N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Hervormingsplannen De radicale hervormingsplannen van het zesde kabinet-Netanyahu hebben niet alleen hun weerslag op de Israëlische rechtsstaat, maar ook op de economie. Economen en ondernemers vrezen dat buitenlandse investeerders het land de rug toekeren.
Voormalige presidenten van de Israëlische centrale bank, hightech ondernemers, investeerders en topeconomen uit binnen- en buitenland proberen al wekenlang de koers van de regering van premier Benjamin Netanyahu te veranderen. Hun advies: trek de omstreden juridische hervormingsplannen die de macht van het Hooggerechtshof kortwieken zo snel mogelijk in, want die zijn niet alleen schadelijk voor de Israëlische democratie maar ook voor de economie.
„Het bedrijfsleven heeft een onafhankelijk Hooggerechtshof hard nodig”, zegt Ben Rabinowitz, oprichter en partner van Amiti, een in Tel Aviv gevestigd bedrijf dat is gespecialiseerd in investeringen in de hightechsector, telefonisch. „Kijk naar het Hooggerechtshof in de Verenigde Staten, dat kan zelfs een groot bedrijf als Google de voet dwars zetten. Als klein bedrijf heb je dan nog een kans.”
Je hebt een systeem nodig dat eigendom goed beschermt.
De plannen van Netanyahu zouden de macht van rechters en het Israëlische Hooggerechtshof sterk beperken. De bevoegdheid om rechters in het hoogste rechtsprekende orgaan te benoemen, zou bij het Israëlische parlement (de Knesset) komen te liggen. Daar steunt Natanyahu’s coalitie op een comfortabele meerderheid. Ook zou de Knesset, en niet de rechter, voortaan beslissen of een wet van kracht wordt of niet.
Buitenlandse investeerders
Economen en bedrijven vrezen dat Israëlische politici, zonder de remmende werking van het Hooggerechtshof en de wetten die er nu nog zijn, alle macht naar zich toe trekken. Ze zouden dan ongestraft bevriende zakenlui kunnen bevoordelen, waardoor de markt onvoorspelbaar wordt. Ministers in het kabinet hebben eerder ook al gezinspeeld op meer zeggenschap van de politiek over de koers van de Israëlische centrale bank.
Volgens Omer Moav, hoogleraar aan de Coller School of Management in Tel Aviv, heeft de regering al een voorproefje gegeven van wat er komen gaat. „Je ziet nu al dat de regering probeert haar wil op te leggen aan particuliere organisaties”, zegt hij. „De minister van Toerisme Haim Katz had een conflict met de directeur van de hotelassociatie en eiste diens vertrek. Zo geschiedde, en nu zit er een vriend van hem op die plek.”
En de minister van Financiën Bezalel Smotrich, zelf een radicale kolonist, maakte zich tot persona non grata in veel landen door openlijk te verklaren dat het Palestijnse dorp Huwara – eerder toneel van een pogrom door Joodse kolonisten – wat hem betrof van de kaart kon worden geveegd. De regering-Biden gaf te kennen dat geen van haar functionarissen Smotrich zou ontmoeten tijdens zijn aanstaande bezoek aan Washington.
Dit soort vriendjespolitiek en radicalisering schrikt buitenlandse investeerders af. „Er is geen economische minderheid die meer bescherming van zijn rechten behoeft dan buitenlandse investeerders”, stelde de Amerikaanse econoom Kenneth Rogoff, hoogleraar aan de universiteit van Harvard en Nobelprijswinnaar, vorige week op een seminar met prominente Israëlische economen en zakenmensen. Maar ook binnenlandse investeerders kunnen aarzelingen krijgen. Rogoff: „Je hebt een systeem nodig dat eigendom goed beschermt.”
Donderdag werd bekend dat techbedrijf Riskified, gespecialiseerd in fraudebestrijding, zijn financiële reserves van 500 miljoen dollar naar elders heeft overgebracht uit vrees dat de regering zulke transfers zal verbieden.
Hightechindustrie
De Israëlische economie is de laatste jaren sterk opgebloeid. Economen spreken zelfs van het ‘Israëlische wonder’. Dat is vooral te danken aan honderden nieuwe techbedrijfjes, niet zelden opgezet door ingenieurs die eerder in Unit 8200 – de bekende hightechpoot van het Israëlische leger – hadden gewerkt. Het kleine Israël met zijn negen miljoen inwoners groeide zo uit tot de nummer twee van de wereld na de VS in aantallen ‘unicorns’ (nieuwe bedrijfjes met een geschatte waarde van een miljard dollar of meer). Het telde er begin dit jaar 85. Veel kapitaal hiervoor kwam uit het buitenland.
Het afgelopen jaar was de Israëlische hightechsector al goed voor 54 procent van de Israëlische uitvoer. Een op de tien Israëliërs werkt inmiddels in de techindustrie. Vooral Tel Aviv en omgeving zit vol techbedrijfjes, die de stad tot grote welvaart hebben gebracht. Woningprijzen horen er tot de hoogste ter wereld en de restaurants zitten er elke avond vol.
Premier Netanyahu heeft in het verleden de sector krachtig gesteund en kreeg daarvoor vaak lof, maar dat krediet lijkt hij nu in hoog tempo te verspelen. Sommige bedrijven dreigen al hun activiteiten naar elders te verplaatsen als de juridische hervorming wordt doorgevoerd. „Die bedrijven maken allemaal deel uit van de cloud en kunnen, als ze willen, heel gemakkelijk naar een ander land vertrekken”, zegt Rabinowitz. „Het is de meest ongebonden sector in de wereld. Er dreigt echt een braindrain als dit doorgaat.”
Netanyahu en zijn ministers stellen dat hun critici onnodig paniek zaaien. Maar dat de wereld zijn vertrouwen in de Israëlische economie begint te verliezen, blijkt ook uit de koers van de shekel, de Israëlische munt, die de laatste weken zo’n 7 procent in waarde is gezakt ten opzichte van de dollar en de euro. „Buitenlandse investeerders houden hun geld liever even vast, terwijl Israëlische investeerders juist proberen shekels te verkopen om hun heil in het buitenland te zoeken. Dat drukt de koers”, zegt Moav, die aan de telefoon bekent zich zoveel zorgen te maken over Israëls toekomst dat hij er niet goed van kan slapen.
Lees ook: Tel Aviv verzet zich massaal tegen ‘morrelen aan de fundamenten van Israëls democratie’
Als politici feitelijk alle macht naar zich toe trekken, waarschuwen velen, dreigt Israël een tweede Hongarije te worden. Wat dat in de praktijk betekent, zette András Simor, de vroegere president van de Hongaarse centrale bank, uiteen op hetzelfde seminar in Jeruzalem. „Ik zou zeggen dat Hongarije in de laatste twaalf jaar een land is geworden waar wie dan ook op welk tijdstip ook wat dan ook kan overkomen”, aldus Simor tegen zijn Israëlische publiek. „Het kan een land van onbeperkte mogelijkheden zijn als je aan de goede kant van de regering staat. Maar, als dat niet het geval is, kun je aan discriminerende en willekeurige belastingen worden onderworpen. Je kunt dreigementen ontvangen om je bezittingen af te staan of, als je een voldoende machtige multinational bent, kun je vervolging tegen gunstige prijzen afkopen.” En hij besloot met de woorden: „Ik hoop dat het jullie beter zal vergaan.”