Nederlandse defensie-uitgaven voor het eerst sinds de jaren negentig boven 2 procent van bbp

Voor het eerst sinds de jaren negentig lagen de Nederlandse defensie-uitgaven het afgelopen jaar weer iets boven de 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag op basis van NAVO-cijfers. Van de 32 NAVO-leden staat Nederland nu op de zevende plek als het gaat om defensie-uitgaven per inwoner: in 2024 was dat ongeveer 1,1 duizend euro per inwoner.

De Verenigde Staten voeren de lijst aan met 2,6 duizend euro per inwoner. Op de plaatsen twee tot en met zes staan Noorwegen, Denemarken, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.

Als de cijfers gecorrigeerd worden voor koopkracht, ziet de verdeling er heel anders uit, al blijven de Verenigde Staten de lijst aanvoeren. „Om het loon van militairen te betalen en lokale uitgaven te doen heb je in Roemenië bijvoorbeeld minder geld nodig dan in Nederland”, schrijft het CBS. Met een koopkrachtcorrectie stijgt Polen flink, naar de derde plaats.

19,9 miljard

Nederland gaf in 2024 in totaal 19,9 miljard euro uit aan defensie, blijkt uit de NAVO-cijfers. In 2014 werd de de NAVO-norm vastgesteld op 2 procent van het bbp, maar daar voldeed Nederland jarenlang niet aan. Andere NAVO-landen gaven vorig jaar een hoger percentage van hun bbp uit aan defensie: bovenaan staat Polen met 4,1 procent, de VS en Estland staan op de tweede plaats met 3,4 procent.

Alle NAVO-landen bij elkaar besteedden 1.362 miljard euro aan defensie, waarbij de bijdrage van de VS het hoogst was: rond de 894 miljard euro.