N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Spitsuur Rik en Maria Breur werken samen honderd uur per week, hebben twee pubers en zijn volop betrokken bij de lokale basketbalclub. „Ik denk dat wij het staartje zijn van een generatie waarin fulltime werken heel normaal was.”
Maria: „Rik en ik hebben best een druk leven. Ik werk veertig uur per week bij een belastingadvieskantoor, daarnaast hebben we een zoon van 14 en een dochter van 16, die dit jaar eindexamen doet. Het hele gezin is actief bij BV Hoofddorp, de basketbalvereniging. Rik als penningmeester, ik als wedstrijdsecretaris, coach en trainer en de kinderen als spelers. Alles bij elkaar redelijk intensief.”
Rik: „Ik heb een eigen bedrijf, Finsulate, een innovatieve scale-up waarmee ik producten ontwikkel om de algengroei op alles wat in het water ligt tegen te gaan. Zonder gif, dat is het innovatieve. Als er algen aan een schip groeien, wordt het oppervlak ruwer, neemt de weerstand bij het varen toe en dat kost snelheid en brandstof.”
Maria: „Op mijn werk hebben we net de jaarafsluiting achter de rug. Daarna volgt altijd een heel drukke periode met alle rapportages.”
Rik: „Ook in het weekend ben ik vaak met mijn bedrijf bezig. Ik schat dat ik er zo’n zestig uur per week aan besteed. Dat is niet erg, want mijn werk is ook mijn hobby. Ik heb een missie, ik wil de wereld een stukje mooier maken, vrij van giftige verf. Ik voel me uitvinder en ben door het Europees Octrooibureau in 2019 uitgeroepen tot Uitvinder van het Jaar. Dat voelt toch een beetje als Europees Voetballer van het Jaar, haha.”
Maria: „Toch hebben we een goede balans tussen werk en privé. En zo niet, dan proberen we een dag vrij te nemen. We zijn daarin redelijk flexibel, omdat ik deels vanuit huis werk en Rik eigen baas is.”
Rik: „Ik ben veel onderweg, naar bijvoorbeeld klanten en onderzoeksbureaus. Ik ben blij als ik eens een dag op kantoor zit. Ik werk veel met flexibele werkkrachten, zodat ik mij zelf kan bezighouden met innovatie.”
Maria: „Ik zou het ergens best fijn vinden om wat meer vrij te hebben, maar het is nu nog te druk op mijn werk om minder te gaan werken. Voor mijn gevoel is het ook nog te vroeg, hoewel mijn directe collega’s allebei parttime werken.”
Rik: „Ik denk dat wij het staartje zijn van een generatie waarin fulltime werken heel normaal was. Jongere collega’s werken veel makkelijker parttime. Ik zou niet per se minder willen werken, al heb ik wel het gevoel dat ik veel naast elkaar doe. Maar het is ook lastig om dingen te laten vallen. Je wilt dat én het bedrijf én de basketbalvereniging goed draaien.”
Maria: „Van nature zijn we gewoon harde werkers. En ik vind mijn werk erg leuk, dat maakt een stap terugzetten misschien ook lastig.”
Het gaf rust
Maria: „Rik en ik hebben elkaar in 1999 ontmoet bij basketbal. Hij was voor zijn werk bij TNO naar Den Helder verhuisd, waar ik woonde. Een collega van Rik was voorzitter van de basketbalclub. Zo is het gekomen.”
Rik: „Ik ben vervolgens bij Corus, nu Tata Steel, gaan werken. Daarnaast begon ik een eigen bedrijf in antifouling, tegengaan van de aangroei van algen, wier en zeepokken. Na een goede start is dat bijna zeven jaar geleden failliet gegaan. Er was een opdracht die niet lekker liep en een investeerder trok zich toen terug. Ik heb een doorstart gemaakt. Het was een vervelende periode, maar het gaf ook rust, zo’n nieuwe start. Ik ben na het faillissement kleiner begonnen en heb veel zelf gedaan. Inmiddels is de groei echt ingezet en werk ik vooral voor de pleziervaart. De grote scheepvaart wordt nu ook langzaamaan duurzamer en we doen daar dus ook steeds meer.”
Maria: „Mijn werk bestaat voornamelijk uit analyses maken, rapporten opstellen en presentaties voor het bestuur voorbereiden. Ik vind cijfers gewoon leuk.”
Rik: „Om boten te inspecteren duik ik weleens, al is dat eigenlijk meer snorkelen, zo ondiep. Mijn zoon heeft nu ook zijn duikbrevet en in de vakantie gaan we weleens een dag duiken. Toen ik Uitvinder van het Jaar werd, werd in het bijbehorende filmpje verteld dat een zeeëgel die ik tijdens het duiken zag me op het idee bracht hoe je aangroei van algen kunt tegengaan op een schip. Maar dat is maar een deel van het idee. Het is vooral een leuk verhaal.”
Goede gesprekken
Maria: „In onze vrije tijd spreken we regelmatig af met vrienden om te koken en te eten. En we gaan regelmatig naar een basketbalwedstrijd kijken, van de kinderen en neefjes en nichtjes.”
Rik: „Of we gaan uit eten, samen of met de kinderen.”
Maria: „Die kunnen echt genieten van goed eten.”
Rik: „Ze houden bijvoorbeeld van lamsvlees. Dan vertellen we er wel bij dat ze dus een jong schaapje eten.”
Maria: „Al willen ze soms ook drie dagen pizza. Maar het is gezellig dat ze met ons mee willen eten als we uitgebreid koken.”
Rik: „Dan beginnen we om vijf uur met een borrel en zitten om elf uur nog aan tafel.”
Maria: „Vaak voeren we dan goede gesprekken, wat het erg leuk en gezellig maakt. Maar dat hangt ook van hun (puber)bui af.”
Rik: „We proberen hen duurzaam op te voeden: niet te lang douchen, deuren dichtdoen. Onze dochter heeft weleens meegedaan aan een klimaatstaking.”
Maria: „Ze zijn duurzaam als het hun uitkomt, daar zijn het pubers voor.”
Rik: „Toekomstplannen hebben we niet echt, we leven redelijk bij de dag. Je moet elke dag dood kunnen gaan en nergens spijt van hebben, dat is onze levenshouding.”