De Spaanse boer die nog bloemkolen kan leveren, heeft goud in handen

De boerderij van de gebroeders Gordo Ariza in Mont-roig del Camp.


Foto Mireia Comas

Reportage

Landbouw Door weersomstandigheden, inflatie en werkdruk leveren Spaanse boeren soms minder groente aan Noord-Europeanen, die dat in de supermarkt aan de prijzen merken.

Tussen de sinaasappelbomen in de Spaanse regio Catalonië schuilt de 78-jarige Josep Maria Martí voor de snijdende wind. „Hoeveel naranja’s [sinaasappels] denk je dat er aan een boom hangen?”, vraagt hij lachend, wijzend naar zijn veld van veertig hectare. Hij heeft in de afgelopen jaren het boerenleven drastisch zien veranderen. „Toen ik opgroeide stond deze regio bekend om de wijn. Het land was droog en van irrigatie was nauwelijks sprake. Ik deed alles met de hand op mijn ezel.” Dat veranderde met de komst van machines – en de klimaatverandering. De wijn maakte plaats voor aardappelen en maïs. „En nu, jaren later, zijn het sinaasappels geworden”, vertelt Martí met zijn armen op zijn rug.

De sinaasappels van Martí worden door het familiebedrijf van John Gijbels opgekocht. De dertigjarige Gijbels uit het Vlaamse Geel runt een succesvol groente- en fruitbedrijf in Mont-Roig del Camp, 120 kilometer ten zuidwesten van Barcelona. Zijn bedrijf Euro Gijbels voorziet onder meer Nederland, België, Duitsland en Frankrijk van bloemkolen, andijvie, selderij, mandarijnen – en de naranja’s van Martí.

In de loods van Euro Gijbels stoppen twee vrouwen aan een lopende band de sinaasappels in een papiertje met een sticker. Deze bestelling van een Nederlandse klant moet later vandaag de deur uit. Verderop, in de koeling, staan honderden kratten met bloemkolen en bleekselderij, klaar om ingeladen te worden en, net als de sinaasappels, de reis naar Noord-Europa te maken. Wekelijks zijn dat zo’n twintig vrachtwagens.

Het is in deze regio kouder dan in de rest van Spanje en voor bijvoorbeeld peterselie en bloemkolen is dat gunstiger, zegt Gijbels. „Deze kratten bloemkolen zijn voor Nederland”, zegt hij, wijzend naar een kleine toren met kratten. De oogst van onder meer de bloemkolen valt dit jaar iets tegen, door de zachte winter. En dat valt te merken in de Noord-Europese supermarkten, waar door het geringe aanbod de prijzen zijn gestegen. Vooral in het Verenigd Koninkrijk zorgt dat voor problemen.

Fruitteelt in het bedrijf van John Gijbels in Mont-roig del Camp.
Foto’s Mireia Comas

Extreme kou

De stijgende prijzen van groente en fruit hebben verschillende oorzaken. Boeren en exportbedrijven wijzen veelal naar het weer. Coexphal, een vereniging van meer dan honderd groente- en fruitbedrijven in de regio Andalusië, stelt dat de tekorten werden veroorzaakt door een zachte herfst en winter, die abrupt overgingen in extreme kou. De vereniging laat in een verklaring weten dat de tomaten- en komkommerproductie met 22 procent is gedaald, en die van de paprika en de aubergine zelfs met een kwart. De totale Spaanse export van verse groenten en fruit bedroeg in 2022 12 miljoen ton, 10,4 procent minder dan in 2021.

Gijbels herkent de problemen. „Deze winter is het heel lang warm gebleven, maar eind januari werd het ineens veel kouder. Dat zorgde voor problemen bij het telen”, legt hij uit, terwijl hij een slok neemt van zijn thee. „Waar ik normaal gesproken iedere week selderij kon wegsnijden, hield dat abrupt op. Door de extreme kou stopte de groei van de selderij en kon ik de klant weinig leveren”.

Om te voorkomen dat de schappen helemaal leeg kwamen te staan, bracht Gijbels het volume iets omlaag. „Ik kan alles in één keer verkopen, maar dan heb ik vier weken lang geen product voor de klanten. Daarom verkoop ik vier weken lang kleine hoeveelheden, om niemand teleur te stellen”.

Als een groentesoort een seizoen lang heel duur is, dan zie je dat het het volgende seizoen juist weer heel goedkoop is

John Gijbels runt een groente- en fruitbedrijf in Spanje

Acht minuten verderop ligt het land van de drie broers Carlos, Antonio en Pedro Gordo Ariza. Ze telen al jaren bloemkolen, peterselie, pompoenen en andere groente, onder meer voor het bedrijf van Gijbels. Antonio rijdt met een lading pallets langs op zijn tractor en zwaait vrolijk, terwijl hij onderweg is naar de acht werkers in het veld die de peterselie aan het plukken zijn. De blauwe kratten worden gevuld en verdwijnen in een gele vrachtwagen.

De 49-jarige Carlos is bezig om een ander stuk grond om te ploegen voor een nieuwe lading groente. De gedroogde aarde op zijn handen en tussen zijn nagels is een teken van de jaren die hij als boer op het land werkt. Niet alleen het weer zit tegen, legt hij uit. „Brandstof is veel duurder geworden. Elektriciteit idem dito. Het weer is op dit moment onze minste zorg. De kosten die de pan uit rijzen zijn problematischer.”

De drie broers proberen de vaste lasten te drukken door de aanleg van zonnepanelen. Maar daarmee zijn ze er nog niet: ook het grondwater daalt. „En de kosten om het water naar boven te pompen zijn verdubbeld”, zegt Carlos.

Wie nu nog bloemkolen kan leveren, heeft goud in handen. Foto Mireia Comas

Het is onmogelijk om al deze kosten op de afnemer te verhalen. Gijbels zegt dat boeren meer proberen te produceren om van de stijgende consumentenprijzen te profiteren. Maar zo ontstaat er na een aantal weken overproductie, die weer moeilijk weg te krijgen is. „En dan kelderen de prijzen dus weer.” Gijbels denkt daarom dat het probleem in de supermarkten tijdelijk is. „Als een groentesoort een seizoen lang heel duur is, dan zie je dat het het volgende seizoen juist weer heel goedkoop is.”

Wie nu nog bloemkolen kan leveren, heeft goud in handen. Gijbels: „Ik stuur nu twee chauffeurs op een vrachtwagen, zodat ze zonder pauze kunnen doorrijden naar België en Nederland. Dat extra personeel kost me meer geld, maar het is het waard”. Deze situatie kan over twee dagen alweer anders zijn, zegt hij.

Werkdruk

Behalve de weersomstandigheden en stijgende energieprijzen speelt ook de werkdruk een rol. Niemand wil meer in de velden werken, verzucht Carlos. „Ik snap het wel. Je verdient hier ongeveer zeven euro per uur, want meer kan ik hen niet betalen. Als serveerster of schoonmaakster krijg je het dubbele.”

Voornamelijk Marokkanen werken nu nog op het platteland, of in de loods van Gijbels. Of dat ook in de toekomst nog het geval is, vraagt Carlos zich af. „Daarom wil ik investeren in een machine die het werk op het veld kan overnemen, van het zaaien van zaadjes tot het plukken van groente. Die machine werkt op zonne-energie, dus dat scheelt niet alleen in de personeelskosten.” Zo’n machine kost 120.000 euro.

Martí schuifelt tussen de sinaasappelbomen. Ook hij voorziet een probleem in de toekomst met het personeel. Hij heeft nog maar één werknemer in vaste dienst. Wanneer het tijd is om te oogsten, huurt hij mensen in op oproepbasis, maar ook dat wordt steeds lastiger.

Dit is geen reden voor de gebroeders Gordo Ariza en Martí om ermee te stoppen. Martí wijst naar zijn borstkas. „Boeren doe je met je hart en niet met je verstand”, glimlacht hij. Hij kijkt weer naar zijn veld. „Er hangen hier zeker meer dan honderd oranje prachten in een boom.”

Verenigd Koninkrijk

Een rondje supermarkthoppen

Wie een flinke verse salade wil maken, moet in het Verenigd Koninkrijk eerst een rondje supermarkthoppen: vijf grote supermarktketens hebben inmiddels regels voor de hoeveelheid groente die een klant per keer mag kopen. Deze week voegde Lidl zich bij het rijtje. Daar mogen klanten maximaal drie paprika’s, komkommers of tomaten afrekenen. Eerder kwamen Tesco, Aldi, Asda and Morrisons al met vergelijkbare regels, sommige ook voor sla.

De supermarkten wijzen als oorzaak naar het koude weer in de landen waar het VK in de winter saladegroenten vandaan haalt, zoals Spanje en Marokko. Als daar minder aanbod is, voelt het VK dat meteen: het land is in de winter voor deze groenten grotendeels afhankelijk van import. Van de tomaten is rond deze tijd van het jaar bijvoorbeeld 95 procent geïmporteerd. Die import is scherp teruggevallen: slechts de helft van de normale volumes komt het land binnen, schrijft de Financial Times.

Daar komt bij dat Britse tuinders in hun kassen ook minder produceren dan normaal. Door de hoge gasprijzen zijn ze later begonnen met planten, om geld te besparen op verwarming. Dat geldt overigens ook voor Nederlandse tuinders, die ook naar het VK exporteren.

Bovendien wordt als reden genoemd dat Britse supermarkten lagere prijzen rekenen dan concurrenten in andere Europese landen, en hun leveranciers daardoor minder willen betalen. Bij schaarste staan zij daardoor achterin de rij.

Lege groenteschappen bij Tesco in Hanley. Foto Carl Recine

Maar is dat het hele verhaal? Andere landen lijken minder last te hebben van tekorten. Hoe zit het met de invloed van de Brexit, klonk het al snel.

Het sentiment is tot nu toe dat de Brexit weliswaar niet de schuld in de schoenen geschoven kan worden, maar dat de uittreding uit de Europese Unie ook niet heeft geholpen.

In Britse media wijzen bronnen uit de voedselindustrie erop dat de groenten die wél beschikbaar zijn eerder binnen de EU zullen blijven dan in het VK zullen belanden. Exporteren naar ‘derde landen’, buiten de interne markt, is duurder en vergt meer administratie.

De Britse regering probeert het publiek er intussen vooral van te verzekeren dat de Britse voedselketen heus „buitengewoon veerkrachtig” is. Maar meer aandacht kreeg landbouwminister Thérèse Coffey, die met een onverwachte suggestie kwam. Britten kunnen best wat meer knolraap eten, opperde ze, nu de saladegroenten even wat minder beschikbaar zijn. Turnip, in Nederland bekend als knolraap of meiraap, groeit wél op eigen bodem.

Het leverde vooral hoon en vileine grappen op: een gin tonic zonder plakje komkommer, maar mét een slice of turnip. Geen sandwich BLT, met bacon, lettuce en tomato, maar een BTT – met twee keer turnip.)

Volgens de eerste optimistische voorspellingen zouden de tekorten binnen enkele weken opgelost zijn. De BBC meldt echter, op basis van gesprekken met partijen in de industrie, dat het best tot mei zou kunnen duren voordat alles weer ruim op voorraad is.

Teri van der Heijden

Nederland

Het nieuwe wc-papier?

Schaarste, torenhoge prijzen en rantsoenering – heel even leken bloemkolen het nieuwe wc-papier te worden. In het begin van de coronapandemie was dat onverkrijgbaar nadat Nederlanders aan het hamsteren waren geslagen. Wie in die dagen met meer dan zes rollen de supermarkt uitliep, kon rekenen op bedenkelijke blikken.

Datzelfde dreigde afgelopen weken bij sommige groenteboeren. Zij hadden een dusdanig tekort aan groente dat ze hun verkoop beperkten. Zo konden klanten van winkelketen Goudreinet (zestig filialen) van bepaalde groentesoorten maar twee stuks kopen. Om de schaarste niet verder op te drijven, vertelde een filiaalmanager in de Stentor.

Waren producten nog voorradig, dan waren ze bovendien heel duur. Zo sprak RTL een groenteverkoper die zo moeilijk aan bloemkolen kon komen dat hij ze in de winkel verkocht voor zes euro. Een bloemkool uit de kas moest zelfs acht euro kosten. De inkoopproblemen had hij ook bij andere groente waar het niet het seizoen voor is, zoals broccoli, tomaten, paprika’s en komkommer.

De gevolgen van het slechte weer in Spanje versterkten een probleem dat in veel landen al langer aanhoudt: veel telers houden hun kassen leeg. In ‘gewone’ jaren is het voor veel van hen al duur om ze te verwarmen. Maar met de extreem hoge energieprijzen is de oogst op eigen bodem nóg veel kleiner dan gewoonlijk.

Zo acuut als in het VK zijn de tekorten in Nederland voorlopig niet. Bloemkolen op rantsoen, of voor acht euro, zijn vooralsnog incidenten. In Nederlandse supermarkten schommelde de gemiddelde prijs de laatste weken rond de 2,60 euro per stuk, blijkt uit cijfers van Supermarktscanner. Alsnog een flink verschil met vorig jaar: toen kostten ze ongeveer 1,80 euro.

Joost Pijpker