De commissarissen bij Tesla steunen de toewijzing van een aandelenpakket ter waarde van bijna 30 miljard dollar (bijna 26 miljard euro) aan Tesla-oprichter en -topman Elon Musk. Mits de rechter de toewijzing niet afkeurt, groeit het aandelenpakket van Musk van ruim 12 naar meer dan 20 procent.
Musk heeft daarmee eindelijk wat hij wil: een fors hogere betaling voor zijn werkzaamheden bij Tesla. De topman voert al jaren juridische strijd over zijn beloning bij de autofabrikant. Die zou de hoogste in de geschiedenis van de VS worden, ware het niet dat de rechter in Tesla’s thuisstaat Delaware een stokje stak voor de beloning van 56 miljard (u leest het goed, miljard) dollar.
De rechter vond die vergoeding over het jaar 2018 exorbitant hoog en vreesde dat de Raad van Commissarissen die het goedkeurde, te veel op de hand van de topman was. Een streng controlerende RvC is geen sinecure in tijden waarin degene die het hardst kan schreeuwen, het meeste gedaan krijgt. Aan deze toewijzing schreven alleen president-commissaris Robyn Denholm en commissaris Kathleen Wilson-Thompson mee, en uiteindelijk verleende de hele RvC goedkeuring.
Het aandeel Tesla staat sinds de verkiezing van Donald Trump diep in het rood. Door het handelen van Musk, die in de eerste maanden optrad als ‘First Buddy’ die miljoenen ambtenaren ontsloeg, raakte Tesla in serieuze imagoproblemen. De verkopen liepen scherp terug en de winst kelderde. Bij de laatste halfjaarcijfers moest Tesla de grootste omzetdaling in tien jaar tijd slikken.
Lees ook
Het politieke avontuur van Elon Musk is voorbij
Inmiddels is de bromance in het Witte Huis in ruzie uiteengespat en is Musk weer terug bij Tesla. Daar dreigt hij al een paar maanden op te stappen als hij geen hogere betaling krijgt. Dit dreigement viel in vruchtbare aarde bij de RvC: “Elon erbij houden is belangrijker dan ooit tevoren”, luidde de uitleg van Tesla aan de aandeelhouders. Musk mag de aandelen pas over twee jaar verzilveren, mits hij dan nog topman van Tesla is.
Liveblog Economieblog
PostNL wil snelle beslissing rechter over compensatie door overheid
De commissarissen bij Tesla steunen de toewijzing van een aandelenpakket ter waarde van bijna 30 miljard dollar (bijna 26 miljard euro) aan Tesla-oprichter en -topman Elon Musk. Mits de rechter de toewijzing niet afkeurt, groeit het aandelenpakket van Musk van ruim 12 naar meer dan 20 procent.
Musk heeft daarmee eindelijk wat hij wil: een fors hogere betaling voor zijn werkzaamheden bij Tesla. De topman voert al jaren juridische strijd over zijn beloning bij de autofabrikant. Die zou de hoogste in de geschiedenis van de VS worden, ware het niet dat de rechter in Tesla’s thuisstaat Delaware een stokje stak voor de beloning van 56 miljard (u leest het goed, miljard) dollar.
De rechter vond die vergoeding over het jaar 2018 exorbitant hoog en vreesde dat de Raad van Commissarissen die het goedkeurde, te veel op de hand van de topman was. Een streng controlerende RvC is geen sinecure in tijden waarin degene die het hardst kan schreeuwen, het meeste gedaan krijgt. Aan deze toewijzing schreven alleen president-commissaris Robyn Denholm en commissaris Kathleen Wilson-Thompson mee, en uiteindelijk verleende de hele RvC goedkeuring.
Het aandeel Tesla staat sinds de verkiezing van Donald Trump diep in het rood. Door het handelen van Musk, die in de eerste maanden optrad als ‘First Buddy’ die miljoenen ambtenaren ontsloeg, raakte Tesla in serieuze imagoproblemen. De verkopen liepen scherp terug en de winst kelderde. Bij de laatste halfjaarcijfers moest Tesla de grootste omzetdaling in tien jaar tijd slikken.
Lees ook
Het politieke avontuur van Elon Musk is voorbij
Inmiddels is de bromance in het Witte Huis in ruzie uiteengespat en is Musk weer terug bij Tesla. Daar dreigt hij al een paar maanden op te stappen als hij geen hogere betaling krijgt. Dit dreigement viel in vruchtbare aarde bij de RvC: “Elon erbij houden is belangrijker dan ooit tevoren”, luidde de uitleg van Tesla aan de aandeelhouders. Musk mag de aandelen pas over twee jaar verzilveren, mits hij dan nog topman van Tesla is.
Liveblog Economieblog
PostNL wil snelle beslissing rechter over compensatie door overheid
In de sportwereld ging het nieuws afgelopen mei als een lopend vuurtje. Zes maanden na de geboorte van haar dochter Pepper, eindigde de Canadese Stephanie Case (42) als eerste vrouw bij de grootste ultramarathon van Groot-Brittannië. Ze liep de Snowdonia trail in een tijd van 16.53,22, en gaf Pepper tussendoor drie keer borstvoeding.
Ik denk dat het verhaal niet alleen viral ging vanwege die indrukwekkende prestatie, maar ook omdat Case de schijnwerper richtte op iets wat veel sportvrouwen wegmoffelen: hun leven als moeder. We weten heus wel dat sportvrouwen soms ook moeder zijn, maar toch lijkt het alsof een topsportlijf niets te maken heeft met het lichaam dat zo veel doorstaat als het nieuw leven draagt, een kind baart, door een hormonale achtbaan gaat en voeding geeft.
Een goed evenwicht vinden tussen topsport en moederschap is niet makkelijk, wees een recente studie onder Noorse topsportvrouwen eerder uit. Niet omdat vrouwen die combinatie niet aankunnen, maar omdat ze te weinig ondersteuning krijgen van sponsoren en sportfederaties. „Er is behoefte aan duidelijk beleid met betrekking tot zwangerschap en zwangerschapsverlof in de topsport, evenals verder onderzoek naar intensief trainen tijdens zwangerschap en een veilige rentree in de sport na de bevalling”, schrijven de onderzoekers. Ze stellen dat moederschap met kundige begeleiding goed te combineren is met topsport, en dat moederschap een sportcarrière zelfs een lift kan geven. „Met de juiste ondersteuning hoeft moederschap de carrière van een sporter niet vroegtijdig af te kappen.”
Ik zocht contact met Case, en vroeg haar wat ze het moeilijkste vindt aan de combinatie topsport en moederschap. Haar antwoord sluit aan bij wat de vrouwen in het Noorse onderzoek ook zeggen: „Het gevoel dat ik als sportvrouw met een kinderwens aan mijn lot werd overgelaten.” Omdat er zo weinig wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar deze thematiek, zei ze, zeggen artsen vaak tegen sportvrouwen dat ze het rustiger aan moeten doen als ze kinderen krijgen, of een punt achter hun carrière moeten zetten. „We worden gedwongen te kiezen tussen het moederschap en onze passies. Dat zou niet zo moeten zijn.”
Niet iedereen kon het waarderen, vertelde Case, dat ze tijdens de race haar kind aan de borst legde. „Mensen zeiden dat ik egoïstisch was of thuis had moeten blijven bij mijn baby, en sommige vrouwen klaagden dat mijn verhaal andere moeders alleen maar meer onder druk zette om ‘alles te doen’. Ik denk dat er nog veel werk moet worden verzet om de druk, de controle en het oordeel over nieuwe moeders te verminderen, en ook om te beseffen dat moeders multidimensionaal zijn. Het is volkomen acceptabel – en het zou aangemoedigd moeten worden – dat nieuwe moeders hun passies en dromen blijven nastreven.”
Veel sportvrouwen lijden in stilte onder de problemen die ze (in aanloop naar) het moederschap ervaren, zegt Case. Ze spreken zich niet uit omdat ze bang zijn hun kansen op sponsoring te vergooien, en vanwege schaamte, „want er is nog steeds sprake van een stigma”.
Heeft Lizzie Deignan, de succesvolle Britse wielrenster die vorige week stopte met koersen, omdat ze in februari haar derde kind verwacht, soortgelijke ervaringen? In 2018 beviel Deignan (36) van een dochter, in 2022 van een zoon. Sindsdien won ze onder meer Luik-Bastenaken-Luik (2020), La Course (2020) en Parijs-Roubaix Femmes (2021).
Deignan zegt dat het haar verbaasd heeft hoe zwaar het was om het wielrennen te combineren met de zorg voor een kind. Zwaarder dan bijvoorbeeld het fysieke herstel na een bevalling. Niet zo zeer omdat ze vaak op de kinderen paste – dat deed haar man, oud-wielrenner Philip Deignan, als zij races reed – maar omdat ze na trainingen niet meer onbezorgd van de fiets kon stappen om te herstellen. Dan ging alle aandacht meteen naar de kinderen uit.
Net als Case begrijpt Deignan niet waarom er zo weinig wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan naar topsport en moederschap. Hoe zit het bijvoorbeeld met intensieve inspanning tijdens de zwangerschap? „Vaak zat ik in mijn eentje te Googlen, omdat er geen experts waren die me door het proces konden leiden.”
Tegenwoordig kunnen wielrensters die een kind krijgen, terugvallen op clausules in UCI-contracten, maar waarom worden die clausules niet in de contracten van mannelijke collega’s opgenomen, vraagt Deignan zich af. „Zolang dat niet het geval is, draag je uit dat de zorg voor kinderen de verantwoordelijkheid van vrouwen is.”
Als er één sportbond is die veel oog heeft voor moederschap in topsport, dan is het tennisbond WTA. Via het Maternity Fund Program krijgen speelsters tot maximaal een jaar financiële ondersteuning bij zwangerschap (bedragen worden niet genoemd) . Ze kunnen ook een bijdrage krijgen voor behandelingen in een vruchtbaarheidskliniek, en hebben recht op een beschermde ranking als ze meer dan 10 weken op rij uit de roulatie zijn wegens een behandeling in zo’n kliniek.
Oud-tennisster Maria Sharapova (38) is een van degenen die zich hard heeft gemaakt voor deze regelingen. Ze voelt zich zó betrokken bij het onderwerp, dat ze recent besloot te investeren in Cofertility, een Amerikaans bedrijf dat onder meer eicellen invriest. Is dat het antwoord op de soms lastige combinatie van topsport en moederschap? En wie moet de kosten (zo’n 15.000 dollar in de VS) betalen?
„Ik denk dat elk team, elke competitie of elke sportorganisatie die daartoe in staat is, het invriezen van eicellen aan sportvrouwen moet aanbieden”, mailt Sharapova, die zelf op haar 35ste een kind kreeg. „Het is voordelig voor beide partijen: sporters kunnen hun carrière verlengen zonder hun kinderwens op te hoeven geven, terwijl teams, competities en sportorganisaties langer van hun talent kunnen profiteren dan anders het geval zou zijn.”
Sharapova is het met me eens dat het invriezen van eicellen niet iets is waar sportvrouwen openlijk over praten. „Er rust nog steeds een stigma op vruchtbaarheid en reproductieve gezondheid”, zegt ze. En al helemaal in de sportwereld, waar speelsters er voortdurend op gewezen worden dat ze taai moeten zijn. Ze noemt het „cruciaal” dat dat verandert.
Toen de topman van techbedrijf Astronomer en het hoofd personeelszaken tijdens een Coldplay-concert in elkaar verstrengeld werden betrapt door kiss cam wisten ze niet hoe gauw ze moesten wegduiken. Niet veel later volgde hun vertrek bij het bedrijf. Wat je in je privétijd uitspookt kan gevolgen hebben voor je werk en zelfs leiden tot ontslag. Hoe zit dat in Nederland? Wanneer leidt (wan)gedrag buiten het werk tot ontslag en wanneer niet?
Hoe functioneert de werknemer?
Er zijn drie veel voorkomende categorieën te onderscheiden van gedrag buiten werktijd dat leidt tot een arbeidsconflict: een werknemer die in de gevangenis terechtkomt, drugsgebruik en het aangaan van een relatie met een cliënt of collega, zoals bij de Astronomer-rel.
Een strafrechtelijke vervolging heeft niet automatisch arbeidsrechtelijke gevolgen. „Als je vervolgd bent, wil dat niet zeggen dat jij je werk niet goed doet”, zegt Rez Gaff, jurist en docent arbeidsrecht aan Tilburg University. „De rechter kijkt altijd in de eerste plaats naar hoe die werknemer functioneert”, aldus Gaff. En als iemand goed functioneert, is wat iemand buiten werktijd heeft misdaan niet direct reden voor ontslag.
Dat bleek bijvoorbeeld in een zaak waarin een bankmedewerker ontucht had gepleegd met zijn stiefzoon. Hij had daarvoor een gevangenisstraf gekregen en zijn werkgever ontsloeg hem op staande voet. De man vocht zijn ontslag aan en de Hoge Raad oordeelde uiteindelijk dat het onrechtmatig was omdat het functioneren van de bankmedewerker losstaat van de ontucht die de medewerker pleegde. Voor de ontucht was hij bovendien al gestraft.
Werkgevers willen veiligheidsrisico’s of belangenverstrengeling voorkomen
Zelfs een gevangenisstraf leidt dus niet automatisch tot een ontslag. „Veelal leidt het wel tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, wat bij de kantonrechter gebeurt”, zegt jurist Gaff. Omdat je simpelweg niet beschikbaar bent om te werken, wordt je contract ontbonden. „In zo’n geval kun je nog recht hebben op een transitievergoeding en een WW-uitkering, waar je bij een ontslag op staande voet geen recht op hebt.”
Als er in de privétijd iets voorvalt, waardoor een werkgever niet meer met een werknemer verder wil, kan ook nog een beëindigingsovereenkomst worden getekend. Dan wordt een gang naar de rechter voorkomen. Bijvoorbeeld omdat (een van) beide partijen zo’n kostbare en lange procedure wil voorkomen. Procederen is niet altijd de beste optie, vindt Gaff. „Je moet altijd afwegen: wat zou ik bij de rechter kunnen krijgen wat ik nu nog niet heb gekregen? Soms kreeg je gewoon een mooie overeenkomst aangeboden en wil je door met je leven, in plaats van te blijven hangen in een bepaalde procedure.”
Heeft de werknemer een voorbeeldfunctie?
Als er een duidelijke relatie bestaat tussen de misdraging buiten werktijd en de uitvoering van het werk, kan ontslag toch op zijn plaats zijn. Dat schrijft arbeidsrechtadvocaat Pascal Besselink op LinkedIn, waar hij een lijst met rechterlijke uitspraken deelt die dat punt ondersteunen. Elke zaak wordt aan de hand van de specifieke feiten en omstandigheden beoordeeld door de rechter. En soms leidt dat tot ontslag.
Voor veel werkgevers is het namelijk van belang dat hun werknemers van onbesproken gedrag zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor zorg- of hotelmedewerkers, door wier gedrag cliënten zich van de zorgverlener of het hotel kunnen afkeren. „Vaak hebben werkgevers ook huisregels en gedragscodes, waarin duidelijk is vastgelegd wat wel en niet mag”, aldus Gaff. Zo kan drugsgebruik buiten het werk verboden zijn, met als consequentie ontslag op staande voet.
„Als je een arbeidscontract tekent, ga je akkoord met die regels, of je ze nu gelezen hebt of niet”, zegt Gaff. Naast relaties met patiënten of collega’s, is drugsgebruik ook vaak verboden in bepaalde beroepen. „Werkgevers willen een bepaald vertrouwen behouden en belangenverstrengeling of mogelijke veiligheidsrisico’s voorkomen.”
Sommige werkgevers nemen het zekere voor het onzekere en laten medewerkers een drugstest doen. Ook daarover diende een zaak, waarbij een hotelmedewerker die cocaïne had gebruikt was ontslagen, omdat ze weigerde aan een rehabilitatieprogramma deel te nemen. In die zaak oordeelde de Hoge Raad dat de inmenging in de privésfeer door de werkgever gerechtvaardigd was. „Het in stand houden van de reputatie en veiligheid van het hotel maakte de inbreuk proportioneel”, zegt Gaff.
Ten slotte zijn er zaken waarbij bepaalde standpunten onverenigbaar worden geacht met het werk. Zo deed een Greenpeace-medewerker op Facebook politieke uitspraken in strijd met de code of conduct van het bedrijf. De rechter ontbond het contract, en oordeelde dat de medewerker had gehandeld in strijd met goed werknemerschap. „De mening van die werknemer stond zo haaks op de kernwaarden van Greenpeace, waardoor werkgever imagoschade zou leiden als zij de werknemer nog in dienst zou houden”, stelt Gaff.
Dus
Wat je in je privétijd doet, is in principe privé. Maar toch kan hoe je je dan gedraagt consequenties voor je werk hebben. Of en hoe het je je baan kan kosten, hangt altijd af van de omstandigheden. Wees je in ieder geval bewust van wat je met je werkgever hierover hebt afgesproken. Als gedragingen jou en je werkgever in een lastig parket hebben gebracht, en je werkgever wil van je af, vraag jezelf dan af of het de moeite waard is om over te procederen.