Op deze school werden kinderen geslagen. Toch mochten de leerkrachten blijven

De Platoschool in Amsterdam.


Foto Martin Alberts/Stadsarchief Amsterdam

Interview

Yara Hannema Op de spirituele Platoschool in Amsterdam werden in de jaren 80 en 90 kinderen met een ‘hoog bewustzijnsniveau’ gekweekt. Ze kregen ook lijfstraffen. Toen dat naar buiten kwam, mocht de school openblijven. Oud-leerling Yara Hannema (39) maakte een documentaire.

Tien jaar oud was Yara Hannema toen ze voor het eerst moest mediteren op school. Het was een plechtige initiatie. Ze werd binnengeleid in een donkere kamer met bloemen en wierook, waar ze haar persoonlijke, geheime mantra te horen kreeg. „Ik mocht het met niemand delen, zeiden ze.” Daarna werd ze alleen gelaten, in stilte.

Op de Platoschool in Amsterdam werden in de jaren 80 en 90 kinderen met een ‘hoog bewustzijnsniveau’ gekweekt. Ze kregen, naast taal en rekenen, les in Sanskriet, meditatie en oosterse en westerse filosofie. Schrijven gebeurde met kroontjespennen en inktpotjes. De jongens kregen boksles, de meisjes deden aan abhinaya, een Indiase dans.

Hannema (39), ex-leerling, maakte een documentaire over haar oude basisschool. Daarin vertellen leerlingen, docenten en haar ouders over het ongelooflijke experiment, dat duurde van 1983 tot 2002. Een afrekening is het zeker niet, vertelt Hannema in een Amsterdams café – ze heeft er „nooit met gestrekt been in willen gaan”.

Ze wilde vooral begrijpen hoe het zo kon ontsporen. Want misgaan deed het met de Platoschool, en niet zo’n beetje ook: in naam van zelfinzicht en wijsheid kregen de kinderen lijfstraffen, vaak ten overstaan van hun klasgenoten. Midden jaren 90 kwamen de mishandelingen aan het licht; zes jaar later zou de Platoschool noodgedwongen haar deuren sluiten, door teruglopende leerlingenaantallen.

Het begon allemaal met verheven idealen – ook bij de ouders van Hannema. Zoals veel babyboomers gingen ze in de jaren 70 op zoek naar spirituele diepgang. Ze belandden bij de School voor Filosofie, een esoterisch centrum dat een mix van hindoeïsme, Bijbels denken en westerse filosofie propageerde.

Toen begin jaren 80 vanuit diezelfde beweging de Platoschool van start ging, in een pand aan het Amsterdamse Vondelpark, stuurden ze hun kinderen er met volle overgave heen. Dat het schoolgeld nogal hoog was (1.100 gulden per jaar), de meisjes rokken en de jongens vlinderdasjes moesten dragen en Yara, haar zusje en andere kinderen elke dag vanuit Haarlem op en neer moesten in een busje? Ze hadden het er allemaal voor over. „Van het schoolplan word je nóg enthousiast”, zegt haar moeder in de film.

Op de Platoschool ging het onderwijzen van innerlijke vrijheid gepaard met een grote nadruk op cijfers en presteren: elke dag een half uur extra les, veel huiswerk, muziekuitvoeringen tot ’s avonds laat. Met Kerst konden alle eerstegroepers al eenlettergrepige zinnetjes lezen, vertelde directeur Erik Sluyter in 1993 aan NRC. „Ze willen het zelf graag. Kijk maar hoe blij ze zijn. Kinderen zijn spiritueel. Ze weten heus wel dat de wereld verder strekt dan de lijfelijke aanwezigheid van hun teddybeer.”

De familie Hannema.
Foto Olivier Middendorp

Intelligente kinderen, zegt Yara Hannema, konden op de Platoschool „voortreffelijk uit de voeten, die werden uitgedaagd”. Voor wie meer moeite had met leren, zoals zijzelf, was de nadruk op presteren helemaal niet zo fijn. „Het was te veel voor mij.”

In de klas heerste een ijzeren discipline. Als je stout was, maakte de leraar een ‘straflimerick’ die je honderd keer moest overschrijven: „De schedelinhoud van John/leek wel op een ballon”. De beste versjes liet directeur Sluyter bundelen.

Slaag met een liniaal

Een andere gebruikelijke straf: slaag met een liniaal. Kinderen werden naar een kamertje naast het lokaal gedirigeerd, alwaar ze hun broek moesten laten zakken. Het gebeurde ook ten overstaan van de hele klas, zoals oud-leerling Melchior van der Giessen dertig jaar later – voor het eerst – vertelt: „Hij legde me op de voorste twee tafeltjes… ik werd geslagen met een plastic liniaal, die brak in twee stukken.”

Twee keer was Hannema er getuige van hoe een leerling op de blote billen kreeg. „Die vernederingen hadden grote impact op iedereen – óók op wie toekeek. Dat je niets kon doen, gaf een groot gevoel van machteloosheid. Eigenlijk had ik liever zelf slaag gekregen dan dat ik moest toekijken.”

Toch kan ze zich niet herinneren dat ze ooit met haar ouders gesproken heeft over wat ze zag: ze besefte niet dat het abnormaal was. En toen de mishandelingen in 1996 publiek werden omdat muziekdocente Angela Does naar buiten trad als klokkenluider, was hun eerste reactie: ongeloof. „We dachten zó dat het niet waar was, dat we jullie niet eens hebben gevraagd of die berichten klopten”, zegt haar moeder in de film.

Na de onthullingen gebeurde er nóg iets opmerkelijks. De onderwijsinspectie en justitie deden onderzoek – en troffen een schikking met de Platoschool. Drie leraren die hadden geslagen, onder wie directeur Sluyter, kregen elk 2.500 gulden boete en mochten gewoon voor de klas blijven staan. Tot vervolging is het nooit gekomen: volgens het Openbaar Ministerie had de school „afdoende” opgetreden.

Zoiets had nu „never ever gekund”, zegt Hannema. „De school zou direct zijn deuren hebben moeten sluiten. Ouders zouden véél kwader geweest zijn. Maar onze ouders waren óók leerlingen, bij dezelfde mensen, op de School voor Filosofie. Ze hadden heel veel respect voor die leraren.”

Lijfstraffen

Het aantal kinderen dat vanwege de lijfstraffen van school werd gehaald, zegt Hannema, was verwaarloosbaar. En ook na alle publiciteit in 1996 bleef het leerlingenaantal in eerste instantie stabiel – de school zou het nog járen uithouden. „Als je de kinderen van school haalde, moest je alle banden doorsnijden. Dan mocht je ook niet meer naar de School voor Filosofie. Dat wilden mensen niet.”

Het woord ‘sekte’, zegt Hannema, ligt „mega-gevoelig” bij oud-leerlingen van de Platoschool – én bij hun ouders. „Maar als je het zoekt op Wikipedia, zie je toch wel een heleboel gelijkenissen.”

Zelf verliet Hannema de Platoschool allerminst als een bewust en zelfverzekerd persoon, zoals de onderwijsfilosofie beoogde. In haar tienerjaren was ze onzeker en opstandig: na de mavo deed ze geen opleiding meer en doolde ze „zeker tien jaar” door het leven, van het ene uitzendbaantje naar het andere. Uiteindelijk vestigde ze zich als zelfstandig filmmaker.

Voor haar documentaire sprak ze met tientallen ex-leerlingen, maar het was „echt heel moeilijk” mensen met hun verhaal voor de camera te krijgen. „Ze voelen nog steeds een grote loyaliteit naar hun ouders. Publiekelijk spreken over wat er is gebeurd op de Platoschool, staat voor hen gelijk aan kritiek op hun ouders.”

Ook enkele oud-leerkrachten lieten zich interviewen. Niet directeur Sluyter, die overleed een jaar of tien geleden, wel bankier Paul van Oyen, de geestelijk leidsman van de School voor Filosofie. Uit die gesprekken, zegt Hannema, blijkt dat verantwoordelijken van destijds nog steeds „niet helemaal doorhebben hoeveel mensen er beschadigd van school zijn gekomen”.

Talloos waren de verhalen van oud-schoolgenoten die, net als zij, geen aansluiting in de samenleving konden vinden en jarenlang onzeker en zoekend zijn gebleven – of dat nog altijd zijn. Het „gevoel van machteloosheid en minderwaardigheid” dat hij overhield aan zijn publieke bestraffingen, zegt Melchior van der Giessen (46) in de film, „is meegegaan mijn leven in… ik worstel daar nog steeds mee.”

Hannema’s schatting is dat driekwart van de ex-leerlingen „negatieve herinneringen” heeft. Dat bleek tijdens de zes voorvertoningen die ze organiseerde voor oud-leerlingen, waar het er vaak emotioneel aan toeging. „Na afloop van de eerste vertoning liepen er twee mensen demonstratief weg, met de deur smijtend.”

Artikel 23

De Platoschool is een exponent van een voorbije tijd, waarin mystieke oosterse bewegingen als Bhagwan en Hare Krishna floreerden. Maar bijzondere scholen, waar kinderen op kosten van de overheid religieus of ideologisch getoonzet onderwijs krijgen, zijn in Nederland nog altijd in de meerderheid: zoals reformatorische, islamitische, hindoeïstische en Vrije Scholen. Met als meest experimentele voorbeeld: de ‘Renaissanceschool’ van Forum voor Democratie die dit schooljaar in Almere van start is gegaan. Allemaal dankzij grondwetsartikel 23, dat het bijzonder onderwijs ruimhartig financiert.

Over artikel 23 is Hannema door haar film anders gaan denken. „Ik zeg niet: verbieden, dat bijzonder onderwijs. Ik vind wel: of je moet op school les krijgen over álle goden, of over geen enkele god. Anders voed je kinderen op in een soort bubbel. Alleen als je kinderen ongeveer hetzelfde meegeeft op school vinden ze aansluiting bij de samenleving, kun je ongelijkheid tegen gaan.”

Tien maanden geleden, tijdens het monteren, werd ze moeder van een zoon. „Toen ik zwanger was, dacht ik nog: ik stuur hem naar het bijzonder onderwijs. Inmiddels weet ik: we doen hem gewoon op een openbare basisschool.”

De Platoschool, donderdag 9 maart, 22.31 uur, NPO2