Een dodelijke val: hoe Israël met gemilitariseerde ‘voedselhulp’ Palestijnen in Gaza samendrijft

Ze hebben er een Arabisch woord voor bedacht, dat zich laat vertalen als ‘in linzen veranderen’. Eman Hillis (24) en haar familie overleven in Gaza-Stad op rode linzen, water en zout. „Winkels en markten zijn gesloten, of hebben vrijwel niets op de planken”, zegt ze. De prijzen van meel zijn torenhoog. „Door het gebrek aan eten voel ik me constant duizelig en kan ik me niet meer goed concentreren.”

Hillis werkt als factchecker voor het onlineplatform Misbar. Ze vertelt NRC over de situatie in het noorden van Gaza via audioberichten, die verspreid over uren langzaam binnendruppelen. Het internet in Gaza was de afgelopen weken met tussenpozen volledig afgesloten, nadat Israël de laatste glasvezelkabel had gebombardeerd, en is nog steeds gebrekkig.

Dat Hillis en haar familie op linzen moeten overleven, komt door de blokkade van voedselhulp: sinds 2 maart hield Israël tachtig dagen lang alle hulp tegen via de grensovergangen, die het als bezettingsmacht controleert. Terwijl het de hulpdistributie van de VN en hulporganisaties systematisch tegenwerkt en passeert, zette Israël met steun van de Verenigde Staten een organisatie op: de ‘Gaza Humanitarian Foundation’ (GHF).

Leden van een particulier Amerikaans beveiligingsbedrijf, zien toe hoe Palestijnen zich verzamelen om voedsel te ontvangen, 8 juni.

Foto Eyad Baba/AFP

Militaire belangen

Alom bekritiseerd door de Verenigde Naties en hulporganisaties begon de GHF op 27 mei met het uitdelen van voedselpakketten op slechts vier gemilitariseerde ‘distributiepunten’, bewaakt door Amerikaanse beveiligers en in zones die onder controle staan van het Israëlische leger. De punten bevinden zich alleen in het zuiden van Gaza. Een bevindt zich ten zuiden van de ‘Netzarim-corridor’ onder Gaza-Stad, waarmee Israël de Gazastrook in tweeën heeft gesplitst.

De GHF dient militaire belangen. Terwijl Israël zijn genocide op de Palestijnen voortzet, drijft het middels GHF-‘voedselhulp’ Palestijnen samen op een steeds kleiner gebied. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu zei in de aanloop naar de constructie van de GHF dat het niet de bedoeling is dat Palestijnen die zich naar de distributiepunten in het zuiden begeven, daarna weer terugkeren.


Op een video van de VN-organisatie OCHA van 29 mei is te zien hoe het er aan toe gaat bij het GHF-distributiepunt bij de Netzarim-corridor. Er heerst chaos: duizenden mensen zijn op het punt afgekomen, de meesten te voet. Tussen de menigte staan bewapende Amerikaanse beveiligers. Palestijnen moeten door smalle, met hekken omringde doorgangen heen om wat voedsel te kunnen bemachtigen.

Bijna dagelijks – mits de punten geopend zijn – zijn er beschietingen. Volgens het Mensenrechtenbureau van de VN heeft het Israëlische leger sinds eind mei, toen de GHF haar operaties begon, 410 Palestijnen gedood bij de distributiepunten. Jonathan Whittall, de hoogste VN-functionaris voor hulp in de bezette Palestijnse gebieden, sprak begin deze week van een „verontrustend patroon van Israëlische troepen die het vuur openen op menigten die zich verzamelen om voedsel te halen”.

Video OCHA/UNIFEED

Toen zich in Gaza de eerste berichten over de GHF verspreidden, waren er direct ‘rode vlaggen’ voor Hillis. „Waarom zouden we dit vertrouwen, als het idee van Israël komt, dat voedsel tot wapen heeft gemaakt?” Dat de distributiepunten zich ten zuiden van de Netzarim-corridor bevonden, riep ook angst op. Die corridor gold lange tijd als vuurzone van het Israëlische leger: iedereen die daar in de buurt kwam, werd beschoten.

Geïmproviseerde brancards

„Ik ga nog liever dood dan dat ik GHF-hulp ontvang”, schreef Hillis deze week in een opiniestuk voor nieuwszender Al Jazeera. Ze is niet de enige. De meeste Palestijnen kunnen of durven niet naar de levensgevaarlijke, gemilitariseerde GHF-punten te gaan. Zij moeten daarvoor grote afstanden afleggen door volledig verwoest gebied, of militaire zones doorkruisen die het Israëlische leger tot no-gogebieden heeft verklaard.

Het gevolg is dat het vooral mannen zijn, zo is te zien op beeldmateriaal, die zich met gevaar voor eigen leven en uit wanhoop naar de GHF-punten wagen. Een deel keert met lege handen bij hun families terug, een deel met een zak meel, een ander gewond, of als lijk.

Mensen dragen op 8 juni hulpgoederen van de Gaza Humanitarian Foundation (GHF), een particuliere, door de VS gesteunde hulporganisatie in de Gazastrook.

Foto Eyad Baba/AFP

Palestijnen woensdag bij een hulpdistributiepunt dat is opgezet door de particuliere Gaza Humanitarian Foundation (GHF), nabij het vluchtelingenkamp Nuseirat in het noorden van de Gazastrook.

Foto Eyad Baba/AFP

Het Internationale Rode Kruis heeft in Rafah, dicht bij de distributiepunten van de GHF, een veldhospitaal met zestig bedden. Tussen 27 mei – toen het GHF begon met opereren – en 22 juni zijn daar 1.728 gewonden binnengebracht. Een aanzienlijk deel van hen heeft schotwonden. Slachtoffers vertellen dat zij zijn beschoten toen zij voedsel probeerden te krijgen bij de GHF-distributiepunten.

„Onze ambulances kunnen moeilijk naar de distributiepunten gaan. De meeste slachtoffers komen op geïmproviseerde brancards binnen, of worden gedragen”, vertelt woordvoerder van het Rode Kruis in Nederland Daniëlle Brouwer, die bijna dagelijks contact heeft met medewerkers van het veldhospitaal in Rafah.

„Slachtoffers moeten eerst op de grond worden gelegd, en dan wordt er bekeken wie er kan worden geholpen en wie niet. Ook moet er door een gebrek aan middelen worden gekozen wie er verdoving kan krijgen. Als er geen plek is, moeten mensen met open wonden en wat desinfecteermiddel worden weggestuurd, om dagen later terug te komen voor het hechten. Je gunt geen enkele arts om de keuzes te maken die nu moeten worden gemaakt.”

Palestijnen die gewond raakten bij Israëlische beschietingen bij een distributiepunt voor voedselhulp dat is opgezet door de particuliere Gaza Humanitarian Foundation (GHF), worden dinsdag behandeld in het Al-Awda-ziekenhuis in het vluchtelingenkamp Nuseirat in de Gazastrook, 24 juni 2025.

Foto Eyad Baba/AFP

Bendes

Het VN-Mensenrechtenbureau meldt dat er behalve de bloedbaden bij de GHF-punten ook 93 Palestijnen zijn gedood bij voedselkonvooien van de VN en andere humanitaire organisaties. De VN kunnen sinds enkele weken weer op zeer beperkte schaal humanitaire hulp leveren in Gaza, maar hebben te maken met zware Israëlische restricties en veiligheidscontroles.

„Slechts een paar vrachtwagens mochten sinds 2 maart 2025 naar binnen”, aldus het VN-Mensenrechtenbureau. Voordat Israël Gaza op die datum opnieuw een volledige blokkade oplegde, hadden de VN nog circa vierhonderd hulpdistributiepunten, verspreid over Gaza. Inmiddels zijn de VN en hulporganisaties vrijwel volledig aan de kant gezet door Israël.

Als organisaties als het Wereldvoedselprogramma al hulp via de door Israël gecontroleerde grensovergangen Gaza binnenkrijgen, is de bezorging daarvan complex, door de wanhoop onder de uitgehongerde bevolking. Ook zijn er bendes actief. De afgelopen maanden rapporteerden Israëlische media uitvoerig over een Palestijnse anti-Hamas-militie in de zuidelijke stad Rafah (waar drie GHF-punten zijn) onder leiding van Yasser Abu Shabab, die, zo gaven Israëlische politici te kennen, wordt bewapend door Israël.

Israël blijft beweren dat Hamas voedselhulp steelt, zonder enig bewijs, en dat het daarom de hulp zelf controleert. Ondertussen verhongert het de bevolking in Gaza, drijft het hen via de GHF bijeen op een almaar kleiner gebied, en stimuleert het door de bewapening van bendes geweld en de ineenstorting van Gaza’s sociale infrastructuur.

Vrijwilligers van Palestijnse families, georganiseerd in comités om diefstal te voorkomen, bewaken woensdag vrachtwagens met hulpgoederen die de Gazastrook zijn binnengekomen via de door Israël gecontroleerde Zikim-grensovergang, ten westen van Beit Lahia in het noorden van Gaza. Foto Bashar Taleb / AFP

Foto Bashar Taleb/AFP

Mensen met hulppakketten lopen woensdag over de Salah al-Din-weg in de buurt van het vluchtelingenkamp Nuseirat in het noorden van de Gazastrook. Deze weg wordt door Palestijnen die op zoek zijn naar voedsel gebruikt om een ​​punt voor de distributie van hulpgoederen te bereiken van de particuliere hulporganisatie GHF. Foto Eyad Baba / AFP

Foto Eyad Baba/AFP

Humanitaire camouflage

Ruim 82 procent van het grondgebied van de Gazastrook staat volgens de VN onder een ‘evacuatiebevel’ of is verklaard tot ‘militaire zone’, oftewel: onbegaanbaar en levensgevaarlijk gebied voor Palestijnen. De talloze eerdere ‘evacuatiebevelen’, humanitaire camouflage van het Israëlische leger waarmee het de bevolking van Gaza twintig maanden lang van plek naar plek heeft gejaagd, zijn nooit formeel opgeheven.

Sinds Israël het staakt-het-vuren met Hamas definitief schond, op 18 maart, zijn er volgens de VN opnieuw 680.000 Palestijnen in Gaza ontheemd geraakt. Zij verblijven in Deir al-Balah, Nuseirat of de kuststrook al-Mawasi, gebieden waar het overvol is en waar Palestijnen veelal in tentenkampen verblijven. Maar een deel van de bevolking geeft niet langer gehoor aan de bevelen. Gebieden die eerder tot zogenaamde ‘humanitaire zones’ werden verklaard zijn herhaaldelijk gebombardeerd.

Ook Gaza-Stad staat deels onder ‘evacuatiebevelen’. Nadat ze diverse keren gedwongen ontheemd waren geraakt naar het zuiden, keerden Hillis en haar familie net als honderdduizenden anderen tijdens het tijdelijke bestand terug naar het noorden. In hun huis in Gaza-Stad bieden ze onderdak aan gezinnen die van elders zijn gevlucht. „We krijgen hier dagelijks telefoontjes van Israëlische soldaten die ons opdragen om te evacueren”, vertelt Hillis. „Maar ik wil nooit meer naar het zuiden. De bombardementen zijn overal.”

De kinderen van de 51-jarige Jamil Atili eten op 11 juni gemalen linzen nadat hun vader met lege handen terugkeerde van een poging om gedoneerd voedsel op te halen bij een distributiecentrum van de GHF in in Khan Younis

Foto Abdel Kareem Hana/AP

‘Vrijwillige migratie’

Het is duidelijk dat Israëlische leiders hopen om de Palestijnen uiteindelijk, eenmaal samengedreven in de ‘concentratiezone’ in het zuiden van Gaza, naar Egypte of andere Arabische landen te verdrijven. Israëlische politici – onder wie Netanyahu, tijdens zijn bezoek aan de Amerikaanse president Donald Trump – zeggen openlijk dat ze streven naar de ‘vrijwillige migratie’ van Palestijnen uit Gaza naar andere (Arabische) landen. Trump sluit zich daarbij aan. Landen als Egypte weigeren ondertussen bij te dragen aan een dergelijke etnische zuivering van Gaza, omwille van binnenlandse strategische en veiligheidsbelangen.

Omdat er van het eufemistische ‘vrijwillige migratie’ voorlopig geen sprake kan zijn, drijft het leger Palestijnen samen in een steeds kleinere zone, waar nu de GHF-distributiepunten zijn gebouwd. De Israëlische journalist Meron Rapoport noemde deze ‘visie’ voor Gaza afgelopen april al een „concentratiekamp”.

Palestijnen in Gaza, zegt Hillis, noemen de GHF-punten inmiddels „dodelijke vallen”. Ook VN-agentschappen gebruikten deze week dergelijke bewoordingen. De meeste Palestijnen staan voor een onmogelijke keuze: hun leven wagen voor wat eten bij de GHF-punten, of blijven waar ze zijn onder de constante dreiging van verhongering, nieuwe evacuatiebevelen en luchtaanvallen.

Een Palestijnse man draagt ​​een pakket terwijl hij woensdag in de rook loopt van een Israëlische aanval nabij het vluchtelingenkamp Nuseirat in het noorden van de Gazastrook.

Foto Eyad Baba/AFP