
Op het moment dat Ronaldo aan het slot van zijn carrière 493.000 euro per dag gaat verdienen, zit ik hier voor een paar slordige rotcenten te bikkelen aan een stukje voor de krant, terwijl ik onderhand ook nog voor vijf euro per uur op mijn jongste kleinkind moet passen. Het meisje is twee en sloopt vakkundig mijn werkkamer. Ze begon met het overhoophalen van mijn schnabbelbox. Dat is een wijnkistje waarin ik in de loop van mijn carrière een kleine vier ton aan contanten heb verzameld. Bij elkaar geharkt in de meest obscure zaaltjes in Nederland en Vlaanderen tijdens vage braderieën en bierfeesten.
Ondertussen heeft de kleine schat ook het autodoosje gevonden. Daarin zat het geld dat ik onlangs voor mijn antieke MG heb gevangen. Die verkocht ik voor 40.000 euro aan mijn Veghelse neef, die mij driekwart contant betaalde. Meer had hij niet wit. Ik wilde de fiscus niet naaien. Ik noem dat in dit geval noodweer. Ook die biljetten slingeren hier nu over de grond. In een oude schoenendoos zat het geld van mijn sjoemel-cd’s, die ik dertig jaar lang na mijn voorstellingen in de hal van de theaters verkocht. Die waren illegaal in Albanië geperst. Net als dat ik van mijn boekjes er ook altijd 100.000 meer liet drukken en die buiten de uitgeverij om verkocht. Mijn in China geproduceerde sleutelhangers en koelkastmagneetjes met mijn beroemde brilletje gingen al die jaren als warme broodjes over de toonbank. Vijf euro per stuk. Inkoop twee kwartjes. Net als de door Aziatische kinderhandjes in elkaar geflanste T-shirts waar ik gemiddeld drie tientjes voor vroeg. Inkoop één euro! Al dit geld heb ik altijd netjes verdeeld over kastjes, laatjes, vriezers, gereedschapstassen en boeken. Tijdje geleden herlas ik Das Kapital van Karl Marx en daar bleken nog veertig briefjes van 500 euro in te zitten. Dat vonden wij thuis een grappige combinatie.
Laatst ging het mis. Mijn zoon roosterde een boterham terwijl ik in de rooster 20.000 euro had opgeborgen. Toen stonk geld wel.
Terwijl mijn kleinkind de biljetten in tweeën zit te scheuren zit ik te broeden op een column, maar door al dat rondfladderende geld kan ik mijn kop er niet goed bijhouden.
Daarbij is alles wat ik wil schrijven al gezegd en gezien. Vooral dat we ons als landje deze week schaamteloos te kakken hebben gezet. Onze machteloze koning die onderdak moest bieden aan een man die berucht is om zijn meedogenloze deportaties. En ook nog om zijn steun aan een ooit heilig land dat uitgehongerde zielen bijeendrijft om ze op de plekken waar het voedsel uiteindelijk wordt uitgedeeld meedogenloos af te knallen. Zal Donald na het NAVO-dinertje met Willy nog even lekker zijn doorgezakt om over dit onderwerp gezellig bij te babbelen? Als koningen onder elkaar. Of heeft Alex hem lekker naar bed laten brengen? Ik hoop het laatste.
Het zag er ernstig uit in ons dwergstaatje. De hielenlikkende ex-premier en zijn opvolger die in hun abominabele polderengels woorden tekortkwamen om Daddy zijn eigen heerlijke hemel in te prijzen. Beide heren hebben nog steeds een bruine tong van het likken. Over dat Engels gesproken: zijn de nonnen in Vught ermee gestopt?
Verder was het aandoenlijk om te zien hoe het Nederlandse journaille zich gedroeg. De bibbertypes die de heilige Donald uit zijn vliegtuigje hadden zien komen en daar de rest van hun leven op gaan teren omdat ze er vlakbij stonden.
Wel cool van die Trump dat al die andere Europese leiders in hun eigen land nu zwetend moeten uitleggen dat ze echt bij die belangrijke top zijn geweest. Kijk maar, ik sta op de groepsfoto.
Zo direct, als mijn kleindochter is opgehaald, ga ik eerst mijn zwarte geld bij elkaar zoeken en me daarna goed verdiepen in Ronald Plasterk die zijn PvdA-lidmaatschap heeft opgezegd. Dat laatste verbaast me. Ik dacht namelijk dat deze Telegraaf-columnist en erkend sjoemelverdachte als VVD’er al jaren in Dubai woonde. U heeft gelijk: ik moet beter opletten.
