N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Zzp’ers Lang werden zzp’ers gezien als slachtoffers van de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Nu krijgen zelfstandigen in de zorg en het onderwijs schuine blikken.
Voor veel zzp’ers is het een bron van frustratie: hun imago is het afgelopen jaar omgeslagen van slachtoffer naar slechterik. Vooral in sectoren als de zorg, het onderwijs en de kinderopvang wordt veel geklaagd over werknemers die hun vaste baan opgeven en zich vervolgens laten inhuren als zelfstandige. Zij krijgen meer inkomsten en meer vrijheid, terwijl de collega’s in dienst met een kleinere club opdraaien voor de minder gewilde roosterdiensten. Scholen en zorginstellingen moeten hun openstaande vacatures steeds vaker invullen met inhuurkrachten omdat er te weinig sollicitanten zijn. Inhuur is meestal duurder en dus gaan de budgetten sneller op.
Op sociale media en op de gespecialiseerde websites voor zzp’ers gaat het er soms hard aan toe. „Zzp’ers maken de zorg kapot. Komen in een dikke BMW aanrijden, nemen geen verantwoording, rapporteren niet en alle extra administratieve taken komen op het bordje van het personeel”, luidde een van de reacties op Twitter toen de NOS vorige maand meldde dat zorginstellingen van hun zzp-personeel af zouden willen. Op de website ZiPconomy zijn vooral voorstanders van zzp-werk te vinden. Maar ook daar klinkt ongerustheid: „Waar ik me wel zorgen om maak, is de steeds groter wordende groep ‘invliegende’ zzp’ers in de zorg”, schrijft gebruiker Bea eind februari. „Ze komen een dienst draaien en zijn weer weg, soms plakken ze er in de buurt nog een dienst achteraan. Onverantwoord aantal uren? Geen band met cliënten die toch allemaal vaak een flinke rugzak hebben, geen kennis van dossiers.”
De zzp’er in de zorg heeft inmiddels een imagoprobleem, zegt Lex Tabak, adviseur en eigenaar van website zzp-erindezorg.nl. Tabak, die als verpleegkundige in 2003 al de overstap maakte van loondienst naar een bestaan als zelfstandige, schrijft sinds 2006 over dit onderwerp. Hij maakt zich boos over werkgevers in de zorg die nu klagen dat ze in de problemen komen doordat werknemers uit dienst gaan om als zelfstandige verder te gaan. „Opeens geven zij zichzelf de slachtofferrol. Terwijl ze zelf al die jaren niet naar hun vaste personeel hebben omgekeken.”
Vaak horen werknemers op maandbasis wanneer ze zijn ingeroosterd; dat maakt het moeilijk om goede afspraken te maken met de kinderopvang of om sociale activiteiten te plannen
Organisaties in de zorg zijn nog heel ouderwets, zegt Tabak. Dat zie je bijvoorbeeld terug in de roostering. Vaak horen werknemers op maandbasis wanneer ze zijn ingeroosterd; dat maakt het moeilijk om goede afspraken te maken met de kinderopvang of om sociale activiteiten te plannen. „In het bedrijfsleven liggen die roosters meestal voor het hele jaar vast, dat geeft veel meer overzicht.” Door de kortetermijnplanning en de personeelstekorten moeten de werknemers steeds op ad-hocbasis extra diensten doen. „En voor de gaten die dan nog overblijven, bellen ze het zzp-bemiddelingsbureau. Die komen dan steeds een dag bijspringen, wat voor iedereen onrustig is, voor collega’s en voor patiënten. Met een betere planning zouden ze maanden van tevoren weten wat er nog nodig is en dan kan die zzp’er ook langere tijd komen.”
Te onstuimige groei
Het aantal flexwerkers in Nederland groeit te onstuimig, zo klinkt het al jaren onder politici, vakbonden en beleidsadviseurs. Van die flexwerkers, waartoe bijvoorbeeld ook uitzendkrachten behoren, verhuurt een toenemend deel zichzelf als zelfstandige. In december maakte het CBS bekend dat het aantal zzp’ers in een jaar met 127.000 was gegroeid naar 1,2 miljoen. Dat is 12,5 procent van de 9,6 miljoen mensen met betaald werk. De toename was het grootst in de zorg- en welzijnsberoepen.
Waar komt dat animo vandaan? Geld en vrijheid spelen op dit moment de belangrijkste rol. De nadelen lijken in de huidige arbeidsmarkt minder zwaar te wegen, ook al zijn ze er volop. Wie als zzp’er wordt ingehuurd, wordt bij ziekte niet doorbetaald, kan van de ene op de andere dag zonder werk komen te zitten, bouwt geen WW-rechten op en heeft later geen aanvullend pensioen. Voor de consultant die 130 euro of meer per uur kan declareren, is het niet zo moeilijk om die risico’s zelf af te dekken – al brengt ook die groep lang niet altijd de discipline op om keurig potjes te maken of verzekeringen af te sluiten. Maar voor de groep zzp’ers in laagbetaalde banen, zoals pakketbezorging en huishoudelijk werk, is die afweging tussen inkomen nu en later vaak helemaal niet te maken.
Al decennia zijn werkgevers de grootste aanjager van de zzp-constructie. Niet eens zozeer vanwege de verschillen tussen salarissen en inhuurtarieven, maar wegens de flexibiliteit. Gaat het goed met de opdrachtenportefeuille, dan kunnen er snel extra mensen worden ingezet. Zit het economisch tegen of heeft de organisatie mensen met een andere expertise nodig, dan ben je van je inhuurmedewerkers zo weer af. Sommige sectoren, zoals de thuiszorg, dwongen vanaf de jaren tien vrijwel al hun vaste personeel om als zelfstandige door te gaan met hetzelfde werk, maar dan goedkoper.
Platformbedrijven als Uber en Deliveroo bouwden hun hele verdienmodel op de inzet van zzp’ers. Daarbij was hun argument dat zij geen werkgever waren, maar bemiddelaar. Eind maart zal de Hoge Raad een oordeel vellen over deze constructie. Waarschijnlijk dan, want de uitspraak is al verschillende keren uitgesteld.
Nieuwe machtsverhoudingen
Wellicht vinden de hoogste rechters dit dossier net zo ingewikkeld als de regering. Op het ministerie van Sociale Zaken hebben opeenvolgende ministers inmiddels al hun tanden stukgebeten op dit onderwerp. Hoe houden we ondernemerschap in stand, beschermen we de zwakkeren op de arbeidsmarkt én zorgen we ervoor dat iedereen via premies en belastingen bijdraagt aan de sociale zekerheid?
Op de krappe arbeidsmarkt zijn de machtsverhoudingen aan het schuiven
Inmiddels zijn op de krappe arbeidsmarkt de machtsverhoudingen gaan schuiven. In sectoren waar de salarissen lang achterbleven, zoals in de zorg en het onderwijs, is het nu nog lucratiever om de overstap naar het zzp-schap te maken. En de werkgevers die jarenlang tevreden waren met hun mix van vaste werknemers en flexibele inhuurkrachten zien de verhoudingen uit het lood slaan. En dus zijn zij nu de pleitbezorgers van minder zzp’ers. Te gemakkelijk, vindt zzp-adviseur Tabak. Ook hij ziet dat veel mensen nu zzp’er worden omdat ze zo meer verdienen. Maar daar hoeven de instellingen zich niet bij neer te leggen. „Zorg voor goede roosters, geef werknemers inspraak en meer autonomie. Het gaat de meeste overstappers niet om het ondernemerschap, ze willen zeggenschap over hun werk.”
Jan-Willem Duim (40) uit Amersfoort
‘Ik heb het gevoel dat ik nu meer van waarde ben’
„Maandag werk ik op een school in Amersfoort. Dinsdag in Monnicken-dam. Woensdag en donderdag in Hoevelaken. Vrijdag ben ik met mijn twee kinderen. Ik ben blij dat ik door het zzp’en meer flexibiliteit heb.
Ik werkte twaalf jaar in loondienst toen ik merkte dat veel invallers die via een uitzendbureau bij ons in mijn klas kwamen werken, snel uitvielen. Mijn indruk was dat dit kwam doordat ze zelf niks te zeggen hadden over het type school of zelfs de klas waar ze aan het werk gingen. En dat vooral de uitzendbureaus van de extra inkomsten bovenop het uurloon van de leerkracht profiteerden. Als zelfstandige kan ik zelf kiezen op welke scholen ik werk, en beter werk leveren omdat ik weet waar mijn kracht ligt. Ik vind een klas met gedragsuitdagingen bijvoorbeeld veel leuker dan een klas waar leerlingen alleen maar netjes werken. Dan moet ik scherper zijn en kan ik meer voor de leerlingen betekenen.
Ik werk nu maximaal acht weken op een school, omdat ik graag zoveel mogelijk leerkrachten in loondienst wil helpen ademruimte te krijgen. Door hen zo nu en dan een dag vrij te geven kun je ze enorm ontlasten. Vaak wordt gezegd dat zzp’ers heel duur zijn. Maar op de lange termijn besparen scholen juist geld omdat de inzet van zelfstandigen kan helpen om de werkdruk bij docenten in loondienst te verlichten. Ik heb het gevoel dat ik nu meer van waarde ben dan wanneer ik het hele jaar voor dezelfde klas zou staan.
Dat zelfstandigen in het onderwijs geldwolven zijn, vind ik onzin. Ik heb een platform opgericht waar onderwijs-zzp’ers en -opdrachtgevers elkaar kunnen vinden. Daar melden zich veel makelaars, stewards of stewardessen, ambtenaren en topsporters, die naast hun werk ook bevoegd zijn om voor de klas te staan. Die verdienen bij hun andere werk vaak meer dan als zelfstandige in het onderwijs.
De gemiddelde zelfstandige leerkracht vraagt zo’n zestig euro per uur. Dat klinkt misschien als veel, maar daar houd je misschien dertig euro van over. Bovendien betaal ik mijn eigen verzekeringen. En ik maak aan het eind van elk jaar geld over naar een pensioenfonds voor zzp’ers, dat mijn geld belegt.
Op den duur wil ik wel weer in loondienst werken. Als mijn kinderen op de middelbare school zitten bijvoorbeeld, dan lijkt meer vastigheid me juist prettig.”
René Dongelmans (54) uit Beetgem
‘Werkgevers behandelen ons als eenheidsworst’
„Ik werk al 35 jaar als psychiatrisch verpleegkundige, vooral gespecialiseerd in crisissituaties op een gesloten afdeling. Dat wil zeggen dat ik werk met mensen die in een psychose belanden of ernstig suïcidaal zijn. Dat is zwaar werk, maar ik haal er energie uit om die mensen te helpen. Vaak weet iemand in zo’n benarde situatie juist niet dat het niet goed gaat. Het moment dat iemand inziet dat hij of zij hulp nodig heeft, voelt heel dankbaar. Daarom is het vol te houden.
Op den duur begon het me wel tegen te staan dat mijn werk niet goed betaald werd en dat mijn leven werd bepaald door een rooster dat iemand anders voor mij maakte. Ik zat al zo’n twintig jaar in de hoogst mogelijke schaal in mijn cao en had geen perspectief om nog door te groeien in mijn salaris. Dat kon alleen als ik een vervolgopleiding zou gaan doen om daarna in een andere functie te gaan werken. Maar dat wilde ik helemaal niet. Ik hou van mijn werk.
Om meer regie over mijn eigen leven en meer tijd voor mijn gezin te hebben, ben ik zo’n vijf jaar geleden zelfstandige geworden. Privé leverde ik veel in toen ik in loondienst werkte. Mijn leven bestond alleen uit werk. Van ons verpleegkundigen wordt verwacht dat wij zorg op maat leveren: per individu bepalen wat het best bij diegene past. Maar wijzelf worden behandeld als eenheidsworst. Wij moeten in het door de werkgever bedachte plaatje passen en werken wanneer zij willen dat wij werken. Vroege diensten, avonden, nachten. Als je vraagt of het anders kan, is daar geen ruimte voor. Nu heb ik zo’n drie verschillende opdrachtgevers met wie ik voor een half jaar mijn diensten inplan. Zo zorg ik dat ik zeker ben van werk, maar ook dat ik meer tijd heb voor mijn gezin.
Het is jammer dat wij zzp’ers worden gezien als grijpgrage graaiers. Ik ben er qua inkomen weliswaar op vooruitgegaan, maar dat komt vooral doordat ik eigen keuzes kan maken over mijn pensioen en arbeidsongeschiktheidsverzekering. Omdat ik heel lang in loondienst heb gewerkt, hoef ik nu een minder groot deel van mijn salaris voor mijn pensioen apart te houden. Veel zorginstellingen hebben te maken met enorm verzuim onder personeel dat in loondienst werkt. Omdat ik nu veel meer vrijheid heb, haal ik meer plezier uit mijn werk en ben ik gezonder. Ik verzuim daarom nooit. Van collega’s in loondienst hoor ik juist dat ze dat enorm waarderen.”