Op 23 maart openen Israëlische militairen het vuur op een Palestijns ambulancekonvooi in Gaza. Vijftien ambulancemedewerkers worden gedood. Het Israëlische leger laat bulldozers aanrukken om hun voertuigen te pletten en de lichamen samen met de ambulances in een massagraf te storten.
Politici in alle uithoeken van de wereld reageren geschokt. In Nederland wordt erover gedebatteerd in de commissie Buitenlandse Zaken. Kan het niet zijn, vraagt Tweede Kamerlid Don Ceder van de ChristenUnie aan minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC), dat „de lichamen begraven worden om te voorkomen dat ze aangetast worden”?
Kamerleden van SP, D66 en Denk reageren verbaasd. Hoe komt Ceder erbij dat Israëlische soldaten de lichamen van de Palestijnen wilden beschermen, en niet hun moord wilden verdoezelen? „Ik ging er eigenlijk van uit – daarom is mijn verbazing gegroeid tijdens dit debat – dat dit een retorische vraag zou zijn, want het is natuurlijk niet normaal”, zegt Sarah Dobbe van de SP.
Het debat is een voorbereiding op een Raad Buitenlandse Zaken in Brussel. Voorafgaand, zo blijkt uit onderzoek van NRC, heeft het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) een document aan bevriende politici in de Tweede Kamer gestuurd onder de titel: ‘Input debat Raad Buitenlandse Zaken’. Het CIDI (opgericht in 1974) is een Nederlandse maatschappelijke organisatie die „begrip voor de beweegredenen” van Israël wil creëren. Hoewel het CIDI geen officiële banden onderhoudt met de Israëlische regering, vertolkt de organisatie vaak de argumenten van het kabinet-Netanyahu.
„Het klopt dat de lichamen begraven zijn, maar dat is protocol vanwege de vele zwerfhonden in de Gazastrook die anders lichamen aanvreten”, staat er in de CIDI-input – waarin met geen woord gerept wordt over de geplette ambulances. Het idee dat Israël heeft geprobeerd het incident in „de doofpot” te stoppen is volgens het CIDI „onjuist”.
‘Ondoorzichtig’
Die uitleg is een herhaling van een verklaring van de Israëlische strijdkrachten. Zo stelde de Israëlische Defense Force (IDF) eerder dat de ambulances zonder zwaailichten en met gedoofde koplampen naderden – een bewering die wordt weerlegd door de beelden die een ambulancebroeder vlak voor zijn dood maakte met zijn telefoon.
Dat Kamerleden worden benaderd door lobbyisten en belangenorganisaties is in de Tweede Kamer routine. „Voor een debat krijg ik vaak informatie vanuit het maatschappelijk middenveld”, zegt buitenlandwoordvoerder Kati Piri (GroenLinks-PvdA). De briefing van het CIDI heeft Piri tot haar verbazing echter niet ontvangen.
Het ‘input-document’ van het CIDI is verstuurd naar de VVD, NSC, CDA, SGP, BBB en de ChristenUnie, zo vertelt Bart van Dijk, de opsteller ervan. „Dat doen wij voor elk debat dat we relevant voor Israël vinden”, aldus Van Dijk. Omdat de PVV en JA21 afwezig zijn tijdens het commissiedebat is het document niet naar hen verzonden.
Buitenlandwoordvoerder Piri vindt het opmerkelijk dat linkse partijen voor het debat niet door het CIDI zijn benaderd. „Normaal gesproken sturen organisaties hun argumenten naar de héle commissie. En meestal publiceren ze die daarna ook nog eens op hun website. Van het CIDI heb ik ook wel eens wat ontvangen.” Piri omschrijft de gang van zaken als „bizar” en „ondoorzichtig”.
De input van het CIDI speelt een belangrijke rol in het debat van de Kamercommissie Buitenlandse Zaken. Waar Ceder nog zijn eigen woorden kiest, lijkt Isa Kahraman van NSC letterlijk uit het CIDI-document te citeren. „Het incident is tragisch, onacceptabel en had nooit mogen gebeuren”, zegt Kahraman tijdens het debat in de buitenlandcommissie. „Het incident is tragisch, onacceptabel en had nooit mogen gebeuren”, schrijft het CIDI in de ‘debat-input’. Kahraman herhaalt de formulering om half zes ’s middags in de plenaire zaal van de Tweede Kamer bij een tweeminutendebat over de Raad Buitenlandse Zaken.

Dilan Yesilgöz als demissionair minister van Veiligheid en Justitie in het Joods Cultureel Centrum, een dag na de Hamas-aanval van 7 oktober 2023.
Foto Robin Utrecht/ANP
Ook andere elementen uit de CIDI-briefing komen ’s ochtends in het commissiedebat woordelijk terug. „Het leger heeft direct een onafhankelijke commissie de opdracht gegeven een onderzoek in te stellen”, schrijft het CIDI. „Maar heeft de heer Van Baarle ook scherp dat Israël direct een onafhankelijke commissie de opdracht heeft gegeven om een onderzoek in te stellen?”, vraagt SGP’er Chris Stoffer aan zijn collega-Kamerlid van Denk. Daarna beweert Stoffer net als het CIDI dat dergelijke onderzoeken in het verleden regelmatig tot veroordelingen en gevangenisstraffen hebben geleid, wat volgens onderzoek door de Israëlische ngo Yesh Din nauwelijks het geval is.

Isa Kahraman (NSC) tijdens een commissiedebat van de Raad Buitenlandse Zaken.
Foto Remko de Waal/ANP
In een reactie bevestigen de Kamerleden Ceder (ChristenUnie) en Kahraman (NSC) dat ze de debat-input van het CIDI hebben ontvangen. Kahraman erkent dat de zin die hij uitsprak waarschijnlijk rechtstreeks uit het CIDI-document komt. Hij wijst erop dat hij en Ceder wel een „eigen lijn” hebben gekozen. Ceder laat weten dat hij de CIDI-bijdrage „nauwelijks” heeft gebruikt, omdat hij zijn bijdrage voor het debat al klaar had en de IDF-verklaring over het begraven van de Palestijnen toen al rondging.
De CIDI-input vindt hij wel nuttig: „Het helpt mij om een bepaald perspectief naast andere visies te leggen – die staan in het Midden Oosten vaak haaks op elkaar.” SGP-leider Chris Stoffer laat via een woordvoerder weten de informatie van het CIDI „bij interrupties” van andere Kamerleden te hebben gebruikt. „Het is voor alle partijen belangrijk om je zo breed mogelijk te voeden”, zo laat de woordvoerder weten.
Nepaccounts
De CIDI-informatie sluit aan bij een breed propaganda-offensief vanuit de Israëlische overheid tijdens de Gaza-oorlog. Volgens onderzoek van de New York Times gebruikte het Israëlische ministerie voor Diaspora-zaken en Bestrijding van antisemitisme nepaccounts op sociale media om Amerikaanse Congresleden te beïnvloeden. Nieuwszender Al Jazeera en de Israëlische krant Haaretz beschrijven de inzet van pro-Israëlische bots om online discussies over Israël en de Palestijnen in Israëlisch voordeel te beslissen. Volgens The Times of Israel geeft Israël dit jaar 150 miljoen dollar uit om „het sentiment in de buitenlandse pers en op sociale media te beïnvloeden”.

BBB-leider Caroline van der Plas in het Joods Cultureel Centrum op 8 oktober 2023.
Foto Robin Utrecht/ANP

Tweede Kamerlid Chris Stoffer (SGP) draait zich om naar Don Ceder (CU). Beiden ontvingen documentatie van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI). Foto John Beckmann/ANP/Imago Stock & People
Foto John Beckmann/ANP/Imago Stock & People
Nadat Israëlische voetbalfans in november vorig jaar in Amsterdam urenlang werden aangevallen door relschoppers, verspreidde het ministerie van Diaspora een ‘special report’ waarin zes pro-Palestijnse organisaties in Nederland mede verantwoordelijk worden gehouden voor het straatgeweld.
Een „onderbouwing” van deze „ernstige aantijgingen” heeft Israël nooit met Nederland gedeeld, schrijven minister David van Weel (Justitie en Veiligheid, VVD) en minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) later aan de Tweede Kamer – een diplomatieke formulering waarmee het kabinet laat weten dat er niets klopt van de beweringen van Israël. De „publieke aantijgingen” zijn volgens de ministers „onwenselijk” en gaan in „tegen de principes van onze democratische rechtsorde”.
Volgens Van Weel en Veldkamp heeft het kabinet de Israëlische autoriteiten op de gang van zaken aangesproken. Tijdens een debat in de Kamer over de Maccabi-rellen heeft BBB-fractieleider Caroline van der Plas het rapport dan al uitgebreid aangehaald. Andere Kamerleden begrijpen niet met welk stuk ze staat te zwaaien. „Hier staan toch wel behoorlijk harde dingen in over wie er achter de pogrom van 7 november heeft gezeten”, zegt Van der Plas over de rellen in Amsterdam. Later zegt de BBB-leider tegen NRC dat ze het stuk „niet van de Israëlische regering” heeft gekregen maar van een fractiemedewerker. „Het zag er wat raar uit, daarom heb ik tijdens het debat gevraagd of het echt was.”
Francesca Albanese
Het incident past in een patroon. Terwijl sommige Kamerleden hun oren laten hangen naar Israëlische desinformatie, worden officiële vertegenwoordigers van de onpartijdige Verenigde Naties geweerd.

Hillel Neuer tijdens een bijeenkomst bij het Capitool in Washington, Amerika.
Foto Michael Brochstein
Half mei brengt Hillel Neuer, directeur van de pro-Israëlische ngo UN Watch, een bezoek aan Den Haag. De Canadees werd door de Israëlische krant Ma’ariv ooit opgenomen in een ‘top 100 van meest invloedrijke Joodse mensen ter wereld’. Op de dag dat Neuer aankomt, verschijnt in De Telegraaf een artikel naar aanleiding van het laatste rapport dat UN Watch heeft uitgebracht. Trots gaat Neuer op de foto met De Telegraaf in zijn handen.
In het nieuwe rapport van Neuers UN Watch worden de Verenigde Naties ervan beschuldigd wangedrag door Francesca Albanese in de doofpot te hebben gestopt. Albanese, een Italiaanse specialist op het gebied van internationaal recht, werkt sinds 2022 als VN-rapporteur voor de Palestijnse gebieden. Neuer voert al langer campagne tegen haar. Ze zou gefinancierd worden door „pro-Hamas groepen”. De Telegraaf meent net als UN Watch dat de zaak bij de VN door een „vriendinnencommissie” van Albanese is onderzocht die haar heeft vrijgesproken, en spreekt van een „onthulling”.
‘Ik word al dagelijks uitgemaakt voor zionistenhond’, antwoordt Kamerlid Ellian via WhatsApp
Zoals vaker vormen het rapport van UN Watch en het Telegraaf-artikel aanleiding voor pro-Israëlische Kamerleden om schriftelijk opheldering te vragen aan de verantwoordelijke minister Veldkamp. Chris Stoffer en Diederik van Dijk (SGP) willen weten of de VN de zaak onpartijdig hebben onderzocht. Volgens Veldkamp is dat het geval, zo antwoordt hij begin juni, en is er „geen belangenverstrengeling of schending van de gedragscode vastgesteld”.
Francesca Albanese is niet onomstreden. In juli vorig jaar ondersteunde ze op X een vergelijking tussen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en Adolf Hitler. In 2014 schreef ze op Facebook dat Amerika en Europa Israël laten begaan uit schuldgevoel over de Holocaust, maar ook omdat ze „onderworpen” zijn aan de „Joodse lobby”. Hiervoor maakt ze later excuses.

Demonstraten tonen steun aan Francesca Albanese tijdens haar bezoek aan de Tweede Kamer.
Foto Sebastiaan Barel/ANP
Hillel Neuer van UN Watch noemt haar consequent een „notoire antisemiet en Hamas-terrorisme-supporter”, hoewel Albanese de bloedige aanslagen van Hamas op 7 oktober 2023 heeft veroordeeld als „misdaden”. In november vorig jaar publiceren tientallen joodse organisaties wereldwijd, onder wie Een Ander Joods Geluid uit Nederland, juist een steunbetuiging aan haar.
Maar voor de VVD, PVV, BBB, ChristenUnie, SGP en JA21 wordt Albanese een persona non grata. Ten tijde van de aanval op Albanese door Neuer, het CIDI, de orthodox-protestante organisatie Christenen voor Israël en andere belangenbehartigers van Israël trekken deze partijen afgelopen februari een uitnodiging aan Albanese in. Zij is niet langer welkom bij de buitenlandcommissie van de Tweede Kamer. Nooit eerder werd een uitnodiging aan een VN-rapporteur ingetrokken.
Kort daarna, half mei, is er ook geen meerderheid om directeur Sam Rose van VN-hulporganisatie UNRWA in Gaza welkom te heten bij dezelfde buitenlandcommissie. Een Kamermeerderheid had eind vorig jaar via een motie besloten dat de Nederlandse financiële steun aan UNRWA de komende jaren wordt afgebouwd, omdat medewerkers van de organisatie volgens Israël betrokken waren bij de aanval van Hamas. VN-onderzoek stelt dat negen medewerkers van UNRWA (dat 13.000 personeelsleden telt in Gaza) „mogelijk” betrokken waren bij ‘7 oktober’. Bijna twee miljoen Gazanen zijn afhankelijk van de voedselhulp die UNRWA verstrekt – daar trekt een Kamermeerderheid zich niets van aan.
„Bravo aan Chris Stoffer en Joost Eerdmans voor hun succesvolle motie”, schrijft Neuer op 13 december op X over de Kamerleden van SGP en JA21. „De tekst van het besluit door het Nederlandse parlement bevat sleutelelementen over UNRWA die wij aan hen presenteerden”, aldus Neuer.
CIDI-reis
De pro-Israëlische lobbyist Neuer werd vorig jaar juni onthaald door de commissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. In mei sprak hij in de Tweede Kamer met Ulysse Ellian van de VVD en Kamerleden van de PVV en SGP. Ellian wil tegenover NRC niet reageren op Neuers bezoek. „Ik word al dagelijks uitgemaakt voor zionistenhond”, antwoordt hij via WhatsApp.
Ook het CIDI wordt in de Tweede Kamer ontvangen. Afgelopen november was de organisatie te gast in de commissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, samen met de pro-Israëlische organisatie NGO Monitor. De belangenclubs werden welkom geheten door Kamerleden van de PVV, VVD en BBB-voorvrouw Caroline van der Plas.
Onder partijleider Dilan Yesilgöz heeft de VVD een uitgesproken pro-Israëlische koers ingezet
Net als UN Watch nam NGO Monitor Francesca Albanese onder vuur en werd de Nederlandse steun aan Palestijnse mensenrechtenorganisaties bekritiseerd.
De ontvangst van NGO Monitor door de VVD is opmerkelijk. Al in 2020 kwalificeerde minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok (VVD) de organisatie als onbetrouwbaar. Blok schreef dat „veel beschuldigingen van NGO Monitor gebaseerd zijn op selectief citeren, halve feiten en insinuaties”. Volgens de VVD-bewindsman droegen deze beschuldigingen bij aan een klimaat waarin mensenrechtenorganisaties onder toenemende druk zijn komen te staan. Ook bevestigde Blok dat NGO Monitor zich, ondanks zijn neutrale naam, uitsluitend richt „op organisaties en donoren die zich kritisch uiten over het Israëlisch beleid in de door Israël bezette gebieden”.
De banden tussen de VVD, het CIDI en daaraan gelieerde organisaties als UN Watch en NGO Monitor waren altijd al warm, maar onder partijleider Dilan Yesilgöz heeft de VVD een uitgesproken pro-Israëlische koers ingezet. In 2019 nam Yesilgöz als Kamerlid deel aan een reis naar Israël en de Palestijnse gebieden, die mede door het CIDI werd georganiseerd. Aan de trip werd door nagenoeg alle deelnemers geen ruchtbaarheid gegeven. Onder hen waren ook partijmedewerkers van de VVD en ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Volgens CIDI-medewerker Bart van Dijk wordt er binnenkort weer een CIDI-reis naar Israël georganiseerd. „Ons beleid is om de deelnemerslijst niet te delen, vanwege de haat die deze mensen anders ten deel valt”, zegt hij.
In november 2023, een maand na de aanval op Israël door Hamas, behoorde de VVD ook tot de partijen die, samen met de SGP, BBB en BVNL, in gesprek gingen met een afvaardiging van het Israëlische parlement. Andere partijen zagen daar vanaf vanwege de deelname van Ariel Kallner van Likud. Kallner is voorzitter van de parlementaire vriendschapsgroep Israël – Nederland. Nog in het weekend van de aanval van Hamas op Israël riep hij op tot een nieuwe ‘Nakba’, de verdrijving van honderdduizenden Palestijnen uit Israël in 1948.
Buitenlandse beïnvloeding
In haar jaarlijkse rapporten schrijft de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) steevast over landen als Rusland en China die zich schuldig maken aan buitenlandse beïnvloeding. „Als landen proberen het Nederlandse politieke en sociale systeem onopgemerkt te beïnvloeden, spreken we van heimelijke beïnvloeding”, aldus de AIVD.
Vallen Israëlische campagnes op sociale media, waarvan voor gebruikers niet duidelijk is dat Israël er achter zit, daar dan ook niet onder? Of een Israëlisch rapport dat bij Tweede Kamerleden belandt en waarin Nederlandse organisaties worden beschuldigd van betrokkenheid bij straatgeweld?
Een woordvoerder van de AIVD laat weten dat de dienst geen uitspraken doet over „de keuze van het al dan niet noemen van statelijke actoren” als het gaat om betrokkenheid bij heimelijke beïnvloeding.
De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) wijst op uitspraken door demissionair minister Van Weel (Justitie en Veiligheid, VVD) in de Tweede Kamer. Daarin stelt de minister dat Israël zich in tegenstelling tot landen als Rusland en China niet „stelselmatig” schuldig zou maken aan ongewenste buitenlandse inmenging.
