Met zijn aanvallen op de Fed zaagt Trump aan een pijler van het financiële systeem

Het is zo’n pijler onder de economie waar je amper over nadenkt, totdat hij wordt weggeslagen: de onafhankelijkheid van de centrale banken. Niet politici, maar centrale bankiers moeten de stand van de rente bepalen, zo luidt al enige decennia de consensus in ontwikkelde landen.

Wanneer aan die pijler wordt gezaagd, kan het goed misgaan. Een voorbeeld: de Turkse president Recep Tayyip Erdogan ontsloeg in 2021 de president van de centrale bank Naci Agbal, omdat diens renteverhogingen hem niet zinden. Slecht voor de economie, vond Erdogan. Het resultaat van deze politieke interventie in het monetaire beleid: dalende rentes, maar ook gierende inflatie in Turkije (met een piek van 85 procent in 2022) die nog steeds niet is bedwongen, plus financiële onrust en onzekerheid.

Nu kan zomaar iets soortgelijks gaan gebeuren, maar dan in de grootste economie van de wereld. De Amerikaanse president Donald Trump heeft de voorbije weken zijn kritiek op de Federal Reserve, de centrale bank van de VS en de machtigste ter wereld, fors opgevoerd. Net als Erdogan eist Trump lagere rentes. En à la Erdogan speelt hij met het idee om de president van de Fed, Jerome Powell, te ontslaan.

Trumps fixatie

Deze woensdag houdt het Fed-bestuur een reguliere monetaire beleidsvergadering. Beleggers verwachten dat de centrale bank andermaal de druk van Trump zal weten te weerstaan om de rentes te verlagen. Maar tijdens de persconferentie van Powell na de vergadering zullen ze scherp letten op zijn woorden over de verdere renteontwikkeling. De Fed-rente ligt op een bandbreedte tussen de 4,25 en 4,5 procent. Dat moet „drie procentpunt lager”, zei Trump eerder deze maand.

Trump is al jaren, ook tijdens zijn eerste termijn (2017-2021), gefixeerd op lage rentes. Hij beschouwt goedkoop lenen als gunstig voor de economie, voor de beurs én voor zijn eigen vastgoed- en cryptovermogen. Recentelijk noemt Trump ook zijn behoefte aan een lage rente op de Amerikaanse staatsschuld, die door zijn begrotingsbeleid verder zal aanzwellen. De Fed kan de Amerikaanse overheid „een biljoen dollar” (duizend miljard) minder rente per jaar laten betalen, zei Trump laatst.

Trump beschouwt goedkoop lenen als goed voor de economie, de beurs en zijn vastgoedimperium

Powell houdt tot dusver zijn poot stijf. Hij geldt als onverstoorbaar man die onafhankelijkheid van de Fed beschouwt als groot goed. Tot dusver heeft de Fed er steeds op gewezen dat het inflatierisico hoog is – vooral vanwege het beleid van Trump. Diens invoerheffingen kunnen uiteindelijk de consumentenprijzen gaan verhogen, in juni liep de Amerikaanse inflatie al op.

De Fed-chef staat evenwel onder zware druk. Hij kreeg de voorbije weken sterk persoonlijk gerichte aanvallen vanuit het Witte Huis te verduren. Hij is een „vreselijk slechte” Fed-voorzitter, zei Trump meermaals, hij is „totaal rigide”, een „domkop”. „Ik ben verbaasd dat hij is benoemd”, zei hij eerder deze maand. Het was Trump zelf die Powell benoemde, eind 2017.

In een besloten overleg met Republikeinse afgevaardigden zwaaide Trump eerder deze maand met een ontslagbrief voor de Fed-baas. Trump zelf zei na deze bijeenkomst: „Ik had het met ze over het idee hem te ontslaan. Ik vroeg: wat denken jullie? Bijna iedereen zei dat ik het moest doen.”

De Amerikaanse wet biedt bescherming aan de Fed en zijn voorzitter, maar hoe hard die bescherming is, zal in de praktijk moeten blijken. De Federal Reserve Act (1913 ) gaf de Fed autonomie in het monetair beleid en het Hooggerechtshof bepaalde in 1935 dat de president de Fed-baas alleen mag ontslaan „for cause”, wat zoiets betekent als: bij wanbestuur of grove nalatigheid. Nog nooit ontsloeg een president een Fed-baas, hoewel eerdere presidenten, onder wie Richard Nixon en Lyndon Johnson, achter de schermen wel zware druk op hen uitoefenden de rente laag te houden of te verlagen.

De Trump-regering gaat veel verder en lijkt een mogelijke ontslaggrond „for cause” te hebben gevonden: de verbouwing van het Fed-hoofdkantoor in Washington, die flink duurder uit zal pakken dan begroot (2,5 miljard dollar, in plaats van 1,8 miljard). Trump stelt dat het gaat het om een excessief luxe verbouwing en zinspeelt op fraude, dingen die Powell en de Fed stellig ontkennen. Vorige week nodigde Trump zichzelf opeens uit in het Fed-hoofdkantoor, als een soort bouwinspecteur. Staand naast Powell voor de camera’s strooide hij met gefabriceerde cijfers over renovatiekosten, die Powell hoofdschuddend tegensprak – een ongekend schouwspel van intimidatie van een centralebankpresident.


Lees ook

Lees ook: Trump ruziet met Powell tijdens bouwinspectie bij de Fed

President Trump naast Fed-voorzitter Jerome Powell (r) op bouwinspectie bij de Fed

Politieke grillen

Trump speelt met vuur: wie aan de onafhankelijkheid van de centrale bank morrelt, kan de financiële stabiliteit op het spel zetten. Het financiële systeem is ingesteld op centrale banken die enigszins voorspelbaar handelen: in het belang van de economie als geheel, niet op basis van politieke grillen.

Niet voor niets trok een reeks topbestuurders uit de Amerikaanse financiële sector de afgelopen weken aan de bel over de onafhankelijkheid van de Fed. De bestuursvoorzitters van de banken JP Morgan, Citi, Goldman Sachs en Bank of America, en van Pimco, ‘s werelds grootste obligatiebelegger, noemden onafhankelijkheid allemaal van wezenlijk belang en waarschuwden voor marktonrust bij verdere politieke bemoeienis. Het Internationaal Monetair Fonds liet zich dinsdag in gelijke zin uit.

De beurzen lijken vooralsnog niet onder de indruk: op Wall Street volgt record op record. Maar kijk je naar de koers van de dollar, dan blijft die relatief zwak: de munt verloor sinds begin dit jaar 11 procent ten opzichte van de euro. In die koers zitten veel zaken besloten. Maar één daarvan is zeker de angst op de markten voor politisering van de Fed, door Donald Trump.