Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat het Noord-Vietnamese leger de Zuid-Vietnamese hoofdstad Saigon veroverde. De val van die stad geldt in de meeste geschiedenisboeken als het einde van de Vietnamoorlog, een lang slepend conflict tussen het communistische Noord-Vietnam en het door de Amerikaanse regering gesteunde Zuid-Vietnam.
De Vietnamoorlog staat ook te boek als de eerste televisie-oorlog, waarbij de gruwelijkheden voor het eerst bijna live in de huiskamer binnenkwamen. Beelden van Amerikaanse militairen die onaangedaan boerendorpen in brand staken en de verwoestende gevolgen van zware Amerikaanse bombardementen op de Noord-Vietnamese hoofdstad Hanoi gingen de wereld rond. Ze riepen in het Westen een golf van verontwaardiging op – ook in Nederland.
In 1965 vond in de Amsterdamse Beurs van Berlage een teach-in plaats, de eerste van vele openbare discussiebijeenkomsten waarbij maar al te vaak vooral het protestgeluid klonk. In een verslag vroeg een krant zich af: „Is de oorlog in Zuid-Vietnam een agressieve oorlog van Noord-Vietnam en China, óf hebben we te maken met een echte bevrijdingsoorlog, een strijd tegen sociaal en economisch onrecht van het Vietnamese volk?”
Voor progressief Nederland was het duidelijk: in de strijd met het technologisch hoogstaande Amerikaanse leger had Noord-Vietnam als underdog de sympathie. Historicus Loe de Jong werd tijdens die eerste teach-in uitgejouwd toen hij het Zuid-Vietnamese communistische Bevrijdingsfront – in de volksmond beter bekend als Vietcong – een ‘terreurorganisatie’ noemde, omdat dat in Zuid-Vietnam honderden dorpelingen had vermoord.
‘Viva Vietcong!’ stond er op spandoeken. De Amerikaanse president Lyndon Johnson was de echte boeman. Maar voor wie in die jaren op straat ‘Johnson molenaar!’ scandeerde – omdat het volgens artikel 117 van het Wetboek van Strafrecht strafbaar was om een ‘bevriend staatshoofd’ te beledigen – is In de ban van Vietnam van historicus Rimko van der Maar wellicht een echte eyeopener.
Charismatisch boegbeeld
Van der Maar is universitair docent geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en naar eigen zeggen al bijna 25 jaar in de ban van Vietnam. Zo promoveerde hij in 2007 op het onderwerp met het proefschrift Welterusten mijnheer de president over de Nederlandse reacties op de Vietnamoorlog. In zijn nieuwe boek, In de ban van Vietnam, borduurt Van der Maar daarop voort en vertelt hij het verhaal vanuit Vietnamees perspectief, van de voorgeschiedenis tot – zij het helaas erg beknopt – de nasleep.
Het vernieuwende aan het boek is dat Van der Maar de beeldvorming centraal zet. Zo laat hij zien dat het levensverhaal van het charismatische Noord-Vietnamese boegbeeld Ho Chi Minh zorgvuldig was geconstrueerd: een sobere en nobele antikoloniale revolutionair die zijn hele leven in dienst had gesteld van de onafhankelijkheid en bevrijding van zijn volk. Daarom werd hij door demonstranten in het Westen liefkozend ‘Oom Ho’ genoemd.
Daar was het het Noord-Vietnamese bewind precies om te doen. Oom Ho is slechts een van de vele voorbeelden in Van der Maars boek van gehaaide volksdiplomatie en gewiekste propaganda waarmee het beeld van een rechtvaardige bevrijdingsoorlog werd neergezet. Een ander zijn de vele diplomatieke reizen die de charmante ‘Madame’ Nguyen Thi Binh maakte als minister van Buitenlandse Zaken van de door het Bevrijdingsfront in het leven geroepen Voorlopige Revolutionaire Regering van Zuid-Vietnam.
Van meet af aan wist het Noord-Vietnamese bewind het beeld van de oorlog succesvol te bepalen. De misstanden in eigen land werden zorgvuldig buiten beeld gehouden. Journalisten en activisten die werden rondgeleid kregen een hechte, door het volk gedragen natie te zien. En natuurlijk de verwoestingen die de Amerikanen hadden aangericht.
De Amerikanen hamerden op hun beurt vooral op het anticommunistische karakter van de oorlog, maar dat sloeg niet aan. Het gewelddadige Amerikaanse optreden en de corruptie van het door de Amerikanen gesteunde Zuid-Vietnamese bewind stonden in schril contrast met de boodschap van het Witte Huis. Door de relatieve persvrijheid in Zuid-Vietnam kwamen de verdeeldheid en de misstanden aldaar wél voor het voetlicht. Noord en Zuid waren allebei dictaturen, maar Noord-Vietnam wist dat goed te verbergen en won daardoor de strijd om wat we nu de hearts and minds zouden noemen.
Simpele eis
In het Westen gingen mensen de straat op met een simpele eis: stop de bombardementen en begin vredesonderhandelingen. Naarmate de oorlog zich voortsleepte nam de weerstand tegen de Amerikaanse inmenging in Vietnam toe en werd hij ook steeds breder gedeeld. In Nederland kregen de protesten veel positieve media-aandacht en ook meer parlementaire steun, met name van de linkerkant van het politieke spectrum. Tientallen ‘Vietnamcomités’ zamelden geld in en stuurden spullen naar Vietnam.
Eind 1972 leidden de Amerikaanse ‘kerstbombardementen’ tot het dieptepunt van de steun voor de Vietnamoorlog. De val van Saigon werd ook in Nederland gevierd. Premier Joop den Uyl zei desgevraagd dat „de eerste mei voor het volk van Zuid-Vietnam een dag van de vrijheid is geworden, waarnaar het heeft gesnakt en waarvoor het heeft gestreden”.
Van der Maar tekent fijntjes aan dat de jubelstemming al snel voorbarig bleek. Op de overwinning volgden zuiveringen en arrestaties. Meer dan een miljoen Zuid-Vietnamezen werden in kampen ‘heropgevoed’. De Voorlopige Revolutionaire Regering werd buitenspel gezet en Vietnam werd in 1976 samengevoegd onder Noord-Vietnamese leiding. De communistische partij was nooit van zins geweest om de macht te delen.
Volksdiplomatie en propaganda waren niet langer nodig. Pottenkijkers waren dus ook niet meer welkom. Westerse journalisten konden jarenlang vrij rondlopen in Zuid-Vietnam, maar werden vrijwel direct na de ‘bevrijding’ het land uitgezet. Westerse regeringen en actiecomités waren blind geweest voor de repressie die altijd al in het noorden had plaatsgevonden, maar namen nu geschokt afstand. De Vietnamese autoriteiten negeerden simpelweg alle westerse kritiek. Zij hadden hun doel bereikt.
Met In de ban van Vietnam levert Rimko van der Maar niet alleen degelijke en vlot geschreven geschiedschrijving af, maar hij kijkt ook onder de motorkap van de Vietnamoorlog en laat op overtuigende wijze zien hoe Noord-Vietnam de propagandaoorlog tegen de VS wist te winnen. Nu desinformatie tegenwoordig zo welig tiert, levert dit boek onmisbare kennis op.
Lees ook
dit interview over de Vietnam-oorlog
