Het uiterste oosten van Rusland, rond schiereiland Kamtsjatka, is woensdag lokale tijd getroffen door een aardbeving, dat melden internationale persbureaus. Volgens de eerste metingen had de beving een kracht van 8,8, waardoor het een van de zwaarste aardbevingen in de geschiedenis is en er groot risico is op het ontstaan van tsunami’s in de Grote Oceaan.
Na de beving werden tsunami-alerts afgegeven voor onder meer Alaska, Hawaï, Nieuw-Zeeland, Californië, Mexico en Japan. Aan de Japanse Pacifische kust kregen bijna een miljoen mensen een evacuatieadvies. In het noorden van Japan steeg het water een halve meter, maar verder wordt geen grote impact op de kustgebieden verwacht.
Met name in Hawaï zijn er zorgen over de aankomst van grote golven op de kust. Volgens The New York Timeswerden de eerste tekenen van terugtrekkend zeewater rond half acht ’s avonds (half acht ’s ochtends Nederlandse tijd) gezien. De tsunamiwaarschuwing voor heel Hawaï is kritiek, Inwoners worden opgeroepen om ruim 0,8 mijl (ongeveer 1,3 kilometer) van de kust te blijven. Onder meer in Honolulu probeerden mensen zo snel mogelijk naar hoger gelegen gebieden te komen, waardoor het verkeer vast kwam te staan.
Bij het eiland Kamtsjatka in Rusland werden na de beving naschokken met een kracht van 6,9 geregistreerd. De haven van de Russische stad Severo-Koerilsk zou beschadigd zijn door een tsunami. Inwoners van de havenstad zouden op tijd geëvacueerd zijn.
In het Japanse Mukawa vluchten mensen naar de daken na de tsunamiwaarschuwing.
De spelers van FC Barcelona zullen volgend seizoen de slogan ‘DR Congo – Hart van Afrika’ op de achterkant van hun trainingsshirts dragen. Dat meldt de Spaanse topclub woensdag. De samenwerking is onderdeel van een vierjarig contract dat FC Barcelona heeft gesloten met de Democratische Republiek Congo.
De deal moet, zo meldt het persbericht, bijdragen aan het bevorderen van „de cultuur van sport en vrede”. Volgens onder meer The Athleticen de BBC kost de overeenkomst Congo zo’n 44 miljoen euro. De Congolese regering sloot eerder vergelijkbare overeenkomsten met AC Milan en AS Monaco. Volgens de Franse krant Le Monde betaalt Congo voor de driejarige deal met AC Milan 14 miljoen euro per jaar.
De deal met Congo roept veel kritiek op. In het oosten van het land zijn dit jaar grote gebieden in handen gevallen van rebellenbeweging M23, die in januari oprukte. In de eerste maanden van het conflict vielen zevenduizend doden, schatten de Verenigde Naties. Bijna een half miljoen mensen raakten ontheemd. Twee weken geleden werd er een staakt-het-vuren afgekondigd.
Geldgebrek
Ook gaat de binnenlandse voetbalcompetitie al jaren gebukt onder chronisch geldgebrek. Het seizoen 2022–2023 van de Linafoot, de belangrijkste nationale voetbalcompetitie, werd om die reden zelfs volledig afgelast.
Toch verdedigt de Congolese regering de investering. Minister van Sport Didier Budimbu noemde de deal tegenover de BBC een belangrijke stap in het „herpositioneren van Congo” als aantrekkelijke bestemming voor toerisme en buitenlandse investeringen. Het internationale imago van het land moet erdoor worden opgepoetst.
Fuck Israël stond nog in krijt, Free Palestine had hij al ingekleurd met een spuitbus. Nietsvermoedend stond graffitispuiter Niels Bakkerus afgelopen zondag tegen het middenuur op zijn trapje, toen twee politiebusjes over het fietspad naderden.
Bakkerus stond in De Berenkuil, een verkeersplein aan de ring van Eindhoven. Boven is bestemd voor auto’s, beneden op de rotonde rijden fietsers en lopen voetgangers. De wegen doorkruisen een openluchtmuseum van pieces, zoals graffiti-werken in de scene worden genoemd. Het is sinds 1997 de grootste gedoogplek voor graffiti in Nederland. Politie komt er niet – normaal gesproken.
Al de helft van zijn leven maakt Bakkerus muurschilderingen. In Eindhoven verfraaide hij het straatbeeld met muurschilderingen voor PSV bij het Philips Stadion en, tegenover het stadhuis, een om tachtig jaar vrijheid te vieren. Hij spuit maandelijks graffiti in de Berenkuil, altijd zonder problemen.
Het was zijn veertigste verjaardag, maar Bakkerus had een paar uurtjes over, dus ging hij afgelopen zondag met zijn trapje, zwarte verf en lichtblauwe spray aan de slag.
Ik ga erover nadenken
„Ik ga ermee door”, zei Bakkerus tegen de twee agenten die hem aanspraken en zijn identiteit noteerden. De politie had een melding gekregen „dat iemand opruiende teksten” in de Berenkuil aan het aanbrengen was, laat een woordvoerder schriftelijk weten. De agenten verdwenen, maar kwamen een kwartiertje later weer terug. Fuck Israël moest verdwijnen. Volgens een woordvoerder had de politie dat besloten in overleg met de chef van dienst, tevens hulpofficier van justitie. „Ik ga erover nadenken”, zei Bakkerus en hij spoot stoïcijns door.
Toen arriveerde volgens Bakkerus een derde busje en volgde „een heftige discussie”. De leus was zijn uiting van artistieke vrijheid en vrijheid van meningsuiting, maar hij vond het „toch best wel indrukwekkend” dat er inmiddels drie politieauto’s achter hem stonden.
Bakkerus ging twijfelen, vertelt hij woensdag op dezelfde plek aan NRC. Hij was er wel klaar mee, bij de derde politieauto die zondag. Met een roller zwarte verf ging hij over een aantal letters heen. Nu stond er F___ I_ra_l, Free Palestine. Toen kwam volgens Bakkerus een vierde busje, waarna hij met zijn roller Fuck helemaal weghaalde en gefrustreerd naar huis ging.
Dries van Agt
Bakkerus is al lang begaan met de Palestijnen. Als kind sprak hij erover met oud-premier Dries van Agt (CDA), een neef van zijn opa en pleitbezorger van de Palestijnse zaak. Als twintiger won hij een ontwerpwedstrijd van United Civilians for Peace (UCP), een samenwerkingsverband van Nederlandse ngo’s die campagnes tegen Israël voeren. Op kosten van UCP mocht hij afreizen naar een dorpje nabij Jeruzalem en een graffitiwerk aanbrengen op de door Israël gebouwde, illegale afscheidingsmuur door Palestijns gebied.
Bakkerus is geen prototype activist, vindt hijzelf. „Demonstreren met allemaal gelijkgestemden” vindt Bakkerus „preaching to the choir”.
Dit, graffiti spuiten, is zijn manier om zich te uiten.
Weken geleden was zijn oog gevallen op de vrijstaande muur aan de rand van de Berenkuil, zichtbaar van boven voor automobilisten en „in your face” voor passerende fietsers en voetgangers. Juist op deze plek, bekend om abstracte graffiti met extreme typografie, wilde Bakkerus „een kraakheldere, strakke boodschap” neerzetten.
Op zo’n moment proberen we in gesprek te gaan hoe iemand alsnog zijn statement kan maken, zonder aanstootgevende teksten te gebruiken
Aanstootgevend
Het aanbrengen van een boodschap als die van Bakkerus is „op zichzelf niet strafbaar”, laat een woordvoerder van de politie donderdag per mail weten. „Echter kan de tekst wel aanstootgevend en beledigend overkomen. Op zo’n moment proberen we in gesprek te gaan hoe iemand alsnog zijn statement kan maken, zonder aanstootgevende teksten te gebruiken.”
Dat er zondag vier busjes zijn uitgerukt om Bakkerus aan te spreken, kan volgens de woordvoerder kloppen. „Het verzoek was om de tekst te verwijderen” en „eenheden rijden vervolgens langs om te controleren of hier aan is voldaan”.
Het zat Bakkerus niet lekker dat hij zijn punt niet had kunnen maken. Hij raadpleegde advocaat Willem Jebbink, die vaker activisten bijstaat. Fuck Israël is volgens Jebbink niet opruiend, laat hij per mail aan NRC weten, omdat het geen oproep is tot het plegen van een strafbaar feit of geweld tegen het openbaar gezag.
Beledigend is de uitspraak volgens advocaat Jebbink ook niet. Hij verwijst naar het roepen van „Fuck de koning, fuck de koningin, fuck het koningshuis” waarvoor zijn toenmalige cliënt Abdul Kasim Al-Jaberi in 2014 bij een betoging tegen Zwarte Piet werd gearresteerd. Die uitspraak werd door het OM als niet beledigend beoordeeld en de zaak werd geseponeerd. Dat Bakkerus is aangesproken op zijn boodschap is volgens advocaat Jebbink „een beschamende en intimiderende inbreuk op de vrijheid van meningsuiting”.
Grijs vlak
Gesterkt door het advies van de advocaat stond Bakkerus woensdag gespannen op zijn trapje, voor poging twee. Dit keer kwamen er geen agenten. Fietsers staken hun duim op, klapten en stopten om foto’s te maken. Binnen een kwartier viel er Fuck Israël, Free Palestine te lezen. Dit keer zou het wel blijven staan – dacht hij.
Een dag later liet Bakkerus rond half drie ‘s middags zijn hond uit en zag hij dat de graffiti inderdaad nog intact is. Maar twee uur later is er alleen een groot grijs vlak te zien, zo stelt NRC vast.
Net na zessen komt er bericht: „Het klopt dat de gemeente de graffiti heeft overgeschilderd. Omdat we melding hebben ontvangen dat deze uiting als aanstootgevend wordt ervaren.” Foto Pim van der Hulst
Vijf minuten later ziet de kunstenaar het met eigen ogen, vanaf zijn racefiets. „Nou, mooie boel”, verzucht hij, met een glimlach van verbazing. Het liefst zou hij dezelfde woorden meteen terugspuiten, maar daar heeft hij donderdagavond geen tijd voor, hij vertrekt naar Berlijn. Toch gaat hij gelijk zijn spullen halen.
Wie zijn tekst overgeschilderd heeft? Voordat Bakkerus terug is met zijn spullen, laat een woordvoerder van de gemeente Eindhoven desgevraagd aan NRC weten dat zij de tekst heeft overgeschilderd: „Omdat we melding hebben ontvangen dat deze uiting als aanstootgevend wordt ervaren.”
Bakkerus, die ook opdrachten voor de gemeente heeft gedaan, zegt eenmaal terug bij de muur: „De ge-fucking-meente. Sjongejonge. Ze hadden toch even kunnen bellen?” Snel zet Bakkerus een, zo benadrukt hij, tijdelijke boodschap op de muur: „What they erase is what you need to see.” Wat ze uitwissen is wat je moet zien.
Lees ook
Bij Utrechtse acties en lawaaidemonstraties voor Gaza heerst vooral een gevoel van moedeloosheid
Deze zomer lees ik voor het eerst I.M., het beroemde boek van Connie Palmen uit 1998, over haar relatie met grote liefde Ischa Meijer. Hun liefde is er zo een waar je als omstander jaloers van wordt.
Ik geniet van elke bladzijde maar betrap mezelf meermaals op de gedachte ‘lekker ongezond dit’. Zo beschrijft Palmen een scène uit een reis die ze samen maken door de Verenigde Staten, waarin ze anderhalf uur in haar eentje gaat winkelen en zich in die korte tijd diep somber voelt omdat Ischa niet bij haar is. Honderd minuten eenzaamheid, noemt ze het. Als ze vervolgens tien minuten later dan afgesproken terug is bij het motel, zegt hij dat hij haar zal slaan als ze nog eens te laat komt.
Toxic! zouden we dat tegenwoordig noemen. Of een ‘red flag!’. Op een avond in bed vertel ik mijn lief over wat ik lees, het boek in de hand. Tevreden met het feit dat wij wel kunnen ademen als we fysiek niet in elkaars buurt zijn, analyseren we de relaties zoals wij ze als eind twintigers om ons heen zien.
De moderne liefde is voorzichtig, zeggen we. Eerst een paar maanden daten, rode en groene vlaggen tellen. Een man die we kennen wil alleen nog maar oudere vrouwen daten die ‘al hun trauma’s al hebben verwerkt’. Ze moeten als het ware ‘af’ zijn, hun grootste uitdagingen hebben overwonnen.
Een relatie moet niet meer hartstochtelijk, maar vooral ‘gezond’ zijn. Je moet als twee individuen in de relatie staan en niet ‘codependent’ zijn (je steeds voegen naar de wensen van de ander en zo jezelf kwijtraken). Jezelf prioritizen, je grenzen aangeven, genoeg me-time. De ander moet een aanvulling zijn – dus geen opvulling – op je verder toch al volle leven, dat in principe altijd voorrang krijgt op de relatie. Sowieso moet je eerst ‘van jezelf houden voordat er ruimte is voor een ander’. En los van je partner op vakantie moedigen we aan, stellen die alles het hele jaar samen doen vinden we clingy.
Een vriend van ons had misschien beter in de tijd van Connie Palmen kunnen daten. Na de eerste koffiedate op dinsdag wil hij op donderdag weer afspreken voor een biertje, zaterdag wandelen met de hond, zondag hardlopen en dinsdag tennissen. Op woensdag haken veel vrouwen dan af – ze vinden het te ‘intens’.
Die vriend zou het vast goed kunnen vinden met mijn vader, die mijn moeder ten huwelijk vroeg op de eerste dag dat ze elkaar ontmoetten. Behoorlijk dramatisch vond mijn moeder dat toen. Maar geen van haar vriendinnen noemde dat een ‘red flag’. Romantisch, dat was het. Tegenwoordig zouden ze mijn vader een ‘love bomber’ noemen – iemand die je overlaadt met liefde om je razendsnel voor zich te winnen en emotioneel afhankelijk te maken.
Stiekem voel ook ik me aangetrokken tot dit soort grote gebaren. Dagen waarop mijn lief en ik doen alsof de rest van de wereld niet bestaat. Maar op een doorsnee maandagavond hoor ik mezelf tegen een vriendin zeggen dat het zo goed is dat hij op vakantie met een vriend tijd voor zichzelf neemt. „Ik moet dat ook doen, mezelf op één.”