In haar roman Het grote fortuin beschrijft Olivia Manning de kille emoties van bevoorrechte Britten op de Balkan

Als je enigszins avontuurlijk bent ingesteld, is niets boeiender dan het expatbestaan. Je woont op de beste locaties in een vreemd land, maakt veel interessants mee en leidt ineens een tweede leven. Een nadeel is hoogstens dat expats in exotische landen, zoals Rusland, Saoedi-Arabië of China, vaak op een kluitje leven, waar roddel en achterklap de regel zijn. Bovendien wacht je partner meestal verveling en eenzaamheid. En juist dat laatste biedt stof voor geweldige romans. Zie het werk van Graham Greene, Isak Dinesen, W. Somerset Maugham, F. Springer en recentelijk nog Vincenzo Latronico, waarin ondergang en mislukking, losbandigheid en decadentie de toon voeren.

Ook Olivia Manning geeft in haar roman Het grote fortuin, het onlangs in vertaling verschenen eerste deel van haar Balkan-trilogie uit de jaren zestig, een overtuigend beeld van die decadente wereld. Ze baseerde zich daarbij op haar eigen ervaringen aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, toen haar man in Roemenië voor de British Council ging werken en zij in de situatie van ‘de vrouw van’ verzeild raakte.

De door haar beschreven expatgemeenschap in de Roemeense hoofdstad Boekarest is klein. Behalve uit een tiental Britten, die dag en nacht rond lijken te hangen in de Engelse Bar van het chique Athénée Palace hotel, bestaat deze uit een stel arrogante Duitsers, die zich op dat moment nog himmelhoch jauchzend elders in de stad voorbereiden op hun aanstaande overheersing van Europa. Ook al hebben ze elkaar nog niet de oorlog verklaard, ze staan lijnrecht tegenover elkaar, alleen al omdat de Britse regering Roemenië veiligheidsgaranties tegen de territoriale ambities van Hitler en Stalin heeft gegeven.

Als Duitsland op 1 september 1939 Polen binnenvalt en het samen met de Sovjet-Unie in tweeën opdeelt, blijken die garanties niets waard te zijn. Het resultaat van die valse Britse belofte is dat Roemenië in 1940 een door fascistenleider Antonescu geleide vazalstaat van Duitsland wordt.

Fanatisme

Hoofdpersonen in de Balkan-trilogie zijn het kersverse echtpaar Guy en Harriet Pringle, twee Britse twintigers. Behalve een bevlogen docent Engels is Guy een socialist, die het liefst de wereldrevolutie zou uitroepen en bewondering koestert voor de Sovjet-Unie. Zijn fanatisme zorgt ervoor dat hij voortdurend onderweg is.

Om het lot van Harriet is het Olivia Manning in deze roman met name te doen. Zij is dan ook de spil van het verhaal. Als kind hebben haar gescheiden ouders haar in huis gedaan bij een tante, die evenmin aardig voor haar was. Toen ze in Engeland Guy Pringle ontmoette, meende ze eindelijk liefde te hebben gevonden. Maar eenmaal in Boekarest blijkt dat Guys idealen zwaarder tellen dan zijn emoties. Met als gevolg dat Harriet nog ongelukkiger en eenzamer wordt.

Voortdurend is ze bezig om zich wijs te maken dat ze bij Guy moet blijven, ook al komt ze in emotioneel opzicht tekort. Ze vindt een lotgenoot in Guys collega Clarence Lawson, die een even mistroostige achtergrond heeft als zij. Hij probeert haar te verleiden, maar Harriet houdt af, ook al zou ze met hem misschien een beter leven hebben.

Dat de onderlinge verhoudingen tussen de mannen in Het grote fortuin even gebrekkig zijn, merk je als Guy en zijn vriend David Boyd Clarence aan een vernederend kostschool-ritueel onderwerpen. Daarbij trekken ze hem met geweld zijn broek uit, die ze vervolgens uit het raam gooien. Op zo’n moment besef je met corporale twintigers te maken te hebben, die niet overweg kunnen met hun getroebleerde emoties en hun agressie het liefst op anderen uitleven.

In het analyseren van het kille gedrag van haar landgenoten uit de bevoorrechte klasse van diplomaten, journalisten en academici toont Olivia Maning zich een meester. Haar mannelijke personages hebben alles mee, maar kunnen met hun gevoelens niet overweg. Harriet is dan ook niet de enige ongelukkige in deze roman. Iedereen om haar heen is een emotioneel wrak. Slechts door middel van vernederende spelletjes kunnen ze het leven aan. Een decadente wereld op de rand van de ondergang, zoals het Europa van 1939, leent zich bij uitstek voor dat cynisme.

Telefooncellen

Er gebeurt krankzinnig veel in deze roman, terwijl die zich toch in hoofdzaak afspeelt in dat chique Athénée Palace hotel en de Engelse Bar. De telefooncellen in de hotellobby zijn de enige verbinding met de buitenwereld. Daar komt het nieuws binnen van zowel de Duitse inval in Polen, als de Fins-Russische oorlog, de inval van Nederland en België door de Duitsers, de val van Frankrijk een maand later, de evacuatie van het Britse expeditieleger uit Duinkerken. Die berichten zijn vaak zo chaotisch en ongestructureerd dat niemand weet wat er buiten Roemenië echt aan de hand is. Zelfs de aanwezige journalisten laten zich soms maar wat op de mouw spellen. Het leidt vaak tot komische scènes, die je tegelijkertijd verontrusten, omdat ze laten zien dat mensen door hun onkunde de zaken alleen maar verergeren.

Een belangrijke rol in het verhaal speelt de Joodse bankiersfamilie Drucker, waarvan de jongste zoon . een student van Guy is. Aan de hand van hun lot beschrijft Manning de kwetsbare positie van geassimileerde Joden in een dictatuur als die van Roemenië is. Zo wordt het familiehoofd op valse gronden gearresteerd in een poging zijn bezittingen in de olie-industrie te nationaliseren. Ook hier staat Guy de slachtoffers bij door Druckers zoon Sacha in veiligheid te brengen.

Naast die veelheid aan gebeurtenissen presenteert Manning een bataljon aan de meest uiteenlopende personages en zet ze ook de verwende Roemeense elite haarscherp neer. Absoluut hoogtepunt in die gelederen is de berooide Wit-Russische vluchteling prins Jakimov. Als Dickensiaanse klaploper haalt hij zich de haat van Harriet op de hals, ook omdat Guy een zwak voor hem heeft en hem tegen haar wens in blijft steunen, onder meer door hem in huis te nemen.

Deze Jakimov maakt je met zijn vraatzucht, luiheid en opportunisme steeds weer aan het lachen wanneer het je in de loop van het verhaal droef te moede wordt over de tegenslag van de andere personages. Een glorieus moment in zijn bestaan beleeft hij als hij in het door Guy geregisseerde Shakespeare-stuk Troilus en Cressida schittert als de bejaarde Pandarus, die grossiert in schuine toespelingen.

Alleen al om te weten hoe het Jakimov vergaat, kijk je uit naar de volgende delen van deze trilogie. Met een beetje geluk waagt de uitgeverij zich daarna ook aan de Levant-trilogie, waarin Guy en Harriet Pringle in het Midden-Oosten worden gevolgd, nadat zij voor de Duitsers uit Griekenland zijn gevlucht.

Het grote fortuin laat een wereld in chaos zien, zoals die zich nu lijkt te herhalen. Dat alleen al maakt het lezen ervan bijna tot een heilige plicht. Want als je weet hoe een oorlog begint, begrijp je ook hoe je hem zou kunnen voorkomen.