Lieke (25) wil graag het boerenbedrijf overnemen, maar wat gebeurt er met de stallendeadline?

Lieke Versteden (25) helpt bijna elke dag mee op de boerderij in Oirschot. Ze hoopt na haar studie aan de agrarische hogeschool het familiebedrijf over te nemen.


Foto John van Hamond

Reportage

Noord-Brabant Brabantse boeren moeten hun stallen halverwege 2024 emissiearm hebben gemaakt. De provincie loopt met haar ‘stallendeadline’ vooruit op het landelijke stikstofbeleid.

Een grote, houten koeienkop houdt de wacht voor het boerderijhuis van familie Versteden. Binnen, in de keuken, hangt een grote foto van een koe. Op de kast in de eetkamer: een kleine melkbus en twee porseleinen koeien. En dan heb je nog de vitrinekast in de woonkamer, vol met koeienbeeldjes en erbovenop gewonnen prijzen in de vorm van glimmende koeien. Thea (57) wijst naar de vier prijzen. „Deze kregen we voor onze koeien die in hun levens meer dan honderdduizend liter melk hebben gegeven.”

De familie Versteden runt een middelgrote melkveehouderij (zo’n 180 melkkoeien) in het Brabantse Oirschot. Ook verbouwen ze maïs, asperges en bieten. Het bedrijf is van Thea’s man Frans (57) en zijn twee broers. Dochter Lieke (25) helpt bijna elke dag mee: de koeien verzorgen, op het land werken, melken. „Hier in Brabant beginnen we wat later met melken dan in het noorden van het land, om half zeven”, vertelt ze aan de keukentafel waaraan de familie net koffie heeft gedronken. Er staan lege mokken, een flesje koffiemelk, peperkoek.

Lieke draagt een zwarte capuchontrui met ‘BOERIN’ erop gedrukt. Ze studeert aan de agrarische hogeschool in Dronten en wil het familiebedrijf overnemen. Lekker met de koeien bezig zijn, daar wordt ze rustig van. „En je bent eigen baas.”

Lieke Versteden met Jan, de broer van haar vader. Foto John van Hamond

Minder rustgevend vindt Lieke het landelijke stikstofbeleid. Het Rijk wil dat de stikstofuitstoot in de landbouw in 2030 met 41 procent is gedaald, om kwetsbare natuurgebieden (Natura 2000) te beschermen. Voor de meeste boeren, zoals Lieke en haar familie, is het nog onduidelijk hoeveel minder stikstof ze precies moeten uitstoten. Die berekeningen moet het kabinet nog maken. Het Rijk heeft ook nog niet uitgestippeld hoe boeren hun uitstoot precies moeten verminderen. De familie Versteden weet dus niet of ze moet stoppen, inkrimpen of innoveren.

De veerijkste provincie

Sinds de Raad van State in 2019 oordeelde dat de overheid de Natura 2000-gebieden niet voldoende tegen stikstof beschermde, krijgt de stikstofproblematiek landelijk veel aandacht. In Brabant is dat al een stuk langer het geval. Dat komt onder meer doordat het de veerijkste provincie van Nederland is. In Brabant wonen meer varkens (ruim vijf miljoen) dan mensen (nog geen drie miljoen), volgens CBS-cijfers. Ook houden boeren er bijna zeshonderdduizend koeien en bijna tweehonderdduizend geiten.

Waar de familie Versteden nog niet te maken heeft met landelijke stikstofregels, heeft ze wel te maken met Brabantse maatregelen. Daar is ook al jaren discussie over in de Provinciale Staten. Tegenstanders vinden het onnodig dat Brabant voorop loopt als het gaat om stikstofbeleid en willen dat de provincie de landelijke lijn volgt. Ook boeren roeren zich, want doordat Brabant vooruitloopt op landelijk beleid, is er nog veel onduidelijkheid omtrent de Brabantse regels. Ze zijn bang dat die regels straks niet stroken met die van het Rijk en ze dus voor niets investeren in bepaalde stalaanpassingen.

In 2009 sprak de provincie Brabant met landbouw- en natuurorganisaties af dat veehouders in 2028 de helft minder stikstof moesten uitstoten. In 2016 schreef het toenmalige college (VVD, SP, D66, en PvdA) aan de Staten dat er „alarmerende signalen” waren dat de vermindering van die uitstoot niet snel genoeg ging. Daarom besloot de provincie halverwege 2017 dat de Brabantse veehouders hun stallen vóór 2022 ‘emissiearm’ moesten hebben gemaakt.

Foto’s John van Hamond

De familie Versteden had moeite met deze maatregel. Koeienstallen moesten dichte stalvloeren krijgen in plaats van roostervloeren, zodat de stikstof niet meer kon ontsnappen. Maar er kleven risico’s aan dichte stalvloeren. Zo kan een explosie ontstaan, doordat mestgassen zich onder de vloer ophopen. Ook krijgen koeien eerder klauwproblemen. En de vloeren kosten veel geld, terwijl de familie niet overtuigd is van de werking ervan. „Boeren willen echt meebewegen, we zijn niet flauw. Je zou het misschien niet zeggen, maar we zijn net mensen”, zegt Lieke. Haar moeder, die tegenover haar aan tafel zit, lacht. Lieke: „We zijn een innovatieve sector, maar we gaan niet iets aanschaffen waarin we niet geloven.”

Toen in 2019 de boerenprotesten uitbraken, viel het Brabantse college (VVD, CDA, GroenLinks, D66, en PvdA) kort erna over de ‘stallendeadline’ van 2022. In oktober 2019 hadden er boze boeren voor het provinciehuis gestaan. Ze waren niet alleen boos over het landelijke stikstofbeleid, ook over de Brabantse deadline. ‘Boerenpartij’ CDA zat niet in het college toen de deadline werd vastgesteld, maar tekende in 2019 wel het nieuwe bestuursakkoord waarin de deadline van 2022 stond. Toch kwam de CDA-fractie kort na de protesten van oktober met een motie waarin ze pleitte voor het volgen van de landelijke lijn. De twee CDA-gedeputeerden boden daarop hun ontslag aan en niet veel later stapte de CDA-fractie uit de coalitie.

Je zou het misschien niet zeggen, maar we zijn net mensen

Lieke Versteden veehouder in spe

Voorjaar 2020 was er een nieuwe Brabantse coalitie, bestaande uit VVD, Forum voor Democratie, Lokaal Brabant en wederom CDA. In het bestuursakkoord van het centrumrechtse college was de datum voor de stallendeadline met twee jaar opgeschoven naar 2024. Al na ruim een jaar braken VVD en CDA met Forum, naar aanleiding van heibel in de landelijke tak van die laatste partij. Het ‘oude’ college keerde terug, maar de nieuwe stallendeadline bleef staan.

Intussen ging familie Versteden op zoek naar andere manieren om haar stikstofuitstoot te verminderen. Sinds een paar jaar gebruiken ze het Zwitserse Kopros, een biologisch middel dat elke maand op de stalvloeren moet worden gespoten. De twee Tilburgse broers die Kopros in Nederland aan de man brachten, zeiden tegen Omroep Brabant dat het middel voor zo’n twee derde minder stikstofuitstoot zorgt.

Lieke loopt één van de stallen binnen om te tonen hoe ze de stikstofuitstoot van hun koeien meten. Die steken nieuwsgierig hun koppen tussen de hekken. Boven hen hangt een lange draad. Om de paar meter hangt er een metertje in de vorm van een soort zuignap. Volgens Lieke tonen de metertjes dat er zo’n twee derde minder uitstoot is. „Door het middeltje heeft de mest ook niet meer zo’n sterke geur. Je ruikt nu bijna alleen nog het voer.”

Dichte stalvloeren

Aan de Brabantse stikstofregels heeft de familie hiermee nog niet voldaan, Kopros staat (nog) niet op de lijst met door de overheid goedgekeurde methoden voor stikstofreductie. Daar staan bijna alleen dichte stalvloeren op. Of boeren zo voldoen, is sinds september 2022 ook ongewis. Toen zette de Raad van State voorlopig een streep door de emissiearme stalvloeren. Volgens de RvS is het onduidelijk of de stalvloeren zoveel reductie opleveren als de producenten beloven. Tot dit duidelijk is, mogen geen vergunningen worden verleend.

Sinds kort staan er nog een paar andere methoden op de lijst, die zijn óf heel duur óf boeren hebben praktische bezwaren. Ook zijn boeren bang dat die methoden óók geen stand houden bij de rechter.

In december debatteerden de Staten over het wéér uitstellen van de deadline. Weer gingen boeren actievoeren bij het provinciehuis. Het debat was een „poppenkast” en „circusvoorstelling” zeiden boeren op de tribune, volgens het Brabants Dagblad. Ze waren ontevreden met de uitkomst van het urenlange debat: een halfjaar uitstel, tot juli 2024. Dat was een voorstel van vier van de vijf coalitiepartijen (VVD, D66, GL en PvdA). Het CDA wilde dat er pas in 2023 een nieuwe deadline wordt afgesproken.

Het Rijk heeft beloofd halverwege dit jaar meer duidelijkheid te geven over de lijst met goedgekeurde methoden. Als het Rijk dat haalt en de vergunningverlening weer op gang komt, hebben de boeren een jaar om een vergunning aan te vragen en hun stallen aan te passen.

Over de stallendeadline is het laatste woord nog niet gezegd. Er is weer een probleem als de vergunningverlening niet op tijd op gang komt. En als het CDA en de BoerBurgerBeweging aan de onderhandelingstafel zitten, kunnen de kaarten weer heel anders worden geschud. „Wij willen helemaal uit die datumdiscussie en aansluiten bij het landelijke stikstofbeleid”, zegt Tanja van de Ven, landbouwwoordvoerder van de Brabantse CDA-fractie. Ze is de nummer drie op de lijst voor de Provinciale Statenverkiezingen. „Voor ons is het bij eventuele onderhandelingen een harde voorwaarde dat die deadline verdwijnt.”

Ook de BBB, die volgens de laatste peilingen binnenkomt met zes zetels, wil „terug naar het landelijk beleid”, zegt Marcel Berkvens, nummer twee op de lijst. Op de vraag of dit een harde voorwaarde is, zegt hij: „Wij willen niemand uitsluiten, maar denken heel goed te kunnen uitleggen waarom we die deadline van tafel willen.” Volgens de ex-varkensboer „hoeven we in Brabant niet roomser te zijn dan de paus”.