„Het is een pad vol doornen”, verklaart de Japanse premier Shigeru Ishiba maandag na de forse verkiezingsnederlaag van zijn partij. „Ik wil oprecht de dialoog met andere partijen verdiepen, gericht op het welzijn van het land.”
Veel keuze heeft de regerende Liberaal-Democratische Partij (LDP) niet: na de sluiting van de stembussen werd al snel duidelijk dat de partij en haar bondgenoot Komeito hun meerderheid in het Hogerhuis verliezen. De definitieve uitslag is pijnlijk, de coalitie kreeg 47 van de 50 zetels die nodig waren voor een meerderheid. De uitslag toont een harde ruk naar rechts en betekent een nieuwe fase van politieke instabiliteit voor Japan.
„Is het niet tijd dat de jongere generatie het overneemt?” vraagt de 18-jarige student Yumi Ichijo zich af in haar woonplaats Shiroishi, een kleine stad in het noorden van Japan, ver verwijderd van de politiek van Tokio. Haar provincie Miyagi is lange tijd een bastion van de LDP geweest. In 2019, 2021 en 2022 won de partij nog ruimschoots de zetels in de verschillende stemdistricten die verkiesbaar waren. . In 2024 kwam daar verandering in en won de grootste oppositiepartij, de centrumlinkse CDP, de zetel in het Lagerhuis. Dit jaar neemt het ook die in het Hogerhuis over. Het is een patroon dat zich over heel Japan heeft verspreid.
Conservatieve wortels
Voor premier Ishiba betekent het verlies van de verkiezingen een drastische verzwakking van zijn positie. In het afgelopen jaar leidde hij een al instabiele minderheidsregering in het Lagerhuis; hij werd gedwongen tot moeizame compromissen met gematigde oppositiepartijen. Zijn strategie leverde geen breed vertrouwen op bij de kiezers, en stuitte op aanhoudend verzet binnen zijn eigen partij.
Het wantrouwen in Ishiba leefde al langer onder collega’s, maar na deze verkiezingen nemen sommige het heft in eigen handen en beschuldigen hem er openlijk van de partij de afgrond in te werken. Oud-vicepremier Taro Aso, die zijn zinnen heeft gezet op de positie als partijleider, opperde meteen dat het „onacceptabel” is dat Ishiba aan het roer blijft.
Voorstanders van een rechtsere koers wijzen naar het verlies als bewijs voor hun stelling dat de partij te ver is afgedreven van zijn conservatieve wortels. Namen van mogelijke opvolgers van Ishiba circuleren inmiddels: Shinjiro Koizumi, landbouwminister en zoon van de populaire oud-premier Junichiro Koizumi, lijkt zich warm te lopen. Ook Sanae Takaichi, de oud-minister die vorig jaar nipt werd verslagen door Ishiba in de interne verkiezingsstrijd, wordt genoemd. Met haar uitgesproken rechtse standpunten spreekt ze kiezers aan die zich aangetrokken voelen tot meer populistische stemmen.
Voor de meeste mensen in mijn generatie is politiek iets waar ze simpelweg geen beeld bij hebben
‘Japanners eerst’
Terwijl de gevestigde LDP moeite heeft kiezers te trekken, wint een andere kracht gestaag terrein: radicaal-rechts. De in 2020 opgerichte partij Sanseito werd door critici aanvankelijk als marginaal bestempeld, maar profileerde zich tijdens de campagne dit jaar als de stem van het „vergeten Japan”. Met nationalistische slogans als „Japanners eerst”, dreigende taal tegen migranten en felle kritiek op het immigratiebeleid van de LDP wist de partij vooral onder ontevreden jonge mannen die actief zijn op sociale media flink wat stemmen binnen te slepen.
Het is een verrassende doelgroep. In Japan is de jongerenstem namelijk het laagst van alle democratische landen van de OESO, een organisatie van industrielanden. Bij de parlementsverkiezingen in oktober 2024 bracht slechts 34,6 procent van de twintigers zijn stem uit, ongeveer een op de drie. Onder tieners lag dat percentage slechts enkele punten hoger. Ter vergelijking: de totale opkomst was 53,9 procent, en gemiddeld maken zeven op de tien zestigplussers de gang naar de stembus. Volgens experts is deze politieke desinteresse het gevolg van een gebrek aan maatschappelijk onderwijs op school.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135206993-740b1f.jpg|https://images.nrc.nl/i1yqultCPUUfifVM4bbHdc52RDE=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135206993-740b1f.jpg|https://images.nrc.nl/Hs2hMzYibsRA81XnEgqr44Kh2y4=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135206993-740b1f.jpg)
Yumi Ichijo laat trots haar eerste stempas zien. Foto privécollectie
„De politiek is te ontoegankelijk geworden voor jonge mensen”, zegt student Ichijo. Op haar eettafel heeft ze een foto uit haar jeugd neergelegd. „Ik wil al sinds ik op de basisschool zit burgemeester van mijn stad worden”, zegt ze trots terwijl ze met haar vinger op haar eigen geprinte voorhoofd tikt.
Naast de foto plaatst ze een krantenknipsel waarin ze groot staat afgebeeld. Als scholier zette ze zich in voor de leerlingenraad en overtuigde de schoolleiding ervan de ongemakkelijke standaard schooluniformen te vervangen door comfortabele kleding. Het is slechts een voorbeeld in een lange reeks zaken waarin ze politiek actief is: van zeldzame planten in de lokale sloot beschermen tot samenwerken met non-profitorganisaties om de gemeenschap hechter te maken.
„Inmiddels ben ik een lokale beroemdheid”, legt ze lachend uit. Het is de reden dat de lokale krant haar interviewde. „Maar mijn vrienden vroegen zich lange tijd af of ik gek was geworden. Ze vonden het leuk voor me en steunden me, maar voor hen klonk het alsof ik premier van Japan wilde worden”, vertelt ze. „Voor de meeste mensen in mijn generatie is politiek iets waar ze simpelweg geen beeld bij hebben.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135207050-e4c34d.jpg|https://images.nrc.nl/6A8WZONyuvPus-EP_koA1QPRxmU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135207050-e4c34d.jpg|https://images.nrc.nl/athKBNEigUAyFCs_XsXX8s7tboY=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data135207050-e4c34d.jpg)
Aanhangers van de radicaal-rechtse partij Sanseito op een bijeenkomst tijdens de campagne. Foto Kim Kyung-Hoon/Reuters
Vicieuze cirkel
In de aanloop naar de verkiezingen werd herhaaldelijk gewezen op de lage betrokkenheid van jongeren. Deze verkiezingen blijken daarin geen kentering te brengen. De lage politieke participatie onder jongeren in Japan is niet zonder gevolgen. Uit onderzoek blijkt dat jonge Japanners gemiddeld zo’n 78.000 yen per jaar mislopen, omgerekend ruim 570 euro, voor elk procentpunt waarmee hun opkomst achterblijft. Omdat oudere kiezers wél hun stem uitbrengen, verschuiven politieke prioriteiten richting hun belangen. Beleidsmaatregelen die jongeren direct raken, zoals investeringen in huisvesting, werkzekerheid en onderwijs, blijven daardoor vaak onderbelicht. Het gevolg is een vicieuze cirkel: jongeren die zich niet gehoord voelen haken af, en wie afhaakt, wordt nog minder gehoord.
Toch zijn veel van de zorgen van jongeren in de praktijk ook die van andere generaties, vertelt Ichijo. „Het is voor iedereen steeds moeilijker om rond te komen”, zegt ze terneergeslagen. Op dit moment studeert ze aan de Universiteit van Fukushima om te leren hoe ze kleinere gemeenschappen uit de problemen kan krijgen. Haar kleine stad verkeert in economische malaise, mede door de uittocht van jongeren en het verval van traditionele industrieën, zoals de tuinbouwsector. „Dat is niet iets waar alleen wij last van hebben, maar iedereen.”
Economische zorgen stonden dan ook centraal tijdens de verkiezingen. De inflatie is aanhoudend hoog, de lonen stagneren, en veel huishoudens merken dat hun koopkracht slinkt. De prijs van basisproducten zoals rijst is in minder dan een jaar tijd bijna verdubbeld. Het vertrouwen in het economische beleid van de regering wankelt.
De gemiddelde twintiger met een universitair diploma verdient nu iets meer dan 4,5 miljoen yen, ongeveer 26.000 euro, per jaar. In Nederland is dat bedrag bijna 20.000 euro hoger, terwijl het algemene prijspeil nauwelijks verschilt. De regerende LDP probeerde in de aanloop naar de verkiezingen het tij te keren met directe financiële steun: 20.000 yen (ongeveer 116 euro) per volwassene, met een verdubbeling voor gezinnen met lage inkomens.
Premier Ishiba zei dat deze maatregel „snel, eenvoudig en effectief” zou zijn. Vanuit de oppositiepartijen klonken andere geluiden. Zo pleit de CDP voor een verlaging van de btw, vooral op voedsel en basisproducten, waarmee zij meer structurele verlichting belooft. Sanseito gaat nog verder en wil de btw helemaal afschaffen. Een maatregel waarvan experts waarschuwen dat die desastreuze gevolgen zal hebben voor de staatskas.
Importheffingen
De verkiezingsnederlaag van de LDP komt op een moment waarop Japan zich nauwelijks diplomatieke onzekerheid kan veroorloven. Op 1 augustus treedt namelijk een nieuw Amerikaans tariefpakket in werking, ingesteld door president Donald Trump, dat een importheffing van 25 procent oplegt op vrijwel alle Japanse exportproducten.
Premier Ishiba probeerde maandenlang de stilstand in de onderhandelingen met Washington te doorbreken via achterkamergesprekken en persoonlijke diplomatie. Zonder resultaat. Het verlies van de LDP-Komeito-coalitie betekent dat Ishiba niet langer verzekerd is van parlementaire steun voor een potentiële deal met de VS, nog altijd de belangrijkste buitenlandse afzetmarkt voor Japanse bedrijven. Tijdens een recent bezoek van de Amerikaanse minister van Financiën Scott Bessent weigerde deze het onderwerp importheffingen zelfs formeel op te nemen in de agenda. De boodschap was helder: zonder stabiele regering geen serieuze onderhandelingen.
De gevolgen van het uitblijven van een deal kunnen aanzienlijk zijn. De Japanse auto- en staalindustrie, beide pijlers van de nationale economie, worden al getroffen door heffingen. Een nieuwe, brede importheffing zou Japan in een recessie kunnen storten.
Toch blijft er hoop, al komt die niet uit Tokio. In Shiroishi wijst aspirant-politicus Ichijo naar de toekomst. „Politiek moet geen carrière zijn voor oude mensen die niets anders gewend zijn”, zegt ze ontstemd. „Het moet weer verantwoordelijkheid met zich meebrengen. Politiek moet weer tweerichtingsverkeer worden tussen politicus en kiezer. Dat is de enige manier om iedereen in Japan mee te krijgen.”
