Amsterdam, Rotterdam en Den Haag botsen met Rijk over bezuiniging stadsvervoer

De dreigende bezuinigingen op het openbaar vervoer in de regio’s Amsterdam, Rotterdam en Den Haag moeten van tafel. De Vervoerregio Amsterdam (VRA) en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), de opdrachtgevers van het stads- en streekvervoer in respectievelijk 14 gemeenten in Noord-Holland en 21 gemeenten in Zuid-Holland, eisen dat van het Rijk.

VRA en MRDH hebben officieel bezwaar ingediend bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het is de start van een juridische strijd over het lokale ov. De vervoerregio’s willen voorkomen dat vanaf 1 januari 2026 tot wel 20 procent minder bussen zullen rijden in en rond de grote steden en dat de tarieven voor bussen, trams en metro’s fors moeten stijgen.

Het is ongebruikelijk dat lokale overheden een dergelijke juridische procedure beginnen tegen het Rijk. In Nederland werken Rijk en decentrale overheden over het algemeen samen als ‘collegiale overheden’. „Het maken van bezwaar is een zware maatregel die we liever niet inzetten”, stelt Melanie van der Horst, voorzitter VRA en wethouder in Amsterdam namens D66. Eerder vochten de grote gemeenten onder meer eenzijdige, door het Rijk opgelegde bezuinigingen aan op de jeugdzorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

110 miljoen euro minder

Het ov rond Amsterdam en Rotterdam/Den Haag krijgt vanaf 1 januari 2026 110 miljoen euro minder van het Rijk. Dat komt neer op circa 10 procent van hun inkomsten. Het stads- en streekvervoer in Nederland draait voor de ene helft op subsidies, voor de andere helft op kaartverkoop.

Deze bezuiniging op het ov is het gevolg van een andere manier waarop het Rijk gemeenten wil financieren. Nu verstrekt het Rijk zogeheten specifieke uitkeringen (SPUK’s) die gemeenten gebruiken voor allerlei projecten – vaak eenmalig –, van bodemsanering en bibliotheken tot sport en cultuur. Een SPUK is geoormerkt budget, en mag niet aan andere zaken worden besteed.

Ook het stadsvervoer betaalt het Rijk, via de vervoerregio’s, met behulp van zo’n SPUK. Dat is oneigenlijk gebruik van een SPUK, klagen de vervoerregio’s al langer, want stadsvervoer is absoluut geen eenmalig project. Samen bedienen de stads- en streekvervoerders circa twee derde van de regionale ov-reizigers in Nederland.

Het inmiddels demissionaire kabinet-Schoof wil de SPUK’s afschaffen, tot vreugde van gemeenten, die zo minder financiële verantwoording hoeven af te leggen (alleen nog aan de gemeenteraad, niet meer ook aan het Rijk). Het kabinet heeft hier wel een ‘taakstelling’ van 10 procent aan verbonden. Het idee: zonder alle administratieve rompslomp kan het budget ook wel een tiende lager.

En dat nekt nu het stadsvervoer. In Den Haag wordt de korting op het ov in en rond de grote steden gezien als een ‘foutje’ tijdens de coalitie-onderhandelingen van het kabinet-Schoof. Geef nou toe dat het een formatiefoutje is, riep Tweede Kamerlid Pieter Grinwis (CU) vorig najaar het kabinet op tijdens een debat over het ov.

„De bezuiniging van 110 miljoen op het ov is terug te voeren op een administratieve fout”, aldus Jan van Zanen, voorzitter van MRDH en burgemeester van Den Haag. „Het Rijk erkent dat ook, maar trekt de bezuiniging vooralsnog niet in. Met desastreuze gevolgen voor ov-reizigers.”

De korting voor de MRDH komt neer op ruim 58,5 miljoen euro en voor VRA op ruim 51 miljoen. In april meldde de inmiddels vertrokken staatssecretaris Chris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat, PVV) dat hij geen geld had om de reeds ingeboekte besparing op het ov ongedaan te maken. Dat maakt het onwaarschijnlijk dat het ministerie het vandaag bekendgemaakte bezwaar van VRA en MRDH zal honoreren. Voor de beide vervoerregio’s is de volgende stap dan een gang naar de bestuursrechter.