De ‘oostelijke wangzakeekhoorn’ wordt hij wel genoemd: Tamias striatus, een grondeekhoornsoort die in het oosten van Noord-Amerika leeft, onder andere in de buurt van Chicago. Juist in die stad heeft de knaagdiersoort een bijzonder snelle evolutie ondergaan, schrijven onderzoekers van het prestigieuze Field Museum. Op basis van 3D-scans van schedels in de collectie ontdekten ze dat het uiterlijk van de dieren binnen 125 jaar sterk veranderd is. Voor een leek is het op de bovenstaande beelden lastig te zien, maar de grondeekhoornschedels zijn door de tijd heen groter geworden terwijl het gebit juist kleiner is dan voorheen. Een gevolg van klimaatverandering lijkt het niet te zijn. Wél vermoeden de onderzoekers een oorzakelijk verband met de toegenomen verstedelijking. Grondeekhoorns hebben een gevarieerd dieet en eten normaal gesproken noten, zaden, fruit, insecten en zelfs kikkers. Maar in de stad stappen de dieren makkelijk over op een fastfooddieet. Energierijk voedsel waardoor ze groter worden (en vaak ongezonder) en waarbij ze hun tanden minder nodig hebben. Geen noten en zaden, maar bijvoorbeeld picknickrestanten.

De Tamias striatus, de bewuste grondeekhoornsoort.
Foto Getty
Naast de grondeekhoornschedels scanden de wetenschappers ook woelmuisschedels. Daarbij was niet zozeer een verandering zichtbaar in het gebit maar wel in het binnenoor. De botstructuur die zich daar bevindt is steeds kleiner geworden, wat duidt op een verslechterd gehoor. Dat zou een gevolg kunnen zijn van het toegenomen stadslawaai, aldus de onderzoekers. Ze noemen hun bevindingen een wake-upcall: verstedelijking heeft verregaande gevolgen voor allerhande diersoorten.
Ook elders zijn voorbeelden te vinden van zulke aan de stad aangepaste soorten. Neem stadsduiven. Die stammen af van wilde rotsduiven, en dat komt uitstekend van pas als ze zich staande moeten houden op de smalle richels en raamkozijnen van hoge gebouwen.
Uit de Londense underground is het verhaal bekend over muggen die in de tunnels van drie grote metrolijnen (Central, Victoria en Bakerloo) leven. Die zijn binnen een tijdsbestek van anderhalve eeuw genetisch van elkaar gaan verschillen omdat ze zelden met elkaar in contact kwamen.
