Laag door de knieën en roffelpasjes maken. Waarom het tennis op gras zo anders is dan op gravel

Op de gympen waarop Jesper de Jong de pers te woord staat, is nog duidelijk een restje gravel te zien. En dat terwijl hij inmiddels op Rosmalen op gras staat te spelen. „In mijn tennistas zit nog heel veel gravel”, zegt hij lachend.

De overgang van het gravel- naar het grasseizoen gaat razendsnel. Roland Garros is nog niet voorbij, of de eerste grastoernooien staan al voor de deur. Veel tijd om te wennen is er ook niet: tussen de finale in Parijs en de eerste ronde van Wimbledon zitten drie weken. Het grasseizoen is steeds korter geworden. En dat terwijl het wordt beschouwd als de ‘oergrond’ van tennis. Het korte grasseizoen is best te verklaren: de banen zijn moeilijk te onderhouden, het gras wordt makkelijk dor en slijt snel. Dat zie je ook als je naar Wimbledon kijkt: hoe verder het toernooi vordert, hoe groter de bruine plekken worden, vooral bij de baseline. „Als je als amateurclub op gras gaat spelen, is er na een paar weken geen sprietje meer over”, zegt Leon van Leeuwen, de manager van tennisbond KNLTB die over accommodaties gaat.

Waarom dan toch vasthouden aan een grasseizoen, als amateurs er zelden op spelen en professionals nauwelijks tijd of trainingsbanen hebben om er écht aan te wennen? Veel spelers hebben zelfs grote moeite om grasschoenen te vinden, weet Miguel Janssen, conditietrainer bij de KNLTB. Grasschoenen hebben kleine nopjes om meer grip te hebben op de baan. „Spelers zijn soms genoodzaakt op een ander merk te spelen dan hun eigen sponsormerk, omdat veel bedrijven niet eens grasschoenen produceren.”

Het antwoord is simpel, zegt Van Leeuwen. „Tennis is een sport die waarde hecht aan traditie.” Wimbledon is daarom ook het meest prestigieuze toernooi van het jaar. Van Leeuwen vindt dat ook wel iets moois hebben. „Het siert de sport dat spelen op gras op deze manier in stand houden wordt gehouden.”

Langste rally’s

Wat maakt de overgang van gravel- naar grastennis zo groot? Gravel is de langzaamste ondergrond met de langste rally’s. Spelers die van nature verdedigend spelen, hard kunnen rennen en graag veel met topspin slaan, gedijen goed bij gravel. Op de korrelige ondergrond krijgt een topspinbal een voorwaartse draai mee. Het was de specialiteit van veertienvoudig Roland Garros-winnaar Rafael Nadal. Tegenstanders hadden grote moeite met zijn topspinballen, die soms opstuitten tot ver boven schouderhoogte.

„Gras vereist een andere manier van bewegen”, vertelt Greet Minnen na haar verloren tweederondepartij op Rosmalen. De Belgische is de nummer 72 van de wereld. Gras is haar favoriete ondergrond. Omdat gras vrij glad is, heeft het weinig grip op een tennisbal. Die schiet na de stuit een beetje door en blijft laag. Daardoor is een grasbaan sneller: de bal verliest bij de stuit minder van zijn snelheid. Agressiever spel loont. Niet wachten tot de bal naar jou toe komt, maar initiatief nemen en de bal vlak na de stuit slaan, met een harde, vlakke slag.

„Als je een service slaat en die komt heel snel terug, dan kun je op gravel wat meer naar achteren”, zegt Jesper de Jong. „Op gras kun je dat niet doen. Als je naar achteren beweegt, ben je al te laat. Je moet blijven staan en de bal snel terugslaan.”

En sliceballen zijn efficiënt op gras. De achterwaartse rotatie die de bal meekrijgt, zorgt ervoor dat hij nóg lager blijft na de stuit. Achtvoudig Wimbledonwinnaar Roger Federer was de meester van de slicebal. Topspin heeft op gras minder effect: het is te glad om echt grip te krijgen op de bal.

‘Aanpassen is me niet gelukt’

Ook Iga Swiatek heeft een favoriete ondergrond. De pas 23-jarige Poolse won al vier keer op het gravel van Roland Garros. Ze won nog nooit een grastoernooi en op Wimbledon kwam ze nooit verder dan de kwartfinale. Ook Coco Gauff, die begin juni Roland Garros won en dit voorjaar in twee andere gravelfinales stond, behaalt op gras beduidend mindere resultaten. Op haar eerste grastoernooi van dit jaar, in Berlijn, verloor ze al in de eerste ronde. Ze schreef erover op sociale media: „Ik heb geprobeerd me aan te passen aan de snelle verandering, maar dat is me niet gelukt.”

Bij de mannen blinken de nummers 1 en 2 van de wereld, Jannik Sinner en Carlos Alcaraz, op beide ondergronden uit. Ze beschikken over het loop- en uithoudingsvermogen voor gravel, maar profiteren op gras extra van hun keiharde opslagen.

De Belgische tennisser Greet Minnen op het gras van Wimbledon in 2024.

Foto BENOIT DOPPAGNE

Gras vergt ook een andere mentaliteit. De Rus Karen Khachanov verklaart na zijn eerste wedstrijd op Rosmalen: „Op gravel zijn er meer kansen om de service van je tegenstander te breken dan op gras.” Op gras kun je fouten minder makkelijk goedmaken. Greet Minnen voegt eraan toe dat gravel op een andere manier concentratie vergt. „Je kunt daar het punt veel meer opbouwen, maar daar is wel veel geduld voor nodig.”

Grastennis is in de loop der tijd wel iets trager gemaakt. Dat komt door een andere samenstelling van het type gras en de ondergrond. Wimbledon gebruikt bovendien zwaardere ballen. De verschillen tussen gras en gravel zijn dus iets kleiner geworden. „Maar gras is en blijft een snelle baan”, nuanceert Van Leeuwen.

Blessures voorkomen

De fysieke belasting verschilt ook. De lage stuit op gras vraagt veel van het onderlichaam. Om ballen goed terug te kunnen slaan en stabiel te staan, moet een speler bij het retourneren en tijdens de punten ‘laag’ blijven: met gebogen knieën, in een hoek van ongeveer 90 graden. De hamstrings, dijen, billen en ook onderrug worden extra belast. „Een speler zal aan het begin van het grasseizoen extra veel spierpijn hebben in zijn benen en billen”, vertelt conditietrainer Janssen.

Janssen begeleidt meerdere tennissers, onder wie Botic van de Zandschulp. „In de periode dat tennissers veel op gras spelen, moet je naast de baan niet ook nog veel versterkende oefeningen doen voor de spieren die op de baan extra belast worden. Dan herstellen die spieren niet meer op tijd voor een volgende wedstrijd of training.”

Hoe moet er dan wel getraind worden in de grasperiode? Janssen: „Gras kan vrij glad worden. Als je naar een bal toe rent en uitglijdt, krijgen je liezen een flinke klap, of je hamstrings als je naar voren rent. De spieren en pezen daar moet je er met gerichte krachttraining op voorbereiden.” Vooral de pezen moeten weerbaar worden om het glijden te kunnen opvangen, om blessures te voorkomen in liezen en hamstrings, maar ook in de knieën.

Jannik Sinner tijdens de kwartfinale van Wimbledon 2024.

Foto NEIL HALL / EPA

Als het gras vochtig wordt, zoals op regenachtige dagen, of ’s avonds laat, is het moeilijker grip te krijgen. Het is dan lastig afzetten of tot stilstand komen. Janssen: „Als je naar een hoek wil sprinten, is het haast alsof je op ijs staat.”

Om toch veilig te kunnen rennen op gras, moet je zogeheten ‘roffelpasjes’ maken: kleine pasjes waarbij je tegelijkertijd het zwaartepunt van je lichaam omlaag brengt. „Als je dat niet met de juiste techniek doet, belast je je voorste kruisbanden te veel. Na verloop van tijd kunnen ze dan zelfs knappen.”

Naast het voorkomen van blessures is ook conditietraining heel belangrijk, zegt Janssen. Trainers en spelers moeten eigenlijk al tijdens het grasseizoen trainen voor de ondergrond erna. Op hardcourt, waar de spelers na Wimbledon tot het voorjaar op spelen, zijn de rally’s weer langer en moet de conditie op haar best zijn. „Als je op gravel speelt, train je door de lange rally’s automatisch je conditie al”, legt Janssen uit. „Op gras is dat anders.” Hij vertelt dat het moeilijker kan zijn je conditie op peil te houden in het grasseizoen. Er zijn weinig grasbanen waarop tennissers kunnen trainen. Daardoor kunnen ze vaak maar een halfuur, misschien een uur per dag op de baan staan. „Als je buiten de baan je conditie niet traint, ben je niet klaar voor de volgende ondergrond.”

Veel tennissers benadrukken dat áls ze op gras langere rally’s spelen, dit zwaarder is dan op gravel. Van Leeuwen: „Een verklaring daarvoor is dat gras als ondergrond zachter is dan bijvoorbeeld gravel. Stel dat je op een zandstrand loopt en daarna op een geasfalteerde weg, dan zul je ook ervaren dat het op de weg minder vermoeiend loopt.”

Ondanks alle complicaties van tennissen op gras, kijken veel spelers al uit naar het grand slamtoernooi in Londen. „Het is en blijft Wimbledon”, zegt Jesper de Jong.