun verbeeldingskracht aangezwengeld. Zo bezien is Heel keverburg kookt veeleer een boek over kunst. Of beter gezegd, een boek over hoe kunst het onzichtbare zichtbaar maakt, over hoe de verbeelding een deur naar de werkelijkheid opent en zo meer over die werkelijkheid zegt dan welke biologische feitenrijtjes ook.