Kamer neemt belangrijke woningwet aan, statushouders verliezen voorrang huurwoning

Er was uiteindelijk een late stemming voor nodig, maar donderdagnacht is naast de omstreden asielwetten van voormalig minister Faber (PVV) ook de Wet versterking regie volkshuisvesting door de Tweede Kamer aangenomen.

De Wet regie is de belangrijkste volkshuisvestingswet die nog in behandeling was en waarvan de voorbereiding al jaren loopt. De wet vormt de juridische basis onder het volkshuisvestingsbeleid van de komende tijd.

Het Rijk krijgt door de wet een grotere rol in het uitvoeren van Nederlandse woningbouwplannen. De minister van Volkshuisvesting gaat in grote mate bepalen waar er wordt gebouwd, hoeveel er wordt gebouwd en wie met voorrang in aanmerking moet komen voor een woning. Ook kan de minister als conflictbemiddelaar optreden als nieuwbouw stil dreigt te vallen door onenigheid tussen gemeenten en provincies.

Daarbij zorgt de Regiewet ervoor dat bezwaartrajecten bij woningbouwprojecten fors worden ingekort: bezwaarmakers kunnen voortaan nog maar één keer in beroep, en dan wel meteen bij de Raad van State.

Afschuifgedrag

Waar Hugo de Jonges Wet betaalbare huur politiek het meest gevoelig lag, wordt zijn Wet regie gezien als het magnum opus van de oud-minister (Volkshuisvesting, CDA).

De huidige woonminister Mona Keijzer (BBB), inmiddels demissionair, zwakte de grotere invloed van het Rijk op een aantal punten weer iets af. Zo worden gemeenten niet verplicht om twee derde betaalbaar en een derde sociaal te bouwen, maar mogen ze dat op regioniveau afstemmen.

Dit was een van de grotere twistpunten tijdens het Tweede Kamerdebat vorige week. Critici vrezen dat kleinere gemeenten in de nabijheid van steden hierdoor minder sociaal bouwen en dat overlaten aan de grotere steden. Een amendement om de 30 procent sociale bouw op gemeenteniveau af te dwingen, kreeg geen meerderheid – een motie van die strekking wel.

Een poging vanuit de oppositie om dakloosheid (met een bredere definitie) toe te voegen als erkende reden voor een urgentieverklaring voor een sociale huurwoning, sneuvelde dinsdag ook. Wel werd, tegen de zin van Keijzer, een amendement aangenomen dat gezinnen met minderjarige kinderen landelijk een urgentieverklaring toekent.

Ook een amendement dat een ‘fatale termijn’ bij vergunningverlening regelt, kreeg een meerderheid. Dit stelt de minister in staat om bij een conflict tussen gemeenten en provincies na uiterlijk acht weken in te grijpen en een knoop door te hakken.

Onrust na amendementen

Hoewel het debat vorige week vrij rustig verliep, zorgden meerdere scherpe moties en amendementen ervoor dat het op de valreep toch nog spannend werd. Donderdag draaide het bij de stemming niet langer om de vragen ‘waar’ en ‘hoeveel’ er gebouwd moet worden, maar met name ‘voor wie’.

Het meest omstreden amendement werd ingediend door de PVV en kreeg een meerderheid. Volgens deze wijziging wordt het voor gemeenten voortaan verboden om statushouders een urgentieverklaring te geven, waarmee zij voorrang hebben bij de toewijzing van een sociale huurwoning.


Lees ook

Lees ook: hier gaat de Wet regie over

SAWA in Rotterdam, het eerste woongebouw van hout, ruim 50 meter hoog. Foto Walter Herfst

Het zal moeten blijken of deze ingrijpende wijziging het voor de rechter gaat halen. Immers: iemand met een verblijfstatus die na een behandeltraject uit de jeugdzorg komt, heeft volgens het amendement straks geen recht op een urgentieverklaring – terwijl iemand met een Nederlands paspoort dat wel heeft.

De weerstand groeide donderdag; gemeenten voorspellen „chaos” in de opvang als statushouders niet langer een urgentieverklaring krijgen. Onder meer corporatiekoepel Aedes, de Woonbond en de Vereniging Nederlandse Gemeenten riepen de Kamer op de stemming uit te stellen tot na het zomerreces, zodat de Raad van State een juridisch vooronderzoek kan uitvoeren naar de gevolgen van het amendement. Voor dit verzoek van ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis bleek geen meerderheid te zijn.

Het toewijzingsverbod voor statushouders zorgde dat partijen die aanvankelijk voor de wet waren, na middernacht uiteindelijk alsnog tegen stemden. Volgens Hans Vijlbrief (D66) is het wetsvoorstel in strijd met schending van het discriminatieverbod in de grondwet. GroenLinks-PvdA-Kamerlid Habtamu de Hoop stelde dat met het amendement „ontmenselijking” in de wet is geslopen. ChristenUnie-Kamerlid Grinwis stemde voor, maar wel „met de neus dicht”.

In een Kamerbrief donderdagmiddag had Keijzer laten weten „de uitvoerbaarheid en de rechtmatigheid” van de amendementen te gaan onderzoeken. Daar zal ook de Eerste Kamer vragen bij stellen, al lijkt er na de steun van de huidige coalitiepartijen plus PVV, de Christelijke en rechtse partijen een meerderheid voor de wet te zijn.