Met verzorging, voeding en rust zien te herstellen om de zware derde week door te komen

Frank van den Broek doet even zijn ogen dicht. Hij ligt op zijn rug op een massagetafel in een hotelkamertje, de bedden zijn ervoor aan de kant geschoven. Door het raam zijn de eerste bergtoppen van de Alpen zichtbaar. Als soigneur Teun Goedhart zijn ingeoliede duimen in de benen van de renner van Team Picnic PostNL zet, geeft Van den Broek geen krimp.

Maar vijf minuten heeft hij nodig, zegt Goedhart, voor hij weet hoe het met de renners gaat die hij onder handen neemt. Of de spieren nog een beetje soepel zijn, niet te stijf van vermoeidheid of spanning en daardoor geblokkeerd. Al voelend aan de kuiten van Van den Broek, concludeert de masseur dat de Nederlandse renner er nog goed bijligt. „Je zou niet zeggen dat hij in de derde week van een grote ronde zit.”

De laatste week van de Tour de France is volop in gang, en het is een van de snelste edities in jaren. Liefst vier etappes staan in de top-10 van snelste koersen van dit jaar, en etappe 9, waarin ploeggenoten Mathieu van der Poel en Jonas Rickaert er bij de start vandoor gingen en pas vlak voor de finish werden teruggepakt, was de snelste wedstrijd van de afgelopen vijf jaar; die dag reed winnaar Tim Merlier meer dan 50 kilometer per uur gemiddeld.

Dus is het niet gek dat bij de renners de vermoeidheid begint op te komen. Je voelt het aan simpele dingen, zegt Tim Naberman, de andere Nederlander in de Tourselectie van Team Picnic PostNL. „Als je de trap oploopt bijvoorbeeld, dat gaat gewoon niet meer zo soepel.” Van den Broek omschrijft het als „elke dag een beetje minder worden”, totdat „alles moeilijk” wordt.

Bij de rollerbank

Foto ALEXANDRE BAGDASSARIAN

Jonge kopman

In Parijs zijn ze nog niet. Na de koninginnerit van donderdag staat ook deze vrijdag nog een bergetappe met ruim 4.500 hoogtemeters op het programma. Ook nu kunnen de renners nog instorten, zou de jonge kopman Oscar Onley (22) zijn mooie vierde positie in het klassement kunnen verliezen, zouden renners buiten tijd kunnen binnenkomen. Dan zou het koninklijke onthaal op de Champs-Élysées, slechts twee dagen verder, toch te ver zijn.

Herstel is dus belangrijker dan ooit. Om ervoor te zorgen dat de renners goed kunnen blijven presteren, ook nu de reserves beginnen op te raken, focust de Nederlandse ploeg zich op drie aandachtsgebieden: voeding, verzorging en rust.

De blauwzwarte teambus van Team Picnic PostNL staat geparkeerd langs de kant van een afgesloten snelweg. De luifel is uitgeschoven – er is regen voorspeld – en de rollerbanken staan al uitgeklapt, al duurt het zeker een uur voor de renners deze woensdag zullen finishen in Valence.

Ik denk dat ik na een bergetappe weer zal schrikken van hoe groot het hoofdgerecht is

Frank van den Broek
wielrenner Team Picnic PostNL

In de bus ligt op het aanrecht van het keukentje vast het eerste deel van het herstelplan van de dag klaar: flesjes met donkerpaars kersensap, drinkbekers met proteïnepoeder, en tupperware-bakjes met pasta en worst.

Zodra de renners zijn gefinisht, begint het herstel. Eerst het flesje zure kersensap, dat vol antioxidanten zit. „Die helpen bij het spierherstel”, zegt Narelle Neumann, hoofd wetenschap van de ploeg. Eenmaal bij de bus worden de renners op de rollerbank gezet; de sprinttrein van de ploeg heeft zich tot diep in de finale bovenmatig ingespannen. Elke renner die met een hoge hartslag over de streep is gekomen, moet al trappend tot rust komen om stijfheid te voorkomen.

Nog tijdens hun cooling down krijgen de renners de drinkbeker met een herstelshake vol proteïnen, peptiden en koolhydraten in de handen gedrukt. „De spieren worden zwaar belast tijdens de koers, dus die moeten elke dag opnieuw worden opgebouwd”, zegt Neumann. Dan staat de pastamaaltijd klaar. Even oppiepen in de magnetron in de bus, en meestal hebben de renners het al op voordat ze wegrijden van de finish.

‘Twee, drie keer misselijk eten’

Nu de derde week is aangebroken, verandert er weinig aan het dieet van de renners, vertelt Neumann. „Het belangrijkste is juist dat ze nu precies hetzelfde binnenkrijgen als in de eerste en tweede week. We willen proactief zijn: als je elke dag dezelfde energie-inname kan volhouden, begin je niet met een achterstand aan de laatste dagen.”

Dat is niet altijd eenvoudig, lacht Naberman. Hij bekent dat hij in de eerste week moeite had zijn maaltijden op te krijgen. „Ik heb me twee of drie keer misselijk gegeten.” Het team berekent op basis van de data van elke renner hoeveel ze moeten eten. Bij het avondeten in het hotel, de tweede maaltijd na een etappe, krijgen ze uiteenlopende porties. „Ik denk dat ik na een bergetappe weer zal schrikken van hoe groot het hoofdgerecht is”, zegt Van den Broek na de vlakke etappe van woensdag.

Soigneur Teun Goedhart zet zijn vingertoppen in de kuiten van Frank van den Broek.

De vaste stoel van de Tsjech Pavel Bittner in de bus van Team Picnic PostNL, na de finish in Valence.

Foto’s ALEXANDRE BAGDASSARIAN

Als de teambus bij het hotel aankomt, hebben de renners hun eerste rustmoment gehad. In de bus hebben ze voorin elk hun eigen comfortabele stoel, achterin de bus is er ook nog een loungegedeelte. Sommigen van hen hebben gebruik gemaakt van de compressielaarzen die daar liggen, die met behulp van drukgolven de benen masseren.

Het eerste wat ze doen als de bus gearriveerd is, is plaatsnemen op de massagetafel. Van den Broek heeft het een keer overgeslagen, toen het team zo laat in het hotel was dat hij de voorkeur gaf aan slapen. „Dat is niet heel erg”, zegt soigneur Goedhart. „Maar je moet voorkomen dat het vaker gebeurt. Anders krijg je een opeenstapeling van vermoeidheid, stijfheid, verzuring. Dan ontstaat er een file in het lichaam.” Het is zijn taak, zegt Goedhart, om die weg te masseren.

Mentale uitlaapklep

Maar de pakweg driekwartier die de renners op de massagetafel doorbrengen, is niet alleen voor fysiek herstel. Mentaal is het ook een moment dat de renners even ‘uit’ kunnen, zegt Goedhart. “Het fungeert ook als een uitlaatklep; hier kunnen de jongens hun frustraties kwijt. Wat ze hier zeggen gaat de tafel in en blijft daar achter.”

Mentaal kunnen ontspannen, is essentieel om goed te kunnen blijven herstellen, zegt ploegleider Matt Winston. „Renners krijgen te maken met stress, met teleurstelling, met talloze indrukken. Dat kost energie.”

Frank van den Broek van Team Picnic PostNL wordt gemasseerd door zijn soigneur Teun Goedhart.

Foto ALEXANDRE BAGDASSARIAN

Naberman, die bezig is aan zijn eerste Tour, vertelt hoe hij na de eerste dagen vermoeid was. „Het was overweldigend, zoveel mensen, zoveel indrukken. Het duurde even voordat ik me daarvoor kon afsluiten.” Inmiddels lukt hem dat zo goed dat hij afgelopen vrijdag straal langs zijn ouders, broertje en zusje fietste, zegt Naberman. „Ze hadden drie uur in de regen op me staan wachten. Gelukkig heb ik ze later nog even gezien.”

In de derde week wordt het minder gezellig aan tafel, zegt Van den Broek. „Iedereen is moe en chagrijnig aan het worden, de meeste grappen zijn al twee keer gemaakt. Je wordt elkaar gewoon een beetje zat.” Ploegleider Winston ziet het als zijn belangrijkste taak om dan de sfeer in het team goed te houden. „Je wil voorkomen dat als iemand zich wat minder voelt, hij de rest aansteekt.”

Eigen matras en airconditioning

In zijn hotelkamer krijgt Van den Broek een tikje van masseur Goedhart; de massage is klaar. Van den Broek schiet zijn kleren aan en verlaat de kamer. Tijd voor het avondeten. Daarna is het rusten en slapen, de ploeg heeft voor elke renner eigen matrassen en airconditioning mee. De volgende ochtend staat er een flink ontbijt op het menu.

Op weg naar de startlocatie wordt in de bus het plan van de dag doorgenomen. Ploegleider Winston heeft de avond ervoor elke renner apart gesproken, en vlak voor de start legt hij het plan voor dat daaruit gedestilleerd is. „Dan ontstaat er een soort Chinees parlement”, zegt Winston. „Ik laat iedereen zijn zegje doen.” Zo houdt de ploegleider iedereen gefocust en betrokken.

Qua motivatie is het fijn dat de ploeg deze Tour iets heeft om voor te rijden, zeggen Van den Broek en Naberman: de hoge klassering van kopman Onley. „Dat helpt ontzettend voor de sfeer”, zegt Van den Broek. Als er niets lukt, zegt Naberman, „dan zit je daar de hele tijd tegenaan te hikken”.

De renners hebben er wel zin in, de laatste dagen van de Tour. Ze voelen zich niet te vermoeid, de sfeer in de groep is goed, de eetlust is nog niet weg. „Al kijk ik er wel naar uit dat ik weer zelf mag bepalen wat ik eet”, zegt Van den Broek, die ook al bedacht heeft wat hij als eerste gaat eten. „Ons hotel in Parijs zit naast een McDonald’s, daar ga ik een McFlurry halen.”