De Algerijns-Franse schrijver Boualem Sansal (75) is dinsdag in hoger beroep in Algerije veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar voor onder meer bedreiging van de staatsveiligheid. Dat schrijven verschillende Franse media. Sansal werd afgelopen november aangehouden, wat de al bestaande gespannen diplomatieke verhoudingen tussen Frankrijk en Algerije verder op scherp zette. Een rechtbank in Algerije had hem afgelopen maart al veroordeeld tot vijf jaar cel, justitie eiste eerder tien jaar gevangenisstraf.
De met prijzen gelauwerde Sansal zei eind 2024 in een interview met het radicaal-rechtse Frontières dat de grens tussen Algerije en Marokko „arbitrair” is. Over het westelijke deel van Algerije bestaat al tientallen jaren een dispuut, omdat Marokko vindt dat het stuk land in de jaren dat Frankrijk het gebied kolonialiseerde ten onrechte aan Algerije is toegekend.
Lees ook
Schrijver Boualem Sansal is al jaren kritisch op thuisland Algerije. Waarom is hij nu gearresteerd?
De rechter veroordeelde Sansal vanwege zijn pro-Marokkaanse standpunt onder meer voor „het beledigen van gevestigde instituties”. Ook is hij veroordeeld voor „het ondermijnen van de nationale eenheid” en van „het bezitten van video’s en publicaties die de veiligheid en stabiliteit van het land bedreigen”. Sansal, die vorig jaar de Franse nationaliteit kreeg, zou namelijk ook gevoelige informatie over de staatsveiligheid en de Algerijnse economie hebben gelekt aan de Franse ambassadeur in Algerije.
Kritiek op islam
Medestanders van Sansal denken dat in de aanklachten en uiteindelijke veroordeling meespeelt dat de schrijver al jarenlang zeer kritisch is op de Algerijnse politiek en op de invloed van de (radicale) islam in Algerije.
Ook het Franse parlement kwam voor Sansal op. Afgelopen mei nam het Assemblée Nationale een resolutie aan waarin werd opgeroepen tot de directe vrijlating van de schrijver. Daarin werd gesteld dat er pas weer nauwere samenwerking zal komen tussen Algerije, Frankrijk en Europa als Algerije zich houdt aan de internationale afspraken over mensenrechten. Ook het Europees Parlement sprak zich uit tegen de detentie van de auteur.
De relatie tussen Frankrijk en Algerije is de afgelopen jaren steeds verder verslechterd en kende afgelopen april een nieuw dieptepunt. Nadat Algerije twaalf Franse diplomaten had uitgezet, deed Frankrijk vervolgens hetzelfde met twaalf Algerijnse diplomaten. Ook het conflict tussen Algerije en Marokko over de Westelijke Sahara speelt een rol in de gespannen relatie tussen de landen. In dat conflict koos de Franse president Emmanuel Macron afgelopen jaar de kant van Marokko.
Het gebruik van een stroomstootwapen door de politie geeft „een geringe kans op ernstig letsel” bij de persoon die wordt ‘getaserd’. Incidenteel komt ernstig letsel voor, zoals botbreuken of hoofdletsel.
Dat blijkt uit onderzoek van het onderzoeksinstituut Nivel en de onderzoeksgroep forensische geneeskunde van GGD Amsterdam, dat deze donderdag wordt aangeboden aan demissionair minister David van Weel (Justitie en Veiligheid, VVD). „Het blijft nu eenmaal een wapen en daar zitten risico’s aan”, zegt Nivel-onderzoeker Michel Dückers. „Mensen die getaserd worden, verliezen de controle over hun spiermassa en vallen. Dan kun je lelijk terechtkomen, bijvoorbeeld op een trottoirband.” Het is wereldwijd het eerste praktijkonderzoek naar de medische effecten van het gebruik van het stroomstootwapen, dat sinds 2022 landelijk door de politie wordt ingezet.
De taser wordt jaarlijks bijna duizend keer gebruikt, en daarnaast wordt er nog zo’n twee- tot drieduizend keer mee gedreigd. Daarmee is het „geen uitzonderlijk geweldsmiddel, maar een regulier onderdeel van de wetshandhaving geworden”, stellen de onderzoekers in het rapport. Marjolein Smit, landelijk coördinator geweld bij de politie, zegt dat het stroomstootwapen „veel toevoegt, ook door de de-escalerende werking. „Het dreigen ermee werkt al intimiderend.”
De taser werd in de periode 2022-2024 vooral ingezet in stedelijk gebied in het westen van het land. Dat gebeurde bij mensen die zich gevaarlijk of agressief gedroegen, of die wapens gebruikten. In bijna de helft van de gevallen werd het stroomstootwapen gecombineerd met bijvoorbeeld pepperspray.
Pijltjes met stroomdraad
Het stroomstootwapen van de politie, de Taser X2, heeft twee standen: de schietmodus en de schokmodus. In de schietmodus vuurt het wapen twee pijltjes af, die met een stroomdraad met het wapen verbonden blijven. De pijltjes blijven vastzitten in de huid of kleding en geven een aantal korte stroomstoten per seconde af. In de schokmodus wordt het stroomstootwapen direct op de huid van iemand gezet, die op die manier een korte pijnprikkel krijgt.
Oud-minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid, CDA) besloot eind 2019 dat de politie tasers mocht gaan gebruiken. Hij zei destijds dat het wapen gebruikt kon worden in situaties waar pepperspray niet toereikend is, maar een vuurwapen te ver gaat. Het besluit was niet onomstreden. Zo waarschuwde mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International voor ernstige medische risico’s; Nationale ombudsman Reinier van Zutphen zei dat de politie zich „heel bewust” moest zijn van de impact van de taser.
Lees ook
De taser komt. Wat zijn de risico’s?
Op verzoek van Grapperhaus gaf de korpschef van de politie daarom Nivel en GGD Amsterdam de opdracht drie jaar lang de effecten onafhankelijk te monitoren. In vrijwel alle regio’s van het land werden mensen die waren ‘getaserd’ onderzocht door forensisch artsen. Ook leverden ziekenhuizen, de Rijksrecherche, het Nederlands Forensisch Instituut en The Maastricht Forensic Institute informatie aan.
Schaafwonden en kneuzingen
Uit dat onderzoek blijkt nu dat de inzet van de taser zelden leidt tot letsel waarvoor behandeling in het ziekenhuis nodig is. Forensisch artsen constateerden dat 94 procent van de ‘getaserden’ geen of gering letsel had, zoals schaafwonden of lichte kneuzingen. Zes procent had wel ernstig letsel en moest alsnog naar het ziekenhuis.
Soms moesten pijltjes worden verwijderd die vast bleven zitten of die op delicate plekken als de geslachtsorganen of in het gezicht terecht waren gekomen
Van de groep getaserden die direct naar het ziekenhuis gingen – en dus niet eerst langs de forensisch arts – had tweederde last botbreuken, kaakbreuken of licht hoofdletsel. Soms moesten pijltjes worden verwijderd die vast bleven zitten of die op delicate plekken als de geslachtsorganen of in het gezicht terecht waren gekomen. Volgens het onderzoek zijn zes personen overleden bij een arrestatie waarbij ook een taser werd gebruikt. Bij vijf van hen speelde de taser geen rol bij het overlijden, bij een heeft het „mogelijk in geringe mate een rol gespeeld, doordat het toedienen van stroomstoten mogelijk kan hebben bijgedragen aan een versnelling van de hartslag en/of verhoging van de bloeddruk.”
De onderzoekers zagen ook dat mensen tussen de 18 en 25 jaar een verhoogd risico op letsel hebben, bijvoorbeeld omdat ze zich bij hun aanhouding vaker fysiek verzetten of proberen te vluchten. Ook mensen die verward gedrag vertonen of onder invloed zijn van drugs of alcohol hebben meer kans op letsel.
Psychische effecten
De onderzoekers constateren verder dat er beperkt beeld is van de psychische impact en de langetermijngevolgen van de inzet van het stroomstootwapen. Dat geldt zeker voor kwetsbare mensen die direct daarna naar een ggz-instelling zijn gebracht of daar al verbleven. Wel staat in het onderzoek dat het gebruik van tasers „als ingrijpend kan worden ervaren. Het ontbreken van nazorg en informatie na de gebeurtenis lijkt daarnaast gevoelens van angst, wantrouwen en onbegrip te versterken.” Volgens Nivel-onderzoeker Dückers is op het gebied van informatie en nazorg nog winst te behalen: „Dat krijgt niet iedereen, blijkt uit gesprekken met ‘getaserden’.”
Vergelijkingen met de risico’s van andere wapens die de politie gebruikt, zijn lastig; er is geen onderzoek gedaan naar de medische gevolgen van bijvoorbeeld wapenstok of pepperspray. Marjolein Smit van de politie wijst erop dat wapenstokken „harde dingen” zijn en meer kans op letsel geven. Pepperspray heeft voor de politie het nadeel dat het niet binnen gebruikt kan worden, niet als het hard waait, en dat een kwart van de mensen er minder gevoelig voor is.
Lees ook
‘Leg het wapen neer, of ik ga stroom gebruiken. Dat wilt u niet’
Nederland is bereid nationale maatregelen tegen Israël te overwegen, mocht de Europese Unie daar later deze maand geen overeenstemming over bereiken. Dat heeft demissionair minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) woensdag gezegd in een commissiedebat in de Tweede Kamer. Ook als er tegen die tijd geen staakt-het-vuren is tussen Hamas en Israël, zegt Veldkamp bereid te zijn te willen „kijken” naar stappen.
Hoewel Veldkamp woensdag terughoudend taalgebruik koos, toont hij met deze uitspraken wel opnieuw dat de Nederlandse opstelling richting Israël langzaam verschuift. Eerder nam hij namens Nederland het initiatief om in Europees verband te laten onderzoeken of Israël de voorwaarden van het EU-associatieverdrag negeert.
Volgens Veldkamp zelf schendt Israël het humanitair recht door de grens naar Gaza af te sluiten, zodat voedsel, water en medicijnen het gebied niet in kunnen. Onlangs sloot Veldkamp zich eveneens aan bij een rijtje landen dat sancties wil opleggen aan twee extreemrechtse ministers uit het Israëlische oorlogskabinet.
Europese top
15 juli komen Veldkamp en zijn Europese collega’s samen. Kaja Kallas, de buitenlandchef van de Europese Unie, komt dan mogelijk met een voorstel voor maatregelen tegen Israël. Aanleiding hiervoor is het door Veldkamp geïnitieerde onderzoek naar het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Israël. Dat onderzoek stelde vast dat er inderdaad „indicaties” zijn dat Israël het associatieverdrag schendt. Over welke consequenties hieraan verbonden moeten worden, is Europa echter sterk verdeeld.
Desondanks zei Veldkamp tijdens het debat maatregelen in EU-verband te prefereren boven eenzijdige maatregelen. Volgens Veldkamp zullen nationale maatregelen „niet heel veel effect hebben”, maar als meer landen eenzijdig stappen nemen kan het wel in iets resulteren, zei hij. Hij wilde, tot frustratie van oppositiepartijen, niet vooruitlopen op wat voor maatregelen dit zouden kunnen zijn.
Lees ook
EU schuift sancties tegen Israël om schending mensenrechten voor zich uit
Prime Pharmacy, een in Venlo gevestigde apotheek die van „internetartsen” recepten in behandeling neemt, moet daar per direct mee stoppen, besloot de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Er zouden „acute risico’s” zijn voor de „patiëntveiligheid”, de inspectie heeft ten minste één concrete melding over het bedrijf gekregen. De apotheek is afgelopen vrijdag op de hoogte gesteld van het bevel.
De apotheek, gevestigd op een industrieterrein in Venlo, verstrekt medicijnen die klanten via allerlei webshops kunnen bestellen. Eén van die webshops is dokteronline.com, dat al jarenlang allerlei geneesmiddelen verkoopt waar een doktersrecept voor nodig is. Die recepten worden wel degelijk uitgegeven, maar door artsen in het buitenland, die geen contact met de patiënt hebben gehad en dus niets weten van zijn of haar medische conditie of geschiedenis.
Prime Pharmacy neemt die recepten zonder gedegen controle in behandeling en verzendt de medicijnen naar de klant. Dat is, zo oordeelt de inspectie, in veel opzichten in strijd met de wet en gevaarlijk. Volgens Het Financieele Dagbladzou het „onder meer” over obesitasmedicatie gaan.
Lees ook
Ozempic: voor je het weet zit je eraan vast
Maar een apotheker heeft volgens de Nederlandse wet, net als een arts, een zorgplicht. En is daarom onder meer verplicht om de identiteit van een patiënt vast te stellen voordat hij een recept in behandeling neemt. De apotheker moet ook inschatten of het uitgeven van dat medicijn aan die patiënt veilig is. De inspectie stelt dat Prime Pharmacy de geneesmiddelen zonder gedegen controle naar patiënten verstuurt. Nergens in dit proces kan de patiënt een consult met de apotheker aanvragen en er is geen controle op eventuele complicaties.
Prime Pharmacy moet daarom de uitgifte van medicijnen aan patiënten die in Nederland wonen ten minste zeven dagen staken. Daarna beoordeelt de inspectie opnieuw of aan de Nederlandse wet- en regelgeving wordt voldaan. Zo niet, dan kan een dwangsom volgen.
Dokteronline, een van de webwinkels waar Prime Pharmacy zaken meet doet, is de inspectie al langer een doorn in het oog
‘Geen commentaar’
Prime Pharmacy mág online medicijnen uitgeven waar een doktersrecept voor nodig is. Het bedrijf staat namelijk geregistreerd als online apotheek in het register van de Rijksoverheid, op naam van een Nederlandse apotheker met de juiste papieren. Wat niet mag, is de samenwerking met webshops die zulke medicijnen aanbieden zonder gedegen tussenkomst van een Nederlandse arts.
Deze apotheker doet dat echter naar hartelust, valt te zien in het register van online apotheken van het ministerie van VWS. Zijn bedrijf doet zaken met onder meer Duitse en Roemeense webshops. De apotheker in kwestie richtte in 2020 de apotheek mede op, en is bij meer bedrijven betrokken die online geneesmiddelen verstrekken. Hij heeft NRC telefonisch laten weten dat hij „geen commentaar” wil geven op het bevel van de inspectie. „Alles is online te vinden, doe er je voordeel mee.”
Dokteronline, een van de webwinkels waar Prime Pharmacy zaken meet doet, is de inspectie al langer een doorn in het oog. Van deze site is bekend dat het Nederlandse klanten heeft. Maar, zo laat een woordvoerder van de inspectie weten aan NRC, webshops zijn moeilijk aan te pakken. „We zitten daar regelmatig achteraan, maar dan wisselen ze ineens van site, en ze opereren vaak vanuit het buitenland.”
Dit keer greep de inspectie wel in, naar eigen zeggen omdat het over een verstrekkend apotheek gaat die officieel in Nederland geregistreerd is, en omdat over deze apotheek een „concrete melding” was binnengekomen. Al eerder, in 2010, werd een andere verstrekkend apotheek van dokteronline geroyeerd, omdat hij per jaar zo’n 25.000 pakketjes uitgaf voor de website op basis van een niet te verifiëren recept van een buitenlandse arts.
Op één terrein
Opvallend is dat op hetzelfde bedrijventerrein in Venlo, zelfs in dezelfde straat, nog ten minste drie andere online apotheken gevestigd zijn die via deze constructie lijken te werken, maar dan vooral voor buitenlandse klanten. Op de vraag of het voor Nederlandse apotheken wél is toegestaan om op deze manier receptplichtige medicijnen te verstrekken aan buitenlandse klanten, laat de IGJ weten: een „apotheek kan zich niet altijd houden aan de wet- en regelgeving van Nederland én van het andere land”. Wel is het de bedoeling dat deze apotheken zich houden aan „de Nederlandse wettelijke norm ‘goede zorg’”. In het geval van deze drie apotheken in de gemeente Venlo, die met name leveren aan Duitsland, heeft het IGJ zijn „Duitse collega’s geïnformeerd over onze bevindingen”.
Uit eerder onderzoek van NRC blijkt dat meer Nederlandse apotheken werken via een soortgelijke constructie als Prime Pharmacy. Zo werkt de webshop Treated samen met een apotheek die gevestigd is in Maarssen. Na berichtgeving van NRC in februari legde de verantwoordelijk apotheker zijn taken daar neer, in opdracht van de apothekersvereniging waar hij ook werkzaam was. Maar binnen een dag zette een andere apotheker het bedrijf op zijn naam.
De IGJ geeft desgevraagd aan meer „signalen te hebben ontvangen” over dit soort constructies, maar kan niet ingaan op lopende zaken. Wel zegt de woordvoerder dat het bij Prime Pharmacy „dermate mis” was dat „in verband met gevaar voor de veiligheid” een bevel om te stoppen met leveren niet kon wachten. Daarbij speelde een rol dat „meneer geen inzicht toonde”.