China streeft naar wereldheerschappij

Geopolitiek Dat het China te doen is om economische groei, is een te beperkte aanname. Xi wil uiteindelijk dat zijn land het morele en materiële centrum is van de wereld, meent .

De openingsceremonie van het Chinese Volkscongres deze maand.
De openingsceremonie van het Chinese Volkscongres deze maand.

Foto Noel Celis / AFP

Het streven naar economische groei vormt de kern van China’s beleid, zo beweert menig geopolitieke analist in het Westen. In zekere zin is dat waar. De maatschappelijke instabiliteit als gevolg van economische stagnatie vormt immers een gevaar voor de macht van de Communistische Partij van China (CPC). Om die reden zijn de lockdownmaatregelen tegen corona abrupt losgelaten en worden er weer volop kolengestookte centrales gebouwd.

Anderzijds laat Beijings hardnekkige steun aan Rusland zien dat deze postideologische kijk op het regime te beperkt is. De ‘Oekraïne-crisis’ (het woord ‘oorlog’ is in de Chinese pers taboe) onderstreept dat. Weliswaar stroomt daardoor meer Russische olie naar het oosten, maar de Chinees-Russische handel valt nog steeds in het niet in vergelijking tot die met het Westen.

Op het gebied van grensoverschrijdende investeringen is Ruslands rol nog onbetekenender: de Verenigde Staten, Japan, de EU en China zijn daarin de hoofdrolspelers – waarbij China als voornamelijk ontvangend land de zwakste partij is.

Je zou verwachten dat Beijing om die reden Amerika en Europa niet voor het hoofd wil stoten, maar de kopstoten die het uitdeelt komen juist steeds harder aan. Sinds de Russische aanval op Oekraïne heeft Xi Jinping verschillende malen met Poetin gebeld, met Zelensky is de lijn dood.

‘Solide als steen’

Na zijn deelname eind februari aan de veiligheidsconferentie in München, liet Wang Yi, China’s topdiplomaat, Kyiv links liggen voor een ontmoeting met de Russische president Poetin. In dat gesprek betitelde Wang de Chinees-Russische relaties als ‘solide als steen’. Degenen die daarin een subtiele afzwakking lezen van de liefdesverklaring die Xi en Poetin in februari 2022 naar elkaar uitspraken („onze vriendschap kent geen grenzen”) doen er goed aan China’s zojuist gelanceerde twaalfpunten ‘vredesplan’ voor Oekraïne te bestuderen.


Lees ook: Als VS niet inbinden ‘zijn conflict en confrontatie onvermijdelijk’, zegt China’s belangrijkste diplomaat

Beijing roept daarin op tot respect voor het Handvest van de Verenigde Naties, maar noemt Rusland niet als grove schender van het kernbeginsel van die organisatie: de territoriale integriteit van staten. Beijing ziet een staakt het vuren als een voorwaarde voor vrede en beticht het Westen ervan garen te spinnen bij zijn toenemende wapenleveranties aan Kyiv.

De Duitse minister Annalena Baerbock (Buitenlandse Zaken, Groenen) weerlegde deze absurde omdraaiing van agressor en slachtoffer met een treffende oneliner: „Als Rusland ophoudt met vechten eindigt de oorlog, als Oekraïne dat doet, houdt Oekraïne op te bestaan.”

President Zelensky zei „te willen geloven dat China geïnteresseerd is in een eerlijke vrede”, maar stelt als voorwaarde dat Rusland zich eerst terugtrekt uit alle bezette gebieden. Hij ziet met andere woorden het Chinese vredesplan als een non-starter.

Het wegvallen van Poetin zou de schijnwerpers van de vrije wereld scherper dan gewenst richten op de grootste dictatuur op aarde

De vraag waarom Beijing een onhaalbaar plan lanceert dat de Europeanen enkel irriteert is lastig te beantwoorden. Het heeft te maken met het confucianistische zelfbeeld dat China als moreel verheven natie de plicht heeft om de barbaarse buitenwereld te ordenen – te ‘harmoniseren’ in Chinees taalgebruik.

Maar er is ook een meer prozaïsche, marxistische verklaring. Xi’s speeches voor het partijkader hameren er keer op keer op dat de kapitalistische wereld onder leiding van de Verenigde Staten erop uit is om China’s ‘socialistische’ systeem omver te werpen. Dat zou voor de ongeveer honderd families die het land als een persoonlijk leengoed beschouwen een regelrechte ramp zijn.

Imperialistische zielsverwant

In de verdedigingslinies die de CPC tegen dat doemscenario optrekt speelt het Rusland van Poetin een bijzondere rol. In een in 2015 gehouden speech wijt Xi Jinping de ondergang van de Sovjet-Unie aan de zwakte van het toenmalig leiderschap: „In verhouding had de Sovjet Communistische Partij meer leden dan wij, maar niemand was mans genoeg om op te staan en zich te verzetten.” In Poetin, die de ondergang van de Sovjet-Unie de grootste ramp van de 20ste eeuw heeft genoemd, ziet Xi een imperialistische zielsverwant die de ondermijning door het Westen niet langer accepteert en terugslaat. Daarnaast is Rusland als permanent lid van de Veiligheidsraad een nuttige bondgenoot in de verdediging en uitbouw van de onvrije wereldorde. Het wegvallen van Poetin zou de schijnwerpers van de vrije wereld scherper dan gewenst richten op de grootste dictatuur op aarde.


Lees ook: Rusland en China zoeken steun en kracht bij elkaar – wat verbindt hen?

Xi’s wantrouwen voor het Westen leidt tot de bouw van een ‘Fort China’ waarin ‘veiligheid’ (lees: het voortbestaan van de CPC) centraal staat. Maar er is ook een offensievere, optimistischere kant aan zijn wereldbeeld. Op 7 februari – dezelfde dag dat Joe Biden zijn State of the Union-speech hield – sprak Xi de top van de CPC en het leger toe. „De modernisering met Chinese kenmerken”, zo legde hij uit, „is niet alleen superieur aan het kapitalisme, zij dient ook als model voor de moderniseringsstrategieën van de meeste ontwikkelingslanden. China heeft de mythe doorbroken dat modernisering gelijk staat aan verwestering.” Deze uitspraak spreekt boekdelen over hoe Xi Jinping de internationale orde in de 21ste eeuw zich ziet voltrekken. De toekomst is niet aan het Westen of het westerse gedachtegoed, maar aan de ruwweg 160 overige landen die meer in ontwikkeling dan democratie zijn geïnteresseerd. Landen waarvan de meesten bovendien snel geïrriteerd raken wanneer ze door hun voormalige koloniale meesters worden aangesproken op waarden als de rechtsstaat en vrijheid van meningsuiting.

Daar ligt Beijings ‘markt’, zowel in economische als ideologische zin. Het moment dat China het economische en technologische vermogen heeft om de westerse ‘hegemonie’ te doorbreken ligt niet ver in de toekomst. Dan herneemt Beijing zijn ‘natuurlijke’ rol als moreel en materieel centrum van de wereld.

Nu heeft China het Westen nog nodig, maar die samenwerking wordt gezien als tijdelijk en tactisch van aard. Zoals de Grote Leider het zelf formuleerde in zijn speech vorige maand voor de militaire en civiele top van het land: „We moeten op de lange termijn vasthouden aan de uitgezette strategie en die niet willekeurig veranderen. Tactisch kunnen we flexibel zijn, maar het beginsel ervan moeten we volgen.”