Een bindende klimaatdoelstelling om in alle landen van de Europese Unie de uitstoot van broeikasgassen in 2040 te verminderen met 90 procent in vergelijking met 1990. Maar wel met de mogelijkheid om een deel van die reductie te behalen in derde landen, buiten de EU, via zogeheten carbon credits.
Het zijn de belangrijkste elementen van de klimaatkoers van de EU voor 2040, zo blijkt uit een concept-tekst die in handen is van onder meer NRC. De Europese Commissie, die deze strategie op woensdag presenteert, probeert met een afzwakking van de doelstelling de steun te behouden van twijfelende landen, nu het politieke draagvlak voor de Europese vergroeningsagenda wankelt. De handelsoorlog met de VS, economische druk en begrotingsdilemma’s gevoed door hogere defensie-uitgaven, drukken klimaatbeleid naar de achtergrond.
Verschillende lidstaten liggen dwars als het gaat om de beloofde ‘strenge klimaataanpak’ van Brussel en hebben al moeite met het behalen van de groene doelstellingen voor 2030. Een debat over de aanstaande klimaatwet tussen regeringsleiders, vorige week donderdag tijdens de EU-top, verliep „verhit”, stelde de Belgische premier Bart De Wever na afloop.
Frankrijk, waar tien jaar geleden het Klimaatakkoord van Parijs nog met triomf werd gesloten, is nu openlijk terughoudend. President Emmanuel Macron wil „de tijd nemen” voor het bespreken van de 2040-doelstellingen, die „plooibaar moeten zijn met het concurrerend vermogen” van het Franse bedrijfsleven. Bovendien moet kernenergie worden omarmd als koolstofneutraal alternatief voor fossiele energie (net als hernieuwbare energie), zo stelde hij tijdens de EU-top. Hij pleit daarbij voor meer investeringsruimte én flexibiliteit voor lidstaten bij het behalen van de klimaatdoelen.
Betalen voor emissiereducties buiten de Europese Unie en die vervolgens op het eigen conto schrijven: het is het Europese antwoord op de nationale tegenwind die aanzwelt vanuit verschillende richtingen. Het recent beklonken regeerakkoord van de nieuwe Duitse regering maakte al de weg vrij voor zo’n draai door te pleiten voor 3 procent flexibiliteit via deze zogeheten ‘carbon credits’. EU-klimaatcommissaris Wopke Hoekstra, die zich vanaf zijn aantreden sterk heeft gemaakt voor het reductiedoel van 90 procent, zou daar in Berlijn voor hebben gelobbyd om zo Duitsland aan boord te houden, volgens nieuwssite Politico.
Gelekte conceptvoorstellen stellen dat de Commissie erop aanstuurt dat de EU maximaal 3 procent van de reducties via internationale carbon credits mag voldoen – in lijn met wat Berlijn wil. Deze kredieten mogen vanaf 2036 worden gebruikt. Over de kwaliteitscriteria en de aankooprichtlijnen van de kredieten zou nog moeten worden onderhandeld.
Door de beoogde CO2-vermindering buiten de EU-grenzen te verwezenlijken, kan in Europa ongeveer 150 miljoen megaton CO2 meer worden uitgestoten per jaar, berekende de Commissie. Dat is vergelijkbaar met de huidige jaarlijkse uitstoot van Nederland.
Maar de carbon credits zijn controversieel, de regels van artikel 6 van het Parijsakkoord dat hierover gaat, zijn pas vorig jaar ingevoerd omdat veel landen dwarslagen. Want terwijl klimaatrampen in Europa steeds frequenter worden, laat Brussel de klimaatagenda en CO2-reductie-inspanningen op het eigen continent verwateren, klinkt het vanuit de linkse en wetenschappelijke hoek.
De Europese Wetenschappelijke Adviesraad voor Klimaatverandering pleitte begin juni nog voor een CO2-reductie van 90 tot 95 procent – op eigen grondgebied – in opmaat naar het Europese doel om tegen 2050 volledig klimaatneutraal te zijn in de EU. Er wordt gevreesd dat soepelere (afkoop-)regels bedrijven en landen niet voldoende in beweging brengen met als gevolg dat de nul-uitstoot niet zal worden gehaald.
‘Achterhaalde cijfers’
De Spaanse Teresa Ribera, als vicevoorzitter van de Commissie verantwoordelijk voor een schone transitie, bepleitte een kleinere rol voor carbon credits: ze wil dat maximaal 1 procent van de Europese reductie uitbesteed mag worden buiten de EU. Ze wijst er daarbij op dat de 150 miljoen ton CO2-besparing op Europese bodem achterhaald is, omdat het gaat om cijfers ten opzichte van 1990 (toen de uitstoot in de EU veel hoger lag). 3 procent van de uitstoot in 1990 komt volgens haar neer op 15 à 20 procent van de huidige Europese uitstoot die dan met carbon credits kan worden afgekocht.
Voorstanders van de kredieten, die zich veelal in het rechtse politieke kamp bevinden – waartoe ook het rechtse midden van de dominante Europese Volkspartij behoort – prijzen Hoekstra om zijn pragmatische aanpak: waar ter wereld de uitstoot van broeikasgassen wordt beperkt, maakt voor klimaatverandering niets uit, is de heersende gedachte.
De onafhankelijke wetenschappelijk EU-raad stelt daar tegenover dat „compensatie via internationale koolstofkredieten de Europese klimaatgeloofwaardigheid ondermijnt”. Dat gevoel wordt in het linkse en progressieve kamp versterkt door recente versoepelingen en uitstelregelingen van de groene wetgeving die tot stand kwam in Commissie Von der Leyen-I met Eurocommissaris Frans Timmermans als voortrekker van de ‘Green Deal’.
Lees ook
Dereguleringsgolf EU raakt ook wet tegen greenwashing: commissie torpedeert eigen voorstel
Links is daarnaast bezorgd dat goedkoop op termijn duurkoop is: hoewel het terugdringen van broeikasgassen in ontwikkelingslanden makkelijker (en dus betaalbaarder) is, nemen de kosten voor klimaatneutraliteit in 2050 in Europa door uitstel juist toe, betogen milieuorganisaties. En dan bestaat er nog het risico dat buitenlandse projecten – denk aan herbebossingsprojecten in Brazilië, windmolenparken of CO2-opslag in Azië – niet efficiënt zijn omdat uitstooteisen niet worden nageleefd.
De 2040-route van de Commissie is een belangrijke aanzet voor de doelstellingen voor 2035, die de EU-landen verplicht zijn vast te stellen voor de Klimaattop (COP30) in november dit jaar in Belém, Brazilië. De deadline voor die 2035-doelen is door de VN gesteld op september.
Opstandige lidstaten, zoals Frankrijk, willen de twee jaartallen niet langer aan elkaar verbinden en hopen zo tijd te rekken voor het bepalen van de 2040-doelen. Het is aan Denemarken, dat deze week het EU-voorzitterschap van Polen heeft overgenomen, de lidstaten over de streep te trekken.
