Kunstlicht verlengt het groeiseizoen in steden met drie weken

In steden is het effect van lichtvervuiling op het groeiseizoen nóg sterker dan het effect van temperatuur. Dat schrijft een team van Chinese, Amerikaanse en Duitse onderzoekers deze week in Nature Cities. Kunstlicht blijkt in stedelijk gebied op het noordelijk halfrond het groeiseizoen – de maanden waarin planten kunnen groeien, ongeveer van eind maart tot eind oktober – april tot oktober – tot wel drie weken te kunnen verlengen. Op het platteland is juist het effect van temperatuur leidend.

ALAN en UHI: dat zijn, in biologentermen, de twee hoofdrolspelers als het gaat om de invloed op het groeiseizoen. De eerste staat voor artificial light at night, nachtelijk kunstlicht. De tweede vertegenwoordigt het urban heat island, het ‘hitte-eilandeffect’ dat voor hogere temperaturen zorgt in dichtbebouwd gebied.

Beide factoren zijn belangrijk voor de fenologie, de studie van jaarlijks terugkerende fenomenen in de natuur én hun timing – denk aan bloei en bladverkleuring. Zowel de lichtvervuiling als de opwarming nemen zeker in steden razendsnel toe. Zo blijkt uit onderzoek dat de nachtelijke hemel door kunstlicht in tien jaar met 10 procent lichter is geworden, waardoor er in bebouwd gebied veel minder sterren te zien zijn. Maar of de grootste rol nu voor kunstlicht of voor temperatuur is weggelegd – en in hoeverre dat verschilde tussen stad en platteland – is lastig te ontrafelen.

Bladontplooiing

Toch hebben de onderzoeker in de huidige publicatie een poging gewaagd. Ze bestudeerden de kunstlichtintensiteit op satellietbeelden van 428 steden (en het omliggende gebied) van het noordelijk halfrond, gemaakt in de periode van 2014 tot 2020, en keken voor hetzelfde gebied in dezelfde periode naar de gemiddelde dagelijkse oppervlaktetemperatuur. Op basis van fenologische gegevens zoals bladontplooiing en bladverlies achterhaalden ze voor die relevante jaren ook het begin en einde van het groeiseizoen.

Zo ontdekten ze dat het groeiseizoen in steden gemiddeld 12,6 dagen eerder begint dan in landelijk gebied en vervolgens gemiddeld ook 11,2 dagen langer doorloopt. In steden bleek het effect van kunstlicht op die timing over het algemeen sterker dan dat van de gemiddelde temperatuur. Wel verschilt de precieze invloed per klimaatzone: vooral bij een gematigd klimaat met droge zomers en een koud klimaat zonder droog seizoen blijkt ALAN de start van het groeiseizoen sterk te vervroegen. Het einde van het groeiseizoen lijkt in élke klimaatseizoen sterk door ALAN te worden beïnvloed.

Fel wit licht

Mogelijk is de impact van het kunstlicht extra groot doordat tegenwoordig veel meer led-licht wordt gebruikt, schrijven de auteurs. De overgang van de aloude natrium-lantaarnpalen naar led-verlichting mag dan duurzaam zijn, het zorgt tegelijkertijd ook voor een verschuiving binnen het lichtspectrum naar meer fel wit licht.

Die veranderingen in golflengte kunnen grote gevolgen hebben voor de natuur: zo bleek in het verleden uit onderzoek van NIOO-KNAW bijvoorbeeld dat padden minder geneigd zijn om de weg over te steken bij fel wit licht en dat vleermuizen in zo’n geval minder snel onder een brug doorvliegen.