Het geluid van brand, geschreeuw en brekend glas, ondersteund door onheilspellende muziek, schalt uit de luidsprekers als bezoekers in het Museum van Geschiedenis in Hongkong de roltrap naar boven nemen. Aan de muren grote foto’s en video’s van gemaskerde mensen die vernielingen aanrichten, van brandende politieauto’s, van plunderingen.
In deze tijdelijke expositie wordt de vijfde verjaardag van de invoering van de Nationale Veiligheidswet (NSL) gevierd en het narratief is vanaf het begin duidelijk: dit is het verhaal van een stad die in brand stond, een stad die bedreigd werd, en waar de Chinese overheid niets anders kon doen dan ingrijpen. De voormalige Britse kolonie werd op 1 juli 1997 overgedragen aan China, Hongkong is sindsdien een zogeheten Speciale Bestuurlijke Regio.
In een lange video, in de tweede ruimte van de expositie, schijnt bijna letterlijk de zon nadat de NSL is aangenomen: breedlachende en met de Chinese vlag zwaaiende mensen vullen het beeld. „Overtreders zijn voor het gerecht gebracht en veroordeeld, of zijn gevlucht naar het buitenland, een voor een. Hongkongs samenleving wist de stabiliteit snel te herstellen, waardoor het leven van de burgers weer normaal is en de tumultueuze periode van onrust is afgesloten”, staat te lezen op een van de begeleidende panelen.
Sinds de overdracht van Hongkong aan China geldt het principe van ‘Eén land, Twee Systemen’ – ooit geïntroduceerd door de voormalig Chinese staatsman Deng Xiaoping, die voor een succesvolle vereniging van China met Hongkong, Macau en uiteindelijk ook Taiwan bedacht dat deze regio’s hun eigen economische en administratieve systemen mochten behouden. De huidige realiteit is echter dat Beijings bemoeienis met Hongkong groeiende is. De NSL is daar een concreet voorbeeld van.
De aanleiding was duidelijk: Hongkong, dat een diepgewortelde protestcultuur kende, was in 2019 het toneel van grootschalige demonstraties en toen deze steeds gewelddadiger verliepen, gaf dit de Chinese autoriteiten het perfecte excuus om het ‘zwarte geweld’, zoals Beijing de protesten noemden, de NSL op te leggen. De wet stelt strenge straffen – maximaal levenslang – in het vooruitzicht voor wie zich schuldig maakt aan ‘afscheiding’, ‘subversie’, ‘terrorisme’ of ‘samenspanning met buitenlandse organisaties’.

Foto van de Chinese president XI Jinping op National Security Exhibition Gallery in Hongkong, juni 2025.
Fot Tyrone Siu/Reuters
Geen gele paraplu’s
Sinds de invoering van de wet zijn er geen grootschalige protesten meer geweest in Hongkong. De grootste demonstratie was in maart 2023, toen enkele tientallen mensen zich verzamelden in Tseung Kwan O, ver van de centrale en bekende eilanden die deel uitmaken van Hongkong. Met spandoeken en megafoons uitten zij hun onvrede over de voorgenomen bouw van onder meer een vuilstort en een cementfabriek op een ingepolderd reepje grond aan de rand van hun woonplaats. De internationale pers kwam massaal af op het bescheiden buurtprotest.
De boze buurtbewoners liepen een zorgvuldig met afzetlint afgebakend rondje door de buurt. De leuzen op spandoeken waren vooraf voorgelegd aan de politie, mondkapjes en andere gezichtsbedekking waren verboden, en deelnemers droegen een naamkaartje met een uniek nummer. Paraplu’s waren gelukkig toegestaan – het regende flink – maar dan geen gele exemplaren. Die zijn sinds 2014 een symbool van de grote protestbeweging voor algemeen kiesrecht in Hongkong .
Dit zorgvuldig gecontroleerde ‘protest’ vormde een schril contrast met de massale demonstraties die de miljoenenstad tot enkele jaren daarvoor domineerden. In juni 2019 herdachten – volgens cijfers van de organisatie – zo’n 180.000 mensen de bloedig neergeslagen opstand op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing in 1989. De opkomst was mede zo groot omdat de stad in de ban was van een omstreden uitleveringswet, die het mogelijk maakte om verdachten van sommige misdrijven te berechten op het vasteland van China. Diezelfde maand gingen zo’n twee miljoen mensen – ruim een op de vier inwoners van Hongkong – de straat op om daartegen te protesteren.

Demonstranten worden opgepakt door politie in de Hongkongse wijk Wan Chai, oktober 2019. Voor China waren de protesten een excuus om de Nationale Veiligheidswet in te voeren.
Foto Anthony Kwan/Getty Images

Ook in 2020 trokken tienduizenden betogers door de straten van Hongkong. De politie zette traangas in tijdens het protest.
Foto Yat Yeung/Getty Images
Schoolklassen
In de tijdelijke expositie in het grote museum op Kowloon wordt veelvuldig verwezen naar het zware geweld, en er wordt gestrooid met statistieken: brandstichting kwam in 2024 ‘maar’ 234 keer voor, in 2019 wel 927 keer, een afname van 74,76 procent. Of met de cijfers van de aantallen arrestaties en veroordelingen – het moet een beeld oproepen van een daadkrachtig optredende overheid. Zo is er een zevental voorbeelden van strafzaken, waaronder de zaak tegen Tak-chi Tam, journalist en prodemocratisch politicus, wegens opruiing. Tam behoort tot de zogeheten ‘Hongkong 47’ – een groep activisten, prodemocratische politici, journalisten en juristen die vervolgd werden onder de nieuwe wet. In november kregen 45 van hen forse gevangenisstraffen opgelegd, oplopend tot tien jaar. Spijtbetuigingen hielpen niet voor een lagere strafmaat.
Lees ook
Zelfs voor dissidenten die spijt betuigden kent de Hongkongse rechtbank weinig genade
Het zijn vooral schoolklassen en grote groepen Chinezen die de boodschap dat „nationale veiligheid het fundament is van nationale verjonging” ingeprent moeten krijgen. Zonder nationale veiligheid kan er niets worden bereikt, en dus is het ieders verantwoordelijkheid én recht om „van ons land te houden” staat er op panelen te lezen.

Een schoolklas maakt foto’s bij de ingang van het Museum van Geschiedenis in Hongkong.
Foto Elson Li/South China Morning Post/Reuters
„Dit is wel een beetje beangstigend, nietwaar”, zegt een Britse vrouw hardop als ze in een van de laatste ruimtes van de expositie staat. Haar naam wil ze niet geven. „Het gaat er maar om welk verhaal je wilt vertellen.” Ze trekt haar dochtertje mee en loopt snel de expositie uit.
Zelfcensuur
Het effect van de veiligheidswet op de samenleving is veel groter dan de arrestaties en inperking van het demonstratierecht. Omdat vergrijpen er vaag in worden omschreven, is het moeilijk om te weten waar precies de grens ligt. Veel activisten en maatschappelijke organisaties nemen daarom het zekere voor het onzekere en kiezen voor zelfcensuur. „Omdat het mes de hele tijd boven je hangt, weet je niet wanneer je wordt onthoofd”, omschrijft een activist de situatie in een recent gepubliceerd rapport van de Amerikaanse Georgetown University.
Volgens het rapport zijn in de eerste tweeëneenhalf jaar na invoering zeker negentig ngo’s en 22 mediaorganisaties opgeheven. Daaronder waren grote, zoals de negentigduizend leden tellende onderwijsbond en de Hongkongse Confederatie van Vakbonden (160.000 leden). Sommige, zoals de mensenrechtencoalitie Civil Human Rights Front of de onafhankelijke krant Apple Daily, werden rechtstreeks aangepakt. Maar veel meer organisaties besloten zelf te stoppen uit vrees om een onzichtbare grens te overschrijden.
Ook zijn er geen pro-democratische politieke partijen meer in Hongkong; de laatste, de Liga van Sociaal-Democraten, stopte eind juni in navolging van de Democratische Partij die al eerder stopte. Sinds 2021 mogen alleen nog ‘patriottische’ partijen aan verkiezingen deelnemen.

Persconferentie van de Liga van Sociaaldemocraten over opheffing van de partij vanwege China’s veiligheidswet, 29 juni.
Foto Tyrone Siu/Reuters

Proeflezer, omringd door media, op de redactie van de krant Apple Daily in Hongkong.
Foto Jerome Favre/EPA
Foto’s van messen en bloed
Voor journalisten is het moeilijk precies vast te stellen hoeveel ruimte er nog is voor onafhankelijke of kritische berichtgeving. Hongkongs minigrondwet garandeert nog altijd „vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en vrijheid van drukpers”, maar de pro-democratische krant Apple Daily en nieuwsplatform Stand News werden gesloten, en hun eigenaren en hoofdredacteuren vervolgd. Op de jaarlijkse ranglijst van Reporters Without Borders (RSF) staat Hongkong op de 140ste plek, tachtig plaatsen lager dan tien jaar eerder. Zeker tien journalisten zitten momenteel in de gevangenis.
„We interviewen de vertrekkende Amerikaanse consul, die naar Beijing gaat. Zo’n afscheidsinterview is in Hongkong heel gebruikelijk. Maar de autoriteiten bekritiseren hem nu fel, en wij blijken de enigen te zijn die hem nu spreken. Niemand anders doet het”, vertelde hoofdredacteur Tom Grundy van nieuwssite Hong Kong Free Press onlangs in een podcast. Hij wil met het voorbeeld illustreren hoe de vage wetgeving ertoe leidt dat media risico’s mijden.
Afgelopen september legde de Hong Kong Journalists Association een gecoördineerde intimidatiecampagne bloot, waarbij journalisten en hun familieleden via sociale media, e-mail en aan huis bezorgde brieven door anonieme ‘patriotten’ werden bedreigd met aangifte op grond van de veiligheidswet. Sommigen ontvingen foto’s van messen, bloed en gedenkstenen.
Lees ook
In Hongkong weet de pers niet hoe vrij de pers nog is
‘Zacht verzet’
Sinds kort gaat veel aandacht van de Hongkongse autoriteiten uit naar de bestrijding van wat ze ‘zacht verzet’ noemen, een zo vage term dat zelfs de Hongkongse minister van Justitie Paul Lam in de Chineestalige krant Ming Pao erkende dat er „geen duidelijke definitie” van is. Als voorbeeld noemde hij het doen van „onjuiste beweringen” die emotioneel van aard zijn en „niet gebaseerd op objectieve feiten”. Die zouden „een negatief beeld van de regering” kunnen geven.
Dat de bestrijding prioriteit heeft, werd duidelijk na opmerkingen van cultuurminister Rosanna Law, die in een interview met de Beijinggezinde krant Wen Wei Po zei dat haar departement subsidies voor evenementen, voorstellingen en bibliotheekcollecties streng zal beoordelen om „elementen die de nationale veiligheid kunnen bedreigen te elimineren”. En eind mei stuurde de lokale voedsel- en warenautoriteit brieven aan onder meer restauranthouders, kleine kruideniers, badhuizen en uitvaartcentra waarin wordt gewaarschuwd dat zij hun vergunning kunnen verliezen als zij zich inlaten met activiteiten die „ingaan tegen de nationale veiligheid”.
De conclusie van de tentoonstelling is dat Hongkong in vijf jaar van ‘chaos naar orde’ is gegaan. Er volgt wel een waarschuwing. „Op dit moment, hoewel Hongkong aan de oppervlakte misschien rustig aanvoelt, blijven de onderstromen bestaan en blijft het veiligheidslandschap ingewikkeld en uitdagend.” Een algemene oproep voor waakzaamheid volgt, zonder concreet te zijn over bedreigingen of ‘onderstromen’. Onzekerheid is troef in Hongkong.

Politieboot surveilleert in Victoria Harbour tijdens de 28ste verjaardag van de overdracht van Hongkong van het Verenigd Koninkrijk aan China, 1 juli 2025.
Foto Peter Parks/AFP
Lees ook
Hongkong pakt mensen op die bloedbad uit 1989 dreigen te herdenken met bloemen of waxinelichtje
