N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Wegverkeer De omzetstijging van de auto- en motorbranche komt door de hogere prijzen van auto’s. Het aantal verkochte nieuwe auto’s daalde vergeleken met een jaar eerder juist met 3,2 procent tot zo’n 312.000 stuks.
De omzet van de Nederlandse auto- en motorbranche steeg in 2022 met 17,6 procent ten opzichte van een jaar eerder. Dat blijkt uit dinsdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Daarnaast was de omzet vorig jaar 24,5 procent hoger ten opzichte van 2019, het jaar voordat de coronacrisis uitbrak. De omzetstijging in de branche is opvallend: het aantal – weliswaar alleen nieuw – verkochte auto’s daalde in 2022 volgens de officiële cijfers van BOVAG, RAI Vereniging en RDC juist met 3,2 procent tot zo’n 312.000 stuks.
De omzettoename komt dan ook door de hogere prijzen van auto’s. Zowel de prijzen van nieuwe als tweedehands auto’s stegen. Ook losse auto-onderdelen werden duurder. Autohandelaren verkochten ondanks de daling van het totaal aantal aangeschafte auto’s wel meer elektrische auto’s, opvallend vaak van Chinese makelij. Daarnaast werden ook elektrische bussen en vrachtwagens vaker verkocht.
De coronacrisis had een grote impact op de auto- en motorbranche. De verkoop van de voertuigen daalde door tijdelijke sluitingen van showrooms en doordat, in periodes waarin showrooms wel open waren, klanten alleen buiten naar nieuwe modellen mochten kijken. Bovendien was er een wereldwijd chiptekort en waren autofabrieken tijdelijk gesloten, waardoor de productie van auto’s en motoren stagneerde. Als laatste werd de vraag naar nieuwe auto’s flink minder, mede doordat mensen vanwege de financiële gevolgen van de crisis minder te besteden hadden.
Gaat een Italiaanse bankier de Duitsers voordoen hoe je dat aanpakt, werken aan een echt Europese financiële markt? Eerder deze maand waarschuwde Mario Draghi nog dat Europa niet zonder een groter financieel netwerk kan als het internationaal wil blijven meetellen, maar vermeende nationale belangen stonden dat vaak in de weg.
Deze maand heeft Andrea Orcel, baas van de Italiaanse bank UniCredit, zich met een slim spel financieel stratego naar binnen gewurmd bij de Duitse Commerzbank, een van de grootste banken van het land, met een sterke relatie tot het Duitse midden- en kleinbedrijf. UniCredit kocht begin deze maand 9 procent van de aandelen in de bank, waarvan 4,5 procent van de Duitse overheid. Deze week kocht UniCredit opties op nog eens 11,5 procent van de aandelen, onder voorwaarde dat de bank toestemming krijgt van de Europese Centrale Bank. Als die toestemming er komt, is UniCredit met 21 procent de grootste aandeelhouder in Commerzbank.
De Duitse politiek is nu in rep en roer. Premier Scholz sprak begin deze week over „een vijandige aanval”. Vakbonden vrezen ontslagen. Wij zullen hier niet aan meewerken, zeggen Duitse politici in alle toonaarden, bang dat UniCredit de dienst gaat uitmaken bij Commerzbank.
„Het is duidelijk dat ze in Duitsland niet staan te springen om te tekenen voor een plan dat de grootste bank van het land zou creëren, maar die in handen zou geven van Spaghettifresser”, zegt Andrea Resti, docent finance aan de Bocconi-universiteit in Milaan.
Volgens Resti is Orcel eigenlijk een visionair, een opvatting die je ook in Brusselse denktanks kunt horen. Na alle verbale pleidooien hiervoor zet de ceo van UniCredit nu een concrete stap naar een Europees bankenstelsel dat kan concurreren met dat van de Verenigde Staten en Aziatische landen. De ECB pleit hier al jaren voor, en het staat ook hoog op Draghi’s lijst van recepten om te voorkomen dat Europa een langzame dood sterft.
„Ruim een kwart eeuw geleden is er een groot proces van banksanering geweest binnen de nationale grenzen”, zegt Resti in een telefoongesprek. „Maar daarna is er grensoverschrijdend veel te weinig gebeurd.” De aarzelende stappen van een aantal banken (waaronder ook UniCredit) die buiten hun nationale grenzen actief werden, stopten door de financiële crisis van 2007-2008.
„Dit is de eerste serieuze poging sinds de financiële crisis om te komen tot de broodnodige verdere financiële integratie”, zegt Nicolas Véron, een onderzoeker naar financiële systemen, die pendelt tussen denktanks in Brussel (Brueghel) en Washington (Peterson). „De Europese markt voor financiële diensten is werk in uitvoering, maar fusies zoals tussen UniCredit en Commerzbank kunnen ertoe bijdragen dat die wordt gerealiseerd.”
Hij wijst erop dat beleggers positief reageren. Zowel de koers van Commerzbank (plus 21 procent) als die van UniCredit (plus 4,8 procent) is gestegen sinds het nieuws bekend werd – en dat laatste kan je volgens hem interpreteren als een applausje van de financiële wereld. Tekenend daarvoor is ook dat in Duitse financiële kringen minder kritiek klinkt dat in de politiek. De zakenkrant Handelsblatt schreef in een welwillend commentaar: „Wie de vaak aangeroepen Europese kapitaalmarktunie wil, moet ook zulke stappen zetten. We hebben Europese kampioenen nodig, geen nationale.”
De Italianen geven de Duitsers een lesje vrije markt, zegt Karel Lannoo, baas van het Centre for European Policy Studies (CEPS) in Brussel. Hij geeft telefonisch twee redenen waarom het zo belangrijk is een speelveld te hebben op Europees en niet-nationaal niveau. Ten eerste betalen de meeste Europese consumenten te veel voor bankdiensten door een gebrek aan internationale concurrentie. Ten tweede vraagt de benodigde modernisering van de economie van Europa (zie Draghi’s aanbevelingen) om een kapitaalmarkt op Europees niveau – alleen als die er is, zijn de enorme langetermijninvesteringen die nodig zijn te financieren.
Cristiano Ronaldo van de bankiers
Nu probeert dus een Italiaanse bankier na vijftien jaar van vrijwel stilstand een stap te zetten naar die bancaire schaalvergroting. Ruim een jaar geleden waarschuwde Orcel al in een publiek interview met de Romeinse krant Il Messaggero: „Europa loopt in de internationale context een paar passen achter omdat het niet verenigd is.”
Vorig jaar riep het Britse financiële tijdschrift Euromoney Orcel uit tot bankier van het jaar. De Neue Zürcher Zeitungnoemt hem „de succesvolste bankier van Europa”. Hij heeft een reeks vleiende en minder vleiende bijnamen en is, hoewel geboren in Rome, gezien zijn carrière eerder een Europese dan een Italiaanse bankier. „Zijn strategie om beleggers ruim te belonen heeft zijn positie versterkt”, zegt professor Resti. En Lannoo, van denktank CEPS: „Hij is intelligent, heeft bewezen dat hij een bank sterker kan maken.”
Orcel, nu 61, heeft na zijn studie aan de prestigieuze managementschool INSEAD in het Franse Fontainebleau bij verschillende internationale zakenbanken gewerkt en daar naam gemaakt als een uiterst succesvolle dealmaker. Hij staat onder meer bekend als ‘de slager van ABN Amro’, omdat hij in 2007 de architect was van de opsplitsing van de bank.
Zijn reputatie als dealmaker stelde Orcel in staat een paar financiële klappers te maken waaraan hij de bijnaam „de Cristiano Ronaldo van de bankiers” te danken heeft. In 2012 kocht de in nood verkerende Zwitserse topbank UBS hem weg bij Merrill Lynch met een tekenbonus van 25 miljoen frank (nu ongeveer 26 miljoen euro) om orde op zaken te stellen.
Orcel werd mede-bestuursvoorzitter. Hij voerde een keiharde sanering door en kreeg een andere bijnaam: de bankier van staal. Uit zijn zes jaar bij UBS dateren ook de klachten dat hij zijn medewerkers vaak onheus behandelt en wel heel zwaar onder druk zet. Bijvoorbeeld met telefoontjes en mails op de meest onredelijke tijden waarop dan stante pede actie moet worden ondernomen. Een bullebak, is het beeld dat sommige medewerkers schetsten. Maar met de cijfers ging het goed.
Orcel zat op koers om de baas van UBS te worden, maar de Spaanse bank Santander wilde hem ook. Om hem los te weken van UBS beloofde Santander de bonussen over te nemen die Orcel daar nog te goed had. Maar nadat Orcel al had opgezegd in Zwitserland, bleek dat het totale bedrag om Orcel binnen te halen door die UBS-bonussen neer zou komen op wel 50 miljoen euro. Dat vond Santander te veel. Orcel, zonder baan, maakte er een rechtszaak van, waarin hij ook reputatieschade claimde. Hij liet in het proces zijn tanden zien: „Ik ben geen mens die dingen laat rusten” , zei hij. In 2021 kende een Spaanse rechtbank hem een schadevergoeding van in totaal 61 miljoen euro toe.
Met die reputatieschade viel het uiteindelijk wel mee: Orcel kon snel weer als bankier aan de slag in 2021, toen hij ceo werd van UniCredit. Detail: die bank is in 1998 ontstaan door een fusie van Credito Italiano en UniCredito die mede werd begeleid door… Andrea Orcel van (toen) Merrill Lynch. Hij kwam in zekere zin dus in een gespreid bedje terecht.
Orcel wist de aandeelhouders van UniCredit tevreden te maken. Zijn voorganger had al veel gesaneerd. Orcel herstructureerde verder en bracht de kosten omlaag, onder andere door meer dan 10 procent van het personeel te ontslaan. De beurswaarde is sinds 2001 bijna verviervoudigd. Hiermee deed hij een andere bijnaam eer aan, die van de rainmaker, de succesvolle zakenman die zorgt voor winst en groei. Door de goede financiële resultaten kon hij een ‘oorlogskas’ opbouwen van miljarden euro voor overnames.
Zwakke banken in Duitsland
Maar een echte bankoorlog, een frontale botsing met het Duitse establishment, wil hij niet, zegt Orcel. Hij wil wel graag uitleggen dat er in zijn ogen bij Commerzbank veel verbeterd kan worden. Hij benadrukt daarbij dat UniCredit de Duitse markt goed kent: de Italiaanse bank werd in 2005 eigenaar van de HypoVereinsbank (HVB), en daar gaat het goed mee.
„In het algemeen schitteren Duitse banken niet door efficiëntie”, zegt Bocconi-docent Resti. „In tegenstelling tot veel andere landen hebben de Duitsers hun banken nooit aangepakt na de crisis van 2007-2009.” Duitsland heeft de meest gefragmenteerde bankensector van Europa. De noodzaak om te saneren was er wel, de dwang niet, stelt Resti.
Zuid-Europese landen kregen na de kredietcrisis te maken met een staatsschuldencrisis, waardoor hun banken ook in het nauw kwamen en er een binnenlandse sanering op gang kwam. Omdat de Duitse overheidsfinanciën goed bleven, gold dat voor de Duitse bankensector niet. Waar Orcel wil uitkomen, is nog onduidelijk. Een leidende rol bij Commerzbank als aandeelhouder met bijna 30 procent? Een passieve aandeelhouder die denkt een goede investeringen te hebben gedaan? Een fusie tussen UniCredit en Commerzbank, of een samengaan van Commerzbank en HVB onder de paraplu van UniCredit? Wat er gebeurt zal ook afhangen van andere beleggers in Commerzbank. De Duitse overheid heeft al gezegd dat zij voorlopig de 12 procent die nog in handen is van de staat, niet zal verkopen. Andere institutionele beleggers houden de kaarten nog tegen de borst.
Waar de actie van Orcel ook in uitmondt, het is in ieder geval een signaal. „Eigenlijk is het een lesje van een bankier aan politici” die nationale banken willen beschermen, zegt Lannoo van het CEPS. „Als je klein blijft denken, komen we nooit tot marktintegratie.” En zijn collega Véron: „Als de transactie doorgaat, is het een aanzienlijke mogelijkheid om te laten zien dat zo’n grensoverschrijdende operatie mogelijk is en ook wenselijk kan zijn. Het is belangrijk dat de perceptie verandert. We hebben zoiets de afgelopen vijftien jaar niet gezien. Het kan een stimulans zijn voor de verdere integratie van de financiële diensten in Europa.”
Eigenlijk adviseert het Friese waterschap (Wetterskip Fryslân) altijd al tegen, als het om advies wordt gevraagd over een gaswinningsproject in de provincie. En als het ministerie in Den Haag de gaswinning vervolgens toch doorzet, dan doen de waterschapsmedewerkers wat ze altijd doen: ze maken het mogelijk met hun gemalen.
Zoals ze met de pompen, gemalen en sloten het waterpeil verlagen zodat boeren met zware trekkers hun akkers op kunnen. En ze dijken verstevigen om dorpen en steden te beschermen.
Want zo zijn waterschappen. Formeel weliswaar gekozen politieke organen, maar in de praktijk vooral praktische uitvoerders. Voortdurend proberen ze boeren, bewoners en andere belanghebbenden te faciliteren. De polder gegoten in een bestuurslichaam.
Maar het gaat niet meer, heeft Wetterskip Fryslân in een uniek besluit bepaald. Het waterschap weigert het grondwaterpeil nog langer te verlagen ten behoeve van nieuwe gaswinningslocaties. Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeksprogramma Argos, dat hier deze zaterdag een radio- en tv-uitzending aan besteedt. En als Den Haag ze daar alsnog toe probeert te dwingen, dan gehoorzamen ze pas als er een gerechtelijke uitspraak ligt die zegt dat het écht moet. „De rek is eruit”, zegt bestuurslid Remco van Maurik. „Dat zie je aan de grond.”
Van Maurik vertelt over de beslissing om níét meer mee te werken in het gemaal van Echten, een monument aan het Tjeukemeer. Dat is niet meer in gebruik, maar hier is goed te zien dat er meerdere waterstanden er naast elkaar bestaan. Het Tjeukemeer staat aanzienlijk hoger dan het grasland aan de andere kant van de dijk.
Minder ambitieus
De grondwaterstand, waar dit verhaal om draait, is niet direct te zien. Die stand is het gevolg van het ingenieuze spel met gemalen, sloten en drainage dat overal in Nederland wordt gespeeld. Het is een knop waaraan lang vooral werd gedraaid om landbouw mogelijk te maken. In landbouwprovincie Friesland met zijn uitgestrekte grasakkers mag het voor agrariërs niet te nat zijn, want dan zakken hun trekkers weg en verpieteren gewassen.
Een groot deel van de provincie bestaat uit veenweidegebied. Die grond is zeer gevoelig voor inklinking. Als de grondwaterstand laag is, oxideert de bovenlaag en verdwijnt uiteindelijk. Dat proces is ten behoeve van de landbouw al heel lang aan de gang en heeft de provincie in een soort badkuip veranderd, met aan de ene kant een kleirug en aan de andere zand. Doordat het water naar het diepste punt zakt, wordt het steeds moeilijker om de provincie droog en landbouw mogelijk te houden.
Gemeenten, provincie en waterschap hebben daarom drie jaar geleden afgesproken dat ze ernaar streven het grondwaterpeil in de veenweidegebieden op min veertig te krijgen, dus niet lager dan veertig centimeter onder de oppervlakte. Dat is al een stuk minder ambitieus dan het Haagse streven van een landelijk gemiddelde van min twintig centimeter. En het wordt lang niet gehaald. Het staat nu in delen van de provincie op min negentig.
Die moeizame afspraak, waarbij boerenbelangen moesten worden afgewogen tegen klimaat- en omgevingseffecten en kosten, was nog buiten de neveneffecten van de extra vraag naar gas uit kleine velden gerekend. Verstopt onder die Friese veenweide-, zand- en kleigronden ligt gas. En ook gaswinning vergt een verlaging van de grondwaterstand.
Al in de jaren vijftig zijn concessies verstrekt om dat gas uit die kleine velden te winnen. Dat was aanvankelijk weinig rendabel voor de NAM en het Canadese energiebedrijf Vermilion. Ze deden in de regel geen moeite om overal putten te slaan.
Maar die calculatie is veranderd sinds de gaswinning in buurprovincie Groningen in hoog tempo wordt afgebouwd en de prijs van gas bij vlagen flink stijgt. Sindsdien krijgt het waterschap steeds vaker het verzoek om te adviseren in het kader van een vergunningstraject, omdat Vermilion of de NAM actief werk wil gaan maken van een decennia geleden vergund klein veld.
„Vijftig jaar geleden had daar waarschijnlijk geen haan naar gekraaid, maar inmiddels is de afweging anders”, zegt Van Maurik. Hij werkt sinds een jaar voor het dagelijks bestuur van het waterschap, namens zijn partij PvdA en de partijen Geborgd Natuur en Water Natuurlijk. De waterschappen hebben bijgeleerd over de waterhuishouding en zijn geschrokken van het tempo waarmee de bodem daalt en de gevolgen daarvan. Het waterpeil op plekken nog verder verlagen, al is het maar een paar centimeter, is een stap in de verkeerde richting. En dus werkt Wetterskip Fryslân niet meer mee. Al dat gepolder en geploeter houdt een keer op.
„Opmerkelijk”, reageert hoogleraar bestuursrecht Herman Bröring van de Rijksuniversiteit Groningen. „Gezien het karakter van waterschappen en hoe dat normaal gaat.” Wanneer als gevolg daarvan een bepaalde gaswinning niet doorgaat ‘staat er veel op het spel’. „Dan krijgt het nog een lange staart”, voorspelt hij. „Hetzij via de rechter, hetzij via interbestuurlijk toezicht.” Dat is het toezicht van de provincie op het bestuur door gemeenten en waterschappen.
Echo
In dit geval vindt het waterschap de provincie aan zijn zijde. Er is al jaren discussie over de exploitatie van de kleine velden. Ook het provinciebestuur verzet zich en staat samen met het waterschap tegenover de landelijke overheid, hoewel daar tegenstrijdige signalen van verschillende ministeries komen. Aan de ene kant wordt benadrukt dat het gas uit de kleine velden nog hard nodig is. Aan de andere kant dat ‘een gezonde bodem’ leidend is in beleid. „We hopen eerlijk gezegd dat het ministerie (Klimaat en Groene Groei) probeert van de concessies af te komen”, zegt Van Maurik. „Maar dan moet Den Haag waarschijnlijk wel de portemonnee trekken.” De kans is groot dat de NAM en Vermilion moeten worden afgekocht.
In het debat over afkoop en schade klinkt de echo van de Groningse gasdiscussie. Ook Friesland wil geen ‘wingewest’ zijn. Hoewel Van Maurik zelf ‘import’ is, vindt hij het niet eerlijk dat de opbrengsten van de mogelijke gaswinning naar de bedrijven en schatkist gaan, terwijl de gevolgen ervan lokaal moeten worden gedragen. „Het Rijk verdient goud geld aan gaswinning en de burgers van Friesland betalen de rekening.”
Anders dan bij de gasdiscussie in Groningen draait het hier niet om schade door aardbevingen, maar om de gevolgen van een te laag grondwaterpeil. Denk aan rottende funderingen, verzakte wegen en (veen)dijken die verhoging behoeven. Het waterschap Friesland heeft de meeste gemalen van alle Nederlandse waterschappen en relatief weinig inwoners. Het is kostbaar als de pompcapaciteit moet worden vergroot. Iets wat door het extremere weer door klimaatverandering sowieso al forse investeringen zal vergen.
De NAM en Vermilion, het Canadese bedrijf dat de meeste concessies heeft, zijn bekend met het debat, dat een lange voorgeschiedenis heeft. Een woordvoerder van Vermilion wijst op de verantwoordelijkheid van het waterschap zelf, door de decennialange verlaging van het grondwaterpeil, in reactie op vragen van Argos. Dat besteedt dit weekend aandacht aan de kleine gasvelden en de opvallende opstelling van het Friese waterschap.
„De veelal geringe bodemdaling die door gaswinning ontstaat leidt tot een wat hoger peil. Dit werd tot voor kort door het waterschap opgelost met een peilverlaging. Dat doen ze niet meer, dit is nieuwe en ingewikkelde kost waar nog onderzoek en overleg voor nodig is”, mailt een woordvoerder.
In de mijnbouwwet staat dat schade moet worden hersteld. Daar zijn regelingen voor. Maar de mijnbouwwet is verouderd en dat geldt wat het waterschap betreft ook voor het denken over wat die schade eigenlijk is.
Van Maurik kijkt naar buiten en denkt na over hoe hij zijn punt moet maken. Hij begint een uitleg over de Noordelijke Kleischil, verzilting bij de kust en de verdroging in Appelscha, die het gevolg is van een te lage waterstand in dit Friese veenweidegebied. Alles hangt met elkaar samen en daar zijn waterschapsbestuurders zich tegenwoordig bewuster van dan vroeger, legt hij uit. Daarom stellen ze zich minder gedwee op in politieke discussies en gaan de gang naar de rechter niet meer uit de weg. Je kunt achteraf over schade bakkeleien, maar dat wordt ‘juridisch ge-eikel’ en het heeft weinig zin. „Want je kúnt de schade niet meer herstellen.”
Ze werd al een tijd gezocht en nu blijft ze voor langere tijd vastzitten: Astrid van Sluisveld, de vrouw van de veroordeelde vastgoedmagnaat Roger Lips. Samen vluchtten ze in 2013 om arrestatie in Nederland te ontlopen. Toen zij zich deze week vanwege de crematie van haar zus in Nederland meldde, werd ze na afloop van de dienst opgepakt. Terecht, oordeelde het hof in Arnhem vrijdag. Ze moet nog ten minste negentig dagen in de cel blijven. Wat is er aan de hand? Lips en zijn vrouw werden eerder dit jaar tot respectievelijk 4 en 1,5 jaar celstraf veroordeeld vanwege faillissementsfraude rond de vele bedrijven vastgoedondernemer Lips.
De rechters achtten afgelopen juni bewezen dat de twee geld hebben onttrokken uit de bedrijven van Lips op het moment dat al bekend was dat die failliet zouden gaan. Lips had een enorme vastgoedportefeuille, waarmee hij onder meer het enorme winkelcentrum The Wall langs de A2 bij Utrecht realiseerde.
Lees ook
Gevluchte vastgoedmagnaat Lips veroordeeld tot vier jaar cel
De bouwwerken werden grotendeels gefinancierd met leningen bij banken. Een aanzienlijke hoeveelheid geld – 743 miljoen euro – had hij verkregen via SNS Property Finance, de vastgoedtak van SNS Reaal. Toen Lips uiteindelijk failliet ging, gaf dat de bank ook een forse klap. De Nederlandse staat moest SNS Reaal nationaliseren omdat die anders was omgevallen.
Opgepakt tijdens crematie
Lips had een hele boom aan verschillende bv’s en stichtingen. Via allerlei constructies en fictieve rekeningen wisten Lips en zijn vrouw voorafgaand aan het faillissement voor 11 miljoen euro aan bezittingen uit de bedrijven te halen. Hierdoor bleef er minder over voor de schuldeisers. Na de faillissementen van de 143 aan Lips gelieerde bedrijven, en persoonlijke faillissementen van hem en zijn vrouw, restte 320 miljoen euro aan schuld.
Na de veroordeling gingen de twee in hoger beroep. Dat loopt momenteel nog. Ondertussen hielden ze zich al elf jaar schuil in Dubai. Van zowel Roger Lips als zijn vrouw verliep zo het Nederlandse paspoort. Dat werd een probleem toen rond de zomer bleek dat de ongeneeslijk zieke zus van Astrid van Sluisveld de laatste levensfase inging. Zij deed daarop een verzoek voor een tijdelijk paspoort om vanwege humanitaire redenen naar Nederland te kunnen reizen voor de crematie. Daarbij werd volgens haar advocaat Carolien Noorduyn de afspraak gemaakt dat zij niet opgepakt kon worden.
Alleen: die afspraak werden gemaakt met het ministerie van Buitenlandse Zaken, de faillissementsrechter en curatoren die de faillissementen afwikkelen. Dat is volgens het Openbaar Ministerie een andere – namelijk civiele – zaak dan de strafzaak vanwege faillissementsfraude. „Die staat daar dus los van. Wij zijn dan ook niet bij die afspraak betrokken”, stelt het OM.
Dus werd Astrid van Sluisveld opgepakt bij de uitvaart van haar zus. Advocaat Noorduyn: „Ik heb er echt geen woorden voor. De crematie was nog niet eens afgelopen. Bovendien had het OM helemaal geen juridische grond om haar op te pakken.”
Het OM gaat niet in op de omstandigheden waarin Van Sluisveld werd gearresteerd maar stelt dat er sprake van een veranderde situatie nu zij wel in Nederland is. „ We willen haar graag verhoren. Zowel de FIOD als de rechter heeft haar in dit hele proces nooit vragen kunnen stellen, dus moet ze langer in hechtenis blijven.” Het gerechtshof is het daarmee eens.
Wat doet Roger Lips nu?
De grote vraag is wat de aanhouding van Van Sluisveld betekent voor de positie van Roger Lips. Probeert het OM hiermee om hem onder druk te zetten om vrijwillig naar Nederland te komen? Het alternatief is namelijk ingewikkeld: een beroep op het uitleveringsverdrag dat Nederland heeft met de Verenigde Arabische Emiraten – waar Dubai onder valt. Volgens Van Sluisvelds advocaat Noorduyn ligt zo’n verzoek er nog niet – het OM wil dit niet bevestigen.
Zo’n uitlevering is complex, stelt strafrechtadvocaat Bob Kaarls. Hij staat geregeld cliënten bij in Dubai en Abu Dhabi. „In Nederland kijken we bij zo’n verzoek vooral of de uitleveringsprocedure juist is gevolgd en of er geen mensenrechtenschendingen plaatsvinden als iemand uitgeleverd wordt. In de Emiraten gaan ze, anders dan in Nederland, op de stoel van de rechter zitten door een groot deel van het dossier nogmaals te bekijken. Dat betekent ook dat zo’n dossier vertaald moet worden in het Arabisch en dan kunnen ze alsnog doodleuk zeggen: er ontbreken stukken, we wijzen het verzoek af.”
Daarbij heeft iemand de mogelijkheid in de Emiraten via een hoger beroep en uiteindelijk in cassatie uitlevering aan te vechten. Kaarls: „Daar kan wel twee jaar overheen gaan. In de tussentijd wordt een verdachte na zestig dagen gevangenschap in vrijheid gesteld om de procedure af te wachten.” Dat is bijvoorbeeld aan de hand met voetballer Quincy Promes, die nu gewoon mag spelen voor een club in de tweede divisie van de Emiraten.
Uiteindelijk, zegt Kaarls, zie je toch politieke onwil in het land om volledig mee te werken. „Dubai wordt ook wel een modern piratennest genoemd. Er zitten veel foute mensen met fout geld. Momenteel wordt daar nauwelijks wat aan gedaan. Pas als het de reputatie van een land schaadt, komen ze in actie.”
Het OM gaat niet in op de vraag of ze hiermee Roger Lips hoopt te verleiden zich in Nederland te melden. NRC heeft voor dit verhaal contact opgenomen met Lips. Hij heeft niet gereageerd op die contactpoging.