Jo Hedwig Teeuwisse jaagt op nepgeschiedenis: ‘Het kan gevaarlijk zijn’

‘Fake History Hunter’ Teeuwisse op het Prinsenhof in Delft. De foto is genomen met een camera uit 1929 en Teeuwisse draagt kleding uit die periode.


Foto Jo Hedwig Teeuwisse

Interview

Factchecker Jo Hedwig Teeuwisse leeft en kleedt zich alsof het de jaren dertig is. Behalve als zij haar laptop open klapt. Dan maakt ze overuren als ‘Fake History Hunter’, met 216.000 Twittervolgers.

Haar eerste trofee was een foto van dansende meisjes met opwippende rokjes, zogenoemde flappers uit de jaren twintig. „Ik zag gelijk dat het een modernere, geënsceneerde foto was.” En inderdaad: de regelmatig bij teksten over de roaring twenties gepubliceerde foto stamde uit 1954, ontdekte Jo Hedwig Teeuwisse – en de meisjes waren actrices.

Dat was in 2016, het jaar dat de term ‘fake news’ opkwam. Teeuwisse (50), in het dagelijks leven historisch adviseur voor film, tv en musea, zag ook ‘fake history’ terrein winnen. Ze bedacht een alter ego met superheldenflair: Fake History Hunter. Sindsdien ontzenuwt ze op Twitter en haar website onvermoeibaar nepgeschiedenis. Nee, de vikingen droegen geen gehoornde helmen. Marie Antoinette zei nooit „laat ze taart eten”. Beethoven was niet zwart. En natuurlijk hadden ze in Afrika het wiel al wel uitgevonden voordat de Europese kolonisator kwam.

De meeste factcheckers richten zich op actuele misinformatie, zoals neppe oorlogsbeelden uit Oekraïne. Teeuwisse onderscheidt zich door haar pijlen te richten op misvattingen over het verleden – die volgens haar net zo schadelijk kunnen zijn. „Toen de coronapandemie begon gingen afbeeldingen rond van dokters met vogelmaskers tijdens plagen uit het verleden. Zo van: in de Middeleeuwen gebruikten ze ook mondmaskers en werkte het ook niet. Die kwamen dan niet uit de Middeleeuwen en werkten wél enigszins. Daarnaast werken moderne mondmaskers anders.”

Nepgeschiedenis heeft vaak een politiek doel. Zo verdraait Poetin de geschiedenis van Oekraïne in zijn speeches om het land onder andere als nazistisch neer te zetten. Andere bevolkingsgroepen met ‘historische’ argumenten slecht afschilderen is sowieso populair. Teeuwisse: „Dat mensen bijvoorbeeld gaan geloven dat hun volk superieur is omdat hun voorouders eerder het wiel zouden hebben gehad.”

Zesde zintuig

Teeuwisses belangrijkste jachtterrein is Twitter, waar ze het tegengas biedt aan accounts als @HistoryinPics, die het niet zo nauw met de feiten nemen. Filmbeelden van Amsterdam uit 1896, via het account 1,8 miljoen keer bekeken, toonden in werkelijkheid Genève. Hoe voelt Teeuwisse aan dat zo’n post niet pluis is? „Als je al zo lang geschiedenisonderzoek doet krijg je er een soort zesde zintuig voor.”

Om vervolgens de waarheid te achterhalen gebruikt ze behalve haar ruim duizend (digitale) geschiedenisboeken ook technieken als ‘reverse image search’: kijken waar op internet een foto nog meer staat, om zo de oorspronkelijke bron te achterhalen. „Er is een bekend plaatje van een Middeleeuwse vrouw die uit het raam een po leeggooit op mensen. Door reverse search kom je erachter dat ze een emmer water leeggooit op mensen die lawaai maken.”

Dat plaatje is typerend: veel van Teeuwisses tijd gaat op aan het onjuiste beeld dat Europa tijdens de Middeleeuwen één grote zwijnenstal was zonder schoon water, waar mensen steevast rond hun dertigste dood neervielen. Een stereotype dat waarschijnlijk werd aangejaagd door auteurs uit de renaissance, legt Teeuwisse uit. „In elke periode zie je dat mensen zich graag beter willen voelen dan de generaties voor hen.” Een populaire misvatting is ook dat Middeleeuwers geen zeep gebruikten tot de Moren het kwamen brengen.

Ontmoedigd raakt ze niet door het steeds terugkeren van dezelfde onwaarheden. Iedere persoon die ze op andere gedachten kan brengen is er één. „En soms wordt een tweet van mij wel door acht miljoen mensen bekeken. Toen ik nog als historisch acteur en expert in musea werkte, bereikte ik met mazzel tien mensen.”

Neotraditionalist

Teeuwisse is al zolang als ze zich kan herinneren „geobsedeerd door geschiedenis”. Ze deed de filmschool: niet omdat ze nou zo van films hield, maar omdat ze erdoor op filmsets kwam die haar naar het verleden transporteerden. Na haar opleiding werd ze historisch consultant voor onder andere Het Klokhuis en Discovery Channel. Ze zorgde dat de decors in historische scènes klopten en de acteurs geen kapsels droegen die pas eeuwen later in de mode zouden raken.

Door haar werk in musea begon haar liefde voor factchecken. Als je iemands aannames over de geschiedenis doorprikt, gaat er een luikje open, vertelt ze. „Opeens gaan de gedachten werken en willen ze meer weten van dat deel van de geschiedenis.”

Het advieswerk heeft ze teruggeschroefd, waardoor ze vaker haar digitale cape aan kan trekken. „Soms ben ik tot vier uur ’s nachts met iemand in discussie. Ik ben gefascineerd door hoe eigenwijs mensen zijn. Een willekeurige blog waarop staat dat Napoleon extreen klein was is toch geen bewijs? Soms is het heel leuk, dan heb ik iemand geleerd naar bronnen te zoeken. Maar soms dring ik niet door.”

Een willekeurige blog waarop staat dat Napoleon extreen klein was is toch geen bewijs?

Inmiddels heeft Teeuwisse geen sets meer nodig om zich in het verleden te wanen. Ze woont met haar hond, katten en kippen in een in jarendertigstijl ingerichte oost-Groningse woonboerderij. Door drukte komt bezoek niet uit – ze is druk bezig met het afronden van eerste boek Fake History: 101 things that never happened, dit najaar te verschijnen – en verloopt het interview via de telefoon. Een bakkelieten exemplaar uit 1937 om precies te zijn. Ze heeft ook een smartphone, maar alleen omdat die nodig was geworden om bank- en belastingzaken te regelen. De rest van de tijd ligt hij in een la. En natuurlijk heeft ze een laptop, voor haar factchecks. „Met supersnel glasvezelinternet.”

Verder leeft Teeuwisse vooroorlogs: geen wasmachine of televisie, wel hoed en ziekenfondsbril. Ze noemt zich neotraditionalist. „Dat is minder erg dan het klinkt hoor.” Daarmee bedoelt ze dat ze niet denkt dat vroeger alles beter was. „Neotraditionalisten zijn mensen die het beste van vroeger combineren met beste van vandaag.”

Kunstmatige intelligentie

Om anderen toe te rusten schreef Teeuwisse een online handleiding hoe je nepgeschiedenis herkent. Iets dat er niet gemakkelijker op wordt. „Zucht, dit AI-gedoe (Artificial Intelligence, red.) gaat me nog veel extra werk opleveren”, tweette ze over met kunstmatig intelligente software gemaakte afbeeldingen van ‘Europese gebouwen’. Recent ging ook een nepfoto viral van een Griekse reddingwerker met een Turks aardbevingsslachtoffertje. Dat de AI de reddingswerker per ongeluk zes vingers had gegeven, ontging velen.

Toch groeit het bewustzijn over AI snel, ziet Teeuwisse. Sterker nog: „Mensen zien eerder dat iets AI is dan dat ze bedenken dat een foto van honderd jaar geleden geretoucheerd kan zijn.” Maar juist ook authentiek ogende zwartwitfoto’s kunnen bedriegen. „Soms pest ik mijn volgers door een foto van mezelf te delen alsof die tachtig jaar geleden is gemaakt, om te kijken of ze erin trappen.”

En soms is de foto wél echt, maar het bijschrift niet. Zoals bij de zogenaamde ‘eerste kattenfoto ooit’ uit 1880. Als die claim weer eens rondgaat kopieert en plakt Teeuwisse haar overzicht met oudere kattenfoto’s, onder andere van een speciale kattenfotograaf die al jaren eerder poezenplaatjes schoot. Hij liet een kat op een driewieler rijden. Om met een tweet van Teeuwisse te spreken: „Echte geschiedenis is vaak gekker en interessanter dan de gekste dingen die mensen verzinnen.”

https://twitter.com/fakehistoryhunt/status/1488242903113736197?s=20